Van alle vrouwen die hier zijn verzameld, denk ik het meest aan de vrouw die van top tot teen is ingepakt. Hoe ze eruitziet weet ik niet, al haar uiterlijkheden zitten verstopt onder een doek met grote rode bloemen; nog geen strengetje haar piept eronder vandaan. Als een sarcofaag ligt ze op de stenen stoep, tegen een haveloze muur. Haar hoofd (ik denk althans dat het haar hoofd is) rust op een verhoging, een zelfgemaakt kussen bedekt met een krant. Ze zal dakloos zijn.
Ik stel me voor dat dagelijks tientallen mensen aan haar voorbij lopen zonder haar echt te zien. Niettemin laat ze een afdruk achter op het netvlies, als het negatieve silhouet van een voorwerp dat zich manifesteert aan de binnenkant van je oogleden, nadat je je ogen hebt gesloten. Ze is onzichtbaar en toch onomstotelijk aanwezig.
Dat ze een vrouw is, leid ik af aan haar omgeving, waarin vrouwen de hoofdrol spelen, of je ze nu kunt zien of niet. Fotograaf Caroline Waltman bracht ze samen in het project Eva, Sara en Hanna. Vrouwen van de wereld. Als visuele tegenhanger van de vrouw als sarcofaag fungeert een vrouw in haar blootje op het gras. Op haar buik ligt ze, de armen uitgespreid, haar lijf zo wit, dat het lijkt alsof ze een gat is, een figuur die zorgvuldig uit de grasgroene achtergrond werd geknipt. Even verderop loopt een vrouw in een zwart badpak de zee in. Haar benen zijn al half verdwenen in de mist.
Er zijn ook vrouwen die me recht aankijken. Zelfverzekerd, verlegen, onverschrokken, licht aarzelend, nieuwsgierig turen ze in de lens van de fotograaf. Hun aanwezigheid is onbetwistbaar. Ze zíjn er, ze werden opgemerkt door de fotograaf en gezien door ons, publiek – en toch. Toch overheerst tijdens het kijken naar de foto’s het gevoel dat ook deze aanwezige vrouwen elk moment kunnen verdwijnen. Ze zijn als lichtvlekken op een muur, de weerspiegeling van de zon in het water, kiezelsteentjes die door een rooster vallen wanneer je ze wil pakken. Ze kunnen plots opgaan in het bos of oplossen in de koude nevel die opstijgt uit de zee. Ze hullen zich in een deken met rode bloemen, onttrokken aan het zicht en de blikken van anderen.

Wie zijn deze vrouwen? Ze hebben geen namen, geen beroepen, geen achtergrond. Ze komen uit alle windstreken, ze hebben de kleur van oplichtende berkenstammen, magnoliatakken en rotsen in de branding. Ik ken ze niet en toch weet ik wie ze zijn: ze zijn alle vrouwen van de wereld tegelijkertijd.
Caroline Waltman liet zich bij het fotograferen leiden door de vrouwen uit de Bijbel – Eva, Maria, Martha, Hagar, Rachel, Ruth, Sippora, Esther – zonder een van haar modellen direct met een van die namen te verbinden. De kijker mag ernaar raden.
Zelf kom ik niet zo ver. Het zal vooral te maken hebben met mijn gebrekkige kennis van de Bijbel. Het blonde meisje met de schil van een appel als een slang om haar nek ligt voor de hand. Twee vrouwen op de rug gezien, met lang bruin haar en beiden in het grijs: de zussen Maria en Martha? Een oude vrouw wier gerimpelde gezicht half verdwijnt in een handdoek? Sarah, denk ik, die op hoge leeftijd nog een kind kreeg.
Soms helpen associatie en beeldrijm me op weg. Het meisje dat behoedzaam over haar schouder kijkt? Misschien wel de vrouw van Lot, die in een zoutpilaar veranderde toen ze met haar gezin vluchtte uit Sodom en stiekem omkeek naar de brandende stad, hoewel het haar was verboden. Dat ik dat denk, komt eigenlijk vooral door de foto ernaast: van een in wit plastic ingepakte kerkzuil, net als het levende kind voor eeuwig bevroren op de foto.
Zijgedachte. Misschien gaat dit project eigenlijk over verandering, over het proces van metamorfose en adaptatie, de toestand waarin iedere vrouw zich haar hele leven continu bevindt, schuivend van de ene lichamelijke situatie naar de andere geestelijke omstandigheid, almaar muteren, bijstellen, aanpassen.
De meeste vrouwen op de foto’s kan ik niet direct thuisbrengen. En wie moet zij onder de gebloemde deken voorstellen? Ik weet het niet, maar ik geloof niet dat dat erg is. Evenals de duidelijk zichtbare vrouwen die Caroline Waltman vastlegde – de donkere, de blonde, de grijze, de jonge, de oude, de serieuze, de lachende – is ook zij, de onzichtbare, alle vrouwen in één. Ze is een dochter, een moeder, een echtgenote, een vrouw van de wereld. Ze is aanwezig voor wie haar wil zien.
Eva, Sara en Hanna is een productie van het Bijbels Museum in samenwerking met Fotogalerie De Gang. De tentoonstelling is te bezoeken tot en met 2 april 2023 en maakt deel uit van themajaar HAARlem 2023. De Gang nodigt hierin uitsluitend vrouwelijke fotografen uit. Het Bijbels Museum produceert reizende tentoonstellingen rond Bijbelse thema’s en verhalen, vaak verbreed naar andere religies en stromingen. Het presenteert deze bij partnerlocaties in Nederland. Fotogalerie De Gang is een initiatief van Doopsgezind Haarlem. Caroline Waltman is beeldhouwer, vormgever en fotograaf. Ze ontwikkelde een gevarieerd oeuvre. Symbiose, spiritualiteit, het geheugen, de zoektocht naar identiteit en de fascinatie voor tweedelingen en herhalingen zijn daarin terugkerende elementen. Zij bedient zich van een alledaagse en poëtische beeldstijl. Kijk hier voor meer informatie.