Een brildrager vergeet soms zijn bril op te zetten, maar eigenlijk lopen wij hier in het westen altijd met een bril op, die soms ook nog flink beslagen is. Hoe komt dat? Grieken en Romeinen hebben qua cultuur grote invloed gehad op de volkeren die in West-Europa woonden. Daarna heeft de christelijke cultuur zich hier verspreid vanuit het oosten. Later droegen vele immigratiestromen daar cultureel aan bij, tot vandaag aan toe. Nederland is al eeuwenlang een immigratieland. Eigenlijk zouden Nederlanders op basis van hun geschiedenis met een brede en open blik naar de wereld kunnen kijken.
Eurocentrisme
Toch blijkt bij enige zelfreflectie dat we toch nog vanuit een smalle Europese of soms nationalistische blik naar ‘anderen’ kijken. Vaak was of is hierbij ‘de Europese cultuur’ maatgevend. Dat eurocentrisme heeft zich met de kolonisators eeuwenlang verspreid over de wereld: de ‘hoge’ cultuur uit West-Europa ging de ‘lage’ cultuur beschaven. Daar onderscheidde koloniserend Nederland zich helaas niet van. Onze museumcollecties zijn veelal opgebouwd rond onze westerse cultuur en wat uit de kolonies, soms wederrechtelijk, meegenomen is. Hoogwaardige kunst van buiten Europa is dikwijls ondergebracht in Wereldmusea op de afdeling volkskunst, al kijkt men er nu steeds kritischer naar hoe kunst van buiten Europa gepresenteerd wordt. Daarom zijn mensen op veel plaatsen, ook in Afrika, in de twintigste eeuw op zoek gegaan naar de eigen cultuur.
In haar TED-lezing The danger of a single story (2013) vertelt Chimamanda Ngozi Adichie hoe zij in Nigeria opgroeide met Engelse romans, waarin blonde vrouwen als hoofdpersonages klaagden over kou en regen. Maar in Nigeria scheen de zon en hadden de vrouwen donker krullend haar. Adichie keek al lezend vanuit het enkelvoudige perspectief van die witte romanfiguren naar een wereld die niet op de hare leek. Zij waren haar enige rolmodel tot ze zag dat het niet klopte met wie zíj was. Adichie ging toen schrijven vanuit haar eigen cultuur en wereldbeeld zoals in haar boeken Half of a yellow sun en Amerikanah.
Bewustwording
Die bewustwording van de eigen cultuur ontstond op allerlei plaatsen in de wereld en is nog steeds gaande, juist ook in Afrika. In Kaapstad werd in 2017 een prachtig museum voor moderne Kunst – Zeitz genaamd – geopend waarbij het accent ligt op kunstenaars uit Afrika. Die willen niet meer ‘hun’ Rembrandt of Cezanne schilderen maar zoeken naar een eigen vormentaal en kleurpalet. Maar er is meer gaande. Daarvan getuigt ook de recente verschijning van de drie heel verschillende boeken: een roman over David Livingstone, een Zuid-Afrikaans kinderboek en een boek over de filosoof Sophie Bósedé Olúwolé.
Petina Gappah

De schrijfster Petina Gappah schetst in haar roman Vanuit het duister stralend licht een waarheidsgetrouw en soms komisch beeld van de laatste maanden van Bwana Daudi (David Livingstone, 1813-1873) en de tocht die zijn trouwe Afrikaanse metgezellen vanuit Chitambo te voet maken om zijn gestorven lichaam naar de havenplaats Bagamoyo te brengen, ruim 1500 kilometer verderop. Ze willen dat hij in zijn eigen grond (Engeland) begraven wordt. De ontdekkingsreiziger Livingstone is in dit verhaal niet de held, dat is juist de groep dragers met hun kokkin die zijn lichaam en zijn laatste manuscript ten koste van veel beproevingen naar Bagamoyo brengt. Hun trouw is indrukwekkend. Er is een oude foto bewaard waarbij Jacob Wainwright, een van zijn metgezellen, in Engeland bij zijn kist staat. Een deel van diens oorspronkelijke reisverslag werd in 2019 teruggevonden. Hij werd kort geëerd en keerde daarna terug naar Afrika.
Sophie Bósedé Olúwolé
Via jarenlang onderzoek van de Nigeriaanse filosofe Sophie Bósedé Olúwolé (1935-2018) kijken wij nu heel anders naar de filosoof Orunmila. Hij leefde ongeveer in dezelfde tijd als Socrates, maar dan in Afrika. Zijn leer is doorgegeven via de orale traditie: net als Socrates heeft hij zelf niets opgeschreven en is dus alleen bekend door latere schriftelijke neerslagen. Wonderlijk genoeg beseften christelijke missionarissen als eersten zijn belang. Via onderzoek en interviews in de gebieden waar ze werkten, verzamelden en interpreteerden zij de teksten over Orunmila. Omdat zij theologisch dachten duidden zij Orunmila als ‘God van de wijsheid’ terwijl er eigenlijk ‘de wijsheid van God’ staat. In de twintigste eeuw toonde Olúwolé onder meer aan dat het hier niet gaat om een god maar om een filosoof met een filosofisch systeem, bedoeld om de mensen die bij hem om raad kwamen zelf te laten nadenken over de stappen die ze in hun leven moesten zetten. In die zin is Orunmila te vergelijken met Socrates.
Khize wamaZambezi

In Zuid-Afrika vroeg een historica, Khize wamaZambezi (pseudoniem), zich af hoe ze haar dochter de echte geschiedenis van hun continent kon leren, dus beginnend met Afrika’s oudste culturen. Dat leidde tot het eerste geschiedenisboek voor kinderen vanuit een Afrikaans gezichtspunt: In Afrika, met Avi en Kumbi. Dit mooie kinderboek begint niet met ‘de ontdekkingen van Livingstone’ maar met de rotstekeningen van de eerste jagers, het ontstaan van de Nubische beschaving, de grote handelswegen, de universiteit van Timboektoe en met Ubuntu als voorbeeld van Afrikaanse filosofie. Het behandelt wat de slavernij, de kolonisatie en het einde daarvan met het continent deed. Zo leert een klein kind anders kijken naar de culturele en historische rijkdom van Afrika.
De verschillen waarderen
Zo laten deze schrijvers uit Afrika ons hun manier van kijken en denken zien, én vooral de waarde van hun eigen cultuur. Juist door anderen in hun intrinsieke waarde te willen leren kennen, ontstaat verbinding en ook herkenning. Met hun werk vegen ze onze brillenglazen schoon en soms verbetert ons zicht hierdoor zodat wij de bril helemaal af durven zetten.