Op 18 april 1908 stonden de Nederlandse troepen onder leiding van Marinus Bernardus Rost van Tonningen voor de deur van het paleis van Klungkung, waarbinnen Raja Dewa Agung Jambe, de laatste koning van Bali, zich had verschanst. De verbazing moet groot geweest zijn toen de deuren van het paleis openden en de Raja, samen met 200 van zijn volgelingen, het paleis uitkwam. Allen waren volledig gekleed in het wit en bewapend met een Kris, een kronkelende dolk. De Raja werd onmiddellijk doodgeschoten door een Nederlandse soldaat. Hierop pleegden de zes vrouwen zelfmoord met hun Kris, gevolgd door de andere 200 volgelingen van de Raja. De Nederlandse troepen waren zojuist getuige geweest van een Perang Poepoetan. Het was zeker niet de eerste geweest waar deze mannen bij betrokken waren.

Een Perang Poepoetan is een Balinees hindoeïstisch ritueel waarbij een vorst met zijn volledige gevolg vlak voor de vijand zelfmoord pleegt. Oorspronkelijk hadden de Perang Poepoetans meer het karakter van een laatste hopeloze massale aanval op de vijand, maar later in de geschiedenis werden de Perang Poepoetans door de deelnemers op zichzelf uitgevoerd. Tussen 1849 en 1946 hebben vele Perang Poepoetan’s plaatsgevonden, allen door Balinese vorsten tegenover Nederlandse koloniale troepen.

Een religie in verdrukking

Ondanks dat Indonesië vandaag de dag een overwegend islamitisch land is, is de hindoeïstische gemeenschap op Bali al eeuwenoud. Het hindoeïsme ontstond tussen 500 voor en 300 na Christus in India en verspreidde zich relatief snel naar de Indonesische eilanden. Al in de 4e eeuw waren er op Java verscheidene hindoeïstische koninkrijken. Het is zeer aannemelijk dat de inwoners van Bali, wat vlakbij Java ligt, zo in contact kwamen met het hindoeïsme.

De eerste Islamitische gemeenschappen ontstonden eind 13e, begin 14e eeuw in het toen nog door hindoeïsme gedomineerde Indonesië. In de 14e en 15e eeuw ontstonden georganiseerde sultanaten die de hindoeïstische en boeddhistische koninkrijken in Indonesië en Java aanvielen en van de Islam de staatsreligie maakten. Hindoeïsme en boeddhisme werden door de sultans verboden. In deze tijd vluchten veel hindoestanen uit Java naar Bali, wat de hindoeïstische gemeenschap daar nog meer versterkt. Tijdens de Nederlandse kolonisatie onder de VOC gold Bali officieel als onafhankelijk gebied.

Vanaf 1830 nam de Nederlandse regering de verantwoordelijkheid over Indonesië, wat ze in 1800 van de overblijfselen van de VOC verkregen had en begon ze zich steeds meer te bemoeien met de binnenlandse zaken. Door strenge regelingen begonnen er echter hongersnoden te ontstaan op onder andere Java. De Nederlandse regering schrok hiervan en begon zichzelf meer terug te trekken, maar adviseerde wel Nederlandse burgers en bedrijven om zich in Indonesië te gaan vestigen. In 1841 erkende verschillende vorstendommen op Bali het Nederlandse oppergezag, maar dit leidde slechts tot verschillende binnenlandse conflicten. Nederland stuurde in 1846, 1848 en 1849 verschillende militaire expedities naar Bali. Pas in 1909 zou Bali volledig onder Nederlands bestuur komen.

De Perang Poepoetans

Puputan_of_the_Raja_of_Boeleleng
Poepoetans van de Raja van Boeleleng (1849)

De eerste Poepoetan vond plaats in 1849. Toen kwam een Nederlands leger van 5000 soldaten, 100 schepen en 3000 matrozen aan wal in Bali met als opdracht om de Rajas (koningen) van twee koninkrijken op Bali te doden of gevangen te nemen. Onderhandelen met deze koningen behoorde niet tot de opdracht die de Nederlandse generaal Michiels had gekregen. Toen de Balinezen geen uitweg meer zagen, vond de eerste Poepoetan plaats. Duizenden Balinezen stormden op de Nederlandse soldaten af, gewapend met niets of een kris. Duizenden Balinezen vonden de dood. Slechts 34 Nederlandse soldaten sneuvelden.

In september 1906 kwam een nieuw Nederlands leger onder leiding van Rost van Tonningen aan land in Bali. Het leger vond bijna geen weerstand op haar weg door Bali, totdat ze bij het paleis van Denpasar aankwamen. Vanuit het paleis klonk het geluid van trommels. Toen het leger voor de deuren van het paleis stond, openden deze. Volledig in stilte kwam een processie uit het paleis, voorop de Raja op een draagstoel. De Raja was gekleed in witte rituele gewaden, juwelen en een kris. Ook de rest van de processie was gekleed in het wit en droeg een kris bij zich. Het hele paleis was onderdeel van de processie, vrouwen en kinderen inclusief.

Toen de processie honderd stappen van het Nederlandse leger verwijderd was, stapte de Raja van zijn draagstoel en riep een priester. Deze stak zijn kris in de Raja waarop ook de rest van de processie zichzelf van hun leven beroofde. Op een gegeven moment openden de Nederlanders het vuur op de Balinezen. In totaal vonden ruim 1000 Balinezen de dood. De Nederlandse soldaten beroofden de lijken van waardevolle spullen en braken het paleis van Denpasar tot op de grond af. Diezelfde middag vond ook in het paleis van Pemecutan een Poepoetan plaats. In Tabanan gaf de koning zich wel over, maar toen de Nederlanders slechts een verbanning buiten Bali boden, vond een Poepoetan in de gevangenis plaats. Ook dit paleis werd geplunderd en vernietigd. Met de Raja van Klungkung werd een verdrag gesloten. Twee jaar later vond ook daar een Perang Poepoetan plaats. Tijdens de Perang Poepoetan vonden in totaal 3500 Balinezen de dood. Op Bali hebben zes van de negen vorsten zich op deze manier gedood.

De laatste Perang Poepoetan vond plaats in 1946. Deze Perang Poepoetan werd niet uitgevoerd door een vorst, want de Balinese vorsten waren vanaf 1909 allemaal door de Nederlanders verdreven of gedood. Toen na de Tweede Wereldoorlog een onafhankelijk Indonesië werd uitgeroepen, reageerde Nederland met ijzeren vuist. Ook op Bali greep Nederland militair in. Na een eerste slag bleven aan Indonesische zijde slechts 95 strijders over. Zij besloot om een Poepoetan te houden, een poging om met een laatste aanval voor de dood te kiezen. In de eerste instantie had de Poepoetan een onverwachts resultaat, het Nederlandse leger trok zich terug. Later op de dag vonden alle strijders alsnog de dood, net als 400 Nederlandse soldaten.

Radeloos
Het is moeilijk voor te stellen dat je je zo radeloos voelt dat een Perang Poepoetan de enige uitweg is. Door de koloniale acties van de Nederlanders zagen duizenden Balinezen zich gedwongen om tot deze heftige actie over te gaan. Het prachtige eiland werd geregeerd door koningen, maar de Nederlanders zagen het als hun recht om het eiland met geweld tot zich te nemen. Het resultaat was duizenden doden.

Nederlanders weten schrikbarend weinig over wat ons land daadwerkelijk heeft aangericht in Indonesië. De Perang Poepoetan’s zijn slechts een voorbeeld van het vele leed dat de Nederlandse regering heeft aangericht in Indonesië. Er zijn excuses aangeboden, maar zijn wij ons in Nederland voldoende bewust waarvoor die excuses waren? Ik vraag het mij af.

Dit artikel verscheen onlangs in De Linker Wang.

1614518082035

Lucas Brinkhuis

Lucas Brinkhuis is fractievoorzitter van GroenLinks Overijssel, beleidsmedewerker bij I&W en hoofdredacteur van De Linker Wang. Hij …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.