Langs de Albert Camuslaan in Amsterdam-Zuidoost staan huizenblokken van vijf verdiepingen, met op de begane grond winkels en kantoortjes. Niets in de straat doet vermoeden dat zich hier de grootste stadstuin van Bloei & Groei bevindt.
Pas als je tussen buurtsuper Tangermarkt en het kantoor van Wijkbeheer door een poort gaat, openbaart zich de enorme binnentuin met hoge kastanjebomen, plantenbedden en een kleine en grote kas. In die laatste staan de tropische planten, waaronder antruwa en sopropo – populaire groenten in de Surinaamse keuken.
Het voormalige kinderdagverblijf in de tuin is nu een buurtcentrum. De vrouwen van Bloei & Groei hebben hier hun lunchplek en vergader- en workshopruimte. Over de zandbak is een netje gespannen: hier zijn bloemen ingezaaid.
“Het is hier echt een verborgen oase hè?” zegt Melissa Macknack (35). Melissa is de assistent-tuincoach van de tuin, waar op deze meidag zo’n acht vrouwen aan het werk zijn. Op een berg zand duwen vier vrouwen met kaplaarzen aan wat wiebelig planten in de aarde. “Deze berg was helemaal overwoekerd met brandnetels. Die hebben we weggehaald, daarna hebben we een soort treden gemaakt”, vertelt Melissa. ‘De bedoeling is dat het een pompoenberg wordt.”
Naast de berg liggen de bedden met ingezaaide en al opgekomen groenten er netjes bij: sla, snijbiet, kool. De tuinbonen staan al schouderhoog en het bed citroenmelisse is ‘ontploft’. “Dit is onze productietuin”, vertelt Melissa. De groenten worden nu nog alleen afgenomen door het Surinaamse vegan restaurant Yemayá, maar het is de bedoeling dat er meer afnemers komen. Daarnaast organiseren de vrouwen zelf elke eerste vrijdag van de maand een moestuinmarkt met plantjes en oogst. Melissa: “Die is heel populair, soms staat er voor aanvang al een lange rij.”
Verboden terrein
Community garden Venserpolder is een van de vijf stadstuinen van Bloei & Groei, een initiatief van Ama Koranteng-Kumi (43). Zij had zelf in haar leven meermaals “de helpende en inspirerende kracht” van de natuur ervaren en wilde dit doorgeven aan andere vrouwen. Samen (moes-)tuinieren zou bovendien bijdragen aan gezond(er) eten, beweging en sociaal contact – en daarmee ook aan de buurt, zo was haar gedachte.
Tien jaar geleden begon zij met tien andere vrouwen met eigen geld de eerste Bloei & Groei-tuin, in de wijk Gaasperdam. Venserpolder volgde een paar jaar later. In de Human-documentaire De vrouwen van Vensperpolder uit 2019 is te zien hoe de binnentuin in de jaren daarvoor verboden terrein was geworden vanwege dealers en drugsgebruikers.
Hoe de eerste deelnemers voor een tuintje worden geworven door huis-aan-huis aan te bellen en te flyeren. Hoe de gemeentelijke graafmachines het metershoge onkruid afgraven en de grond egaliseren. Hoe de eerste deelnemers onwennig beginnen aan hun moestuin. Hoe ze, al kletsend en zingend, zaaien, planten, bewateren en oogsten. En hoe er uiteindelijk in een paar jaar tijd niet alleen een groene oase, maar ook een warme ‘tuinfamilie’ ontstaat met sociale contacten die sommige vrouwen daarvoor nauwelijks hadden.
Inmiddels is de opzet van Venserpolder iets veranderd. Van de ‘eigen tuintjes’ zijn er nog maar een paar, het grootste deel is nu community garden: een gemeenschappelijke
(productie)tuin. Vrouwen, en sinds kort (alleen hier) ook mannen, kunnen voor 25 euro per jaar lid worden, waarvoor ze mee (leren) tuinieren en meedelen in de oogst.
Wat gebleven is: het sociale aspect en de goede sfeer. Daar is zelfs een speciale tuincoach voor: Angel Everts (39). Vijf jaar geleden begon ze onwennig, zelfs wat onwillig, aan haar eigen tuintje in Hoptille, een andere community garden van Bloei & Groei, zo vertelt ze tijdens de gezamenlijke lunch. “Ik had een baan en drie kleine kinderen. Ik dacht: daar heb ik helemaal geen tijd voor. En ik was ook bang dat ik het niet kon.” Ze liet zich toch overhalen en tegen de tijd dat de eerste zaadjes plantjes werden, was ze om. “Ik vond het zó leuk, om zo’n plantje te zien groeien, maar ook het samenzijn met buurtbewoners; daarvoor kende ik bijna niemand in mijn buurt. En mijn kinderen mochten gewoon mee – en vonden het ook heel leuk.”
Inmiddels is ze in Venserpolder dus ‘de tuincoach voor het sociale aspect’. “Ik proef de sfeer, kijk of informeer hoe het met iedereen gaat, verwelkom nieuwe leden, regel uitjes.” Daarnaast heeft ze door Bloei & Groei ‘de tools en de stimulans gekregen’ om naast haar werk als medewerker bij een uitvaartorganisatie eigen ondernemer te worden. “Ik heb op de Bloei & Groei Academy de opleiding tot assistent-tuincoach gedaan en daarna veel workshops gegeven: pesto maken, thee, kruidenzout. Van daaruit is het gegroeid. Nu word ik bijvoorbeeld ook door de gemeente of door Jantje Beton gevraagd als buurtmaker of voor groene en gezonde workshops en projecten.”
Angel belichaamt daarmee het belangrijkste doel van Bloei & Groei. Dat is niet een goede oogst of het vergroenen van betonnen buurten – al is dat allebei ook belangrijk – maar vooral de persoonlijke groei van de deelnemende vrouwen. “Tuinieren, in het groen zijn, is het middel om, hoe klein soms ook, impact te maken in het leven van deze vrouwen”, zegt oprichtster Ama Koranteng-Kumi. De zogenoemde healing gardens, kleinere en beschuttere tuinen dan Venserpolder, hebben daarvoor speciaal een ‘bloeicoach’. Angel: “Alle vrouwen komen met een doel. Heel vaak is dat gewoon de stress thuis of op het werk ontvluchten en opladen.”
Hobby of noodzaak?
Voor veel vrouwen in de Bijlmer geldt dat of zijzelf, of hun ouders niet in Nederland zijn geboren. En velen zijn meer bezig zijn met overleven dan met leven. De wijk telt relatief veel mensen in armoede en een hoog percentage alleenstaande moeders. Daarbij bestaat de wijk voornamelijk uit hoogbouw. Tuinieren is er dan niet bij. Terwijl veel vrouwen daar juist mee zijn opgegroeid, vertelt Angel, die zelf als kind van Curaçao naar Nederland kwam.
“Voor mensen uit Curaçao en Suriname is dit gewoon. Een moestuin is daar geen hobby, maar een lifestyle, noodzaak ook soms. Ik ben zelf opgegroeid in wat wij een kunuku-huis noemen. Dat zijn kleine huizen van voormalig tot-slaafgemaakten. Daar verbouwden we van alles, en hadden we ook wat dieren.”
Zo’n jeugd had Ynes Rios de Feiter (55) uit Peru ook, vertelt ze terwijl ze op haar knieën tomatenplanten in een rechte lijn plant. Zo’n vijftien jaar terug kwam ze naar Nederland voor de liefde. “Hier miste ik het buitenzijn en het tuinieren.” En terwijl ze in Peru als accountant werkte, zat ze hier de eerste jaren thuis met haar dochter. Toen ze op een dag wandelend door de buurt deze binnentuin ontdekte, meldde ze zich aan. “Ik had al veel ervaring, dus kreeg ik veel vragen van andere vrouwen.”
Vervolgens deed ze net als Melissa en Angel de opleiding tot assistent-tuincoach bij de in 2019 gestarte Bloei & Groei Academy. Sinds vorig jaar is ze, net als Angel, tuincoach. Dat is een (bescheiden) betaalde baan, die ze combineert met werk in een kaas- en broodjeszaak en een opleiding om ook hier aan de slag te kunnen als accountant. Een vol bestaan, maar als ze kan, komt ze niet alleen op maandag, maar ook op woensdag en vrijdag van tien tot twee – de drie tijden dat de tuin open is. “Ik houd van werken in de natuur. Ik ben hier echt enorm van opgebloeid.”
“Wie wil uitscheppen? Wie wil schoffelen?” Ann Doherty (59), tuincoach en docent op de Bloei & Groei Academy, staat op een nog braakliggend zaaibed de taken te verdelen.
De bedden moeten onkruid-, wortel- en steenvrij worden gemaakt. “Vervolgens komt er compost op, dan kunnen we ze inplanten. Er moeten vandaag honderden planten de grond
in”, zegt ze. De mais- en courgetteplantjes staan al klaar. Naomi kiest voor schoffelen, Fatima en Maryse gaan de nog kleine goudsbloemen die overal zijn opgekomen, uitscheppen – die zijn voor de Moestuinmarkt. Alle drie de vrouwen zijn in opleiding tot assistent-tuincoach. Venserpolder is hun stageplek.
Naomi (41) begon vooral aan de opleiding omdat ze wil leren wat ze met haar eigen tuintje kan doen. Ook wil ze haar kennis weer doorgeven in de empowermentcursussen die ze geeft aan ‘vrouwen met een krappe beurs’. Fysiek is het tuinwerk soms zwaar, vindt ze. Zeker vandaag: ondanks het natte voorjaar is de grond hier, onder de hoge kastanjeboom, kurkdroog. “Je ontdekt spieren waarvan je niet wist dat je ze had”, grapt ze. “Maar”, zegt ze terwijl ze wortels en stenen uit de grond trekt, “het zet je hoofd uit, het brengt ontspanning.” “et brengt me zoveel rust”, zegt ook Melissa. Zij had samen met haar moeder twee jaar lang een eigen Bloei & Groei-tuintje in het Nelson Mandelapark. “Mijn moeder kon tuinieren, ik wist er niets van”, zegt ze. “Maar je leert van elkaar en van de natuur: als je genoeg liefde en aandacht geeft, krijg je er een mooie tuin voor terug.”
De tuin in het Nelson Mandelapark moest plaatsmaken voor woningbouw. Nu tuiniert ze hier in Venserpolder. Behalve assistent-tuincoach is ze een van de makers van de enige verfplantentuin van Amsterdam. Dit is een onderdeel van de Bloei & Groei-cursus die ze sinds maart volgt: Gift of Colour. Deze cursus, een samenwerking met wolkunstenaar Claudy Jongstra, leidt op tot verfplant-workshopdocent. “Ik heb het teelplan ontworpen in de vorm van een regenboog’, zegt Melissa bij de tuin, die op een schuin oplopend stuk is aangelegd met een soort terrasjes. In het ‘blauwe’ deel staat onder andere roze cosmea: “Die geeft blauw af.” Bij groen staan onder andere wijnruit en wouw, bij geel kamille en bij rood rozen en hibiscus.
Professionele organisatie
“Met deze verftuin en dit soort cursussen blijven we vernieuwen en ontwikkelen’, zegt oprichtster Ama Koranteng-Kumi, die inmiddels ook veel wordt gevraagd door andere partijen om tuinen te helpen opzetten. Dat brengt wat geld in het laatje, net als de workshops en tuinopbrengsten. De rest komt van fondsen.
“Het is veel groter geworden dan ik ooit had durven dromen”, zegt ze. “Van een pionierend buurtinitiatief met tien vrouwen zijn we gegroeid naar een professionele organisatie met betaalde tuincoaches en inmiddels zo’n vierhonderd vrouwen die bij ons tuinieren of hebben getuinierd.” En ja, daar is ze best trots op. “Maar het meest trots ben ik op de vrouwen, op de community die is ontstaan. Dat geeft heel veel voldoening.”
Voldoening is ook het woord dat de drie vrouwen-in-opleiding in Venserpolder gebruiken als ze rond kwart over twee neerploffen in de gezamenlijke ruimte. “Moe, maar voldaan”, zegt Naomi terwijl ze haar kaplaarzen verwisselt voor witte sneakers. Maryse toont Fatima foto’s van haar balkon van vorig jaar: uitbundige planten met tomaten in verschillende groottes en kleuren. Buiten begint het, na een zonnige ochtend, net te miezeren. Alle drie in koor: “Dat is goed voor de plantjes.”