Hij vertelde in een kleine groep openhartig over zijn leven. Nou ja, openhartig, je mocht met hem tussen de regels doorlezen wat er was en hoe het geweest was. Ooit had hij als 17-jarige iemand doodgestoken. Tbs gekregen. Daar had hij veel geleerd ten goede. Kennelijk gaat het niet altijd fout daar in de tbs.

In de gevangenis van Alphen, later, had hij een trombose in zijn been opgelopen, maar er was met zijn nachtelijk alarm signaal niets gedaan. Men kon zich van iemand zo jong geen trombose voorstellen zei men later.  Medische diensten in gevangenissen. Ze moeten werken in een sociaal en mentaal sterk vervuilende omgeving. Het kostte hem bijna het leven.

Ik trof hem in Arnhem, waar hij zat omdat een heerschap van de reclassering tijdens zijn vrijlating onder voorwaarden niet van hem te horen had gekregen dat zijn vriendin in verwachting was en evenmin dat hij nog steeds lid was van een motorclub waar je met zijn situatie beter niet bij kon horen. Niet transparant, was het oordeel. Genoeg om hem opnieuw in de trechter van de tbs te willen gooien. Aldus geschiedde. Dat men nu eenmaal niet zomaar uit een motorclub kan gaan, tenzij met heel veel geld en/of een bepaalde positie binnen de pikorde, het zal de reclassering en behandelaars van de tbs wel bekend zijn, maar ofwel het interesseert ze niet of men kan die wetenschap niet opnemen in een beleidsmatige visie. In elk geval leek dit soort feitelijkheden geen rol te spelen in de begeleiding van deze jongeman. Het lukte hem uiteindelijk om de club te verlaten met “good standing” zoals dat dan heet.

De dominee schreef een brief aan de rechtbank, om te wijzen op de humaniteit, in dit geval de onomkeerbaar slechte gezondheid van deze jongeman, zijn verlangen naar een normaal leven als pasgeboren vader en het vinden van een leven zonder criminaliteit met behulp van zijn vader vooral, die hem ondersteunde. Het mocht niet baten. De rechter schijnt tijdens de zitting de brief van de dominee te hebben voorgelezen met het cynische commentaar: ‘fijn te lezen dat er in elk geval nog één mens in u gelooft meneer Marcello’. En vervolgens mocht hij naar de Pompekliniek.

Nog voor zijn vertrek daarheen vroeg hij om daar zo gauw mogelijk hem en zijn dochtertje te mogen laten dopen. Dat is gebeurd, met hulp van de dominee en meelevende medewerkers van de kliniek en wat lieve vrijwilligers en enkele vrienden op die plek. De Bijbeltekst waarmee hij en zijn dochtertje gedoopt werden ging over de doop van Jezus in de Jordaan door Johannes de Doper. Het was namelijk zondag Gaudete (‘verheugt u!’). Ook Jezus laat zich dopen. Mens onder de mensen, niet beter dan jij en ik. De veel geliefde zoon, juist daarom. Een veelbetekenende tekst. Het zijn de verachters, die op afstand blijven en het heil mislopen. Jezus als de gedoopte mens, de grote onbekende, de ongehoorde, alles veranderende stem van God midden in onze wereld met haar pijn en overbekende scherven.

Het ging met zijn gezondheid gestaag achteruit. Er bleek al snel wrijving te ontstaan tussen hem en behandelaars, misschien wel omdat hij onder psychologiserende overdruk altijd zijn hakken in het zand zette en dan de stoere man bleef spelen. Niet slim en niet sluw, vooral gewoon menselijk.  Zijn levensgeluk was zijn dochter. Dat werd wel opgemerkt. Zijn vriendin kreeg de ongetwijfeld welgemeende waarschuwing dat ze beter af was zonder hem want ze zou te afhankelijk zijn. Ze vertelde het op de uitvaart. Mij leek het gewoon een jonge vrouw die van hem hield. Ze kende hem al van school en was een belangrijke hulpbron voor zijn motivatie om er uit te willen.

En toen werd hij overgeplaatst naar de Oostvaarderskliniek, waar het leven nog moeizamer voortging. Zijn gezondheid bleef achteruit gaan. En de dag kwam waarop hij een boosterprik moest. Hij voelde zich ziek en zwak. Zijn vader maande hem per telefoon dat hij naar de medische dienst moest gaan en melden dat het met zijn suiker te maken had, evenals vader dat had. Men heeft hem onderzocht en, naar vader verklaarde, gezegd dat ze daar geen onderzoek naar suikerziekte deden. Marcello is terug gegaan naar zijn cel en raakte die nacht in een coma waaruit hij niet is ontwaakt, zodat hij op de IC stierf.

Zijn vader werd vanuit het ziekenhuis gebeld dat zijn zoon overleden was. Zijn moeder is naar hem toegegaan in het ziekenhuis en haar werd naar verluidt in eerste instantie de toegang tot haar zoon geweigerd, omdat ze niet op de lijst van gescreende bezoekers stond.

Heel zijn familie stond bij zijn graf. Er werd eigenlijk nauwelijks over de rol van justitie of tbs klinieken gesproken, anders dan met een soort gelatenheid van mensen, die gewend zijn nooit aan de regels te voldoen en dus niet gehoord te worden.

Marcello is dood. Hij mocht nooit meer naar buiten. Het recht heeft gezegevierd. Marcello was een slechterik. O ja? Ik ken ze buiten wel slechter, op zijn Gronings gezegd. Mij kwam dat zinnetje van Jules de Corte opeens voor de geest: ‘En was ik God, dan mocht jij zo mijn hemel in’.

* pseudoniem

Sietse Visser

Sietse Visser

Emeritus predikant

Sietse Visser is emeritus predikant. Hij heeft gestudeerd in Groningen, werkte als gemeentepredikant in verschillende gemeenten en is …
Profiel-pagina
Al 2 reacties — praat mee.