Door de versnelde opwarming van de aarde wordt de leefbaarheid van de planeet ernstig bedreigd. Vooral het zwartste scenario – de stijging van de mondiale temperatuur naar meer dan twee graden Celsius – zal in de komende vijftig jaar reusachtige gevolgen hebben voor het leefmilieu van mens en dier. Wat mij echter interesseert is niet de vraag óf we te weinig doen om klimaatverandering te voorkomen (dat lijkt me evident), maar welke mentaliteiten – gedachten, gevoelens – en vertellingen constitutief zijn voor ons collectieve onvermogen om de opwarming van de aarde te beperken. Nu kan ik deze vraag onmogelijk beantwoorden binnen de beperkte omvang van dit artikel, maar ik kan er wel een begin mee maken. Ik zal me hier daarom slechts beperken tot het begrip ‘klimaatbewustzijn’.
Om te beginnen is het besef dat de aarde opwarmt van een uiterst recente periode: de eenentwintigste eeuw. Hoewel de opwarming van de aarde ruim tweehonderd jaar geleden met de Industriële Revolutie begon, en de eerste publicaties over klimaatverandering al aan het einde van de negentiende eeuw opdoken, kwam de klimaatproblematiek pas in de jaren ’70 onder de aandacht. Met regelmaat verschenen er vanaf deze periode studies waarin herhaaldelijk werd aangetoond dat de stijging van concentratie broeikasgassen in de atmosfeer in een versneld tempo plaatsvond, als gevolg van onder andere ontbossing, intensieve veeteelt en het gebruik van fossiele brandstoffen. De alarmerende resultaten van deze publicaties bereikte pas aan het begin van de eenentwintigste eeuw een groot publiek, toen de ecologische en economische gevolgen van het broeikaseffect voor het eerst zichtbaar werden: smeltende ijskappen, bosbranden, mislukte oogsten, langdurige droogte. Sindsdien is er in westerse landen weliswaar een groeiend ‘klimaatbewustzijn’ aan het ontstaan, maar welbeschouwd is dit besef bij de meeste mensen nog te pril en daarmee te onderontwikkeld om grote maatschappelijke veranderingen te bewerken.
Los van het feit dat ‘klimaatbewustzijn’ van een historisch gezien zeer recente tijd is, kent de term – waarschijnlijk vanwege de nieuwigheid ervan – geen duidelijke begripsbepaling. Daarom: wat is klimaatbewustzijn? In de meest gangbare omschrijving verwijst het begrip naar het besef dat de aarde opwarmt als gevolg van menselijke activiteiten. Men weet zogezegd dat de uitstoot van fossiele brandstoffen, (lang) douchen en/of de productie van vlees, schadelijk zijn voor het milieu, ofschoon men er maar in geringe mate naar handelt. Vanuit een meer geschiedfilosofisch perspectief kan het begrip ‘klimaatbewustzijn’ ook worden opgevat als een geactualiseerde maar onderontwikkelde variant van het ‘historische bewustzijn’ – dat wil zeggen: het vermogen om het heden, de toekomst en het verleden van elkaar te kunnen onderscheiden (het besef van tijd en ruimte), en zo gewaar te zijn van de eigen unieke ‘historische’ plaats binnen ruimte en tijd. Elke vorm van historisch bewustzijn bevat verder de kenmerken van een verhaalstructuur.
Vooruitgangsgeloof
Nu is het vermogen om historisch te denken een verworvenheid van de moderne tijd. Volgens de Duitse begripshistoricus Reinhart Kosseleck ontstond het historische bewustzijn halverwege de achttiende eeuw tengevolge van een aantal grootschalige en razendsnelle ontwikkelingen die zich vanaf deze periode op sociaal, intellectueel, economisch en politiek vlak voltrokken, waardoor de kloof tussen het heden en verleden ineens invoelbaar werd. Om het heden opnieuw met het verleden te verbinden en de toekomst van zin en oriëntatie te voorzien, waren er daarom nieuwe geschiedverhalen noodzakelijk. Verreweg het meest invloedrijke geschiedbeeld is het moderne vooruitgangsgeloof. Het vooruitgangsgeloof is het overkoepelende (geschied)verhaal van de moderniteit; meer bepaald het verhaal van de politiek-maatschappelijke stroming die ze heeft voortgebracht: het burgerlijk liberalisme. In het liberale geschiedverhaal wordt de geschiedenis beschouwd als een eeuwenlang ontwikkelingsproces, waarvan het actuele heden het voorlopige eind-of hoogtepunt vormt. De ‘geschiedenis’ vertelt het verhaal van de menselijke vooruitgang op cultureel, politiek en economisch vlak, waarbij meer vooruitgang gelijk staat aan de verwezenlijking van (meer) vrijheid. Deze voorstelling van de geschiedenis als ontwikkelingsgang schetst een optimistisch toekomstperspectief. Meer vooruitgang op economisch, politiek en cultureel gebied, resulteert tenslotte in meer vrijheid.
Het liberale geschiedverhaal van vrijheid en vooruitgang manifesteerde zich omstreeks 1800 het nadrukkelijkst in het historisme, de wetenschappelijke geschiedbeoefening; maar heeft zich in de loop van de afgelopen tweehonderd jaar onder toezicht van de historische wetenschap over alle terreinen van het geestelijk leven verspreid, waardoor ons historische bewustzijn in grote lijnen door het liberale vooruitsgangsverhaal is getekend. Door de opwarming van de aarde – nota bene een ecologische ontwikkeling – komt dit beeld van de geschiedenis echter steeds meer onder druk te staan, aangezien klimaatverandering ons confronteert met de grenzen van de vooruitgang: we zullen in allerlei opzichten moeten minderen, willen we de stijging van de mondiale temperatuur voorkomen. Klimaatverandering begrenst daarmee ons heden en toekomstperspectief: we kunnen nu geen oneindige economische groei meer nastreven, omdat we op een eindige planeet leven. Het besef dat onze vooruitzicht beperkt is, dat er zogezegd ‘grenzen aan de groei’ zijn, en dat we in het heden actie (zouden) moeten ondernemen om niet over de grenzen van de toekomst te gaan, is mijns inziens een van de kenmerken van het hedendaagse ‘klimaatbewustzijn’.
Ecologische tijdschaal
Dit bewustzijn is tot dusver onderontwikkeld omdat het moderne verhaal van vrijheid en vooruitgang (deels onbedoeld) het zicht op de gevolgen van het broeikaseffect beperkt. Dergelijke geschiedverhalen hebben namelijk de status van een beeld waarvan geldt dat je het niet ziet, omdat je er zelf mee kijkt. Ze vormen ons wereldbeeld. Omdat dergelijke geschiedverhalen in hoge mate bepalend zijn voor hoe we de wereld waarnemen, hoe we van de wereld bewust zijn, zien we doorgaans niet de dingen of gebeurtenissen die buiten het bereik van onze waarneming liggen. Neem bijvoorbeeld een veel gehoord argument om tot op heden geen ingrijpende maatregelen te treffen is bijvoorbeeld dat technologische ontwikkelingen het klimaatvraagstuk in de nabije toekomst zal gaan oplossen – hier zien we het moderne vooruitgangsoptimisme terugkeren.
Of neem de cultuurindustrie: Hollywoodfilms, modetijdschriften, televisiereclames – hier zien we een al dan niet vulgair geworden verlangen naar vrijheid in terugkeren. Maar wat we ook zien (of willen zien)is dat het vrijwel altijd antropocentrische verhalen, gedachten, gevoelens, ideeën en ontwikkelingsprocessen blijven. De natuur speelt in deze beelden, gedachten en verhalen maar zelden een rol, omdat ze buiten ons historische tijdsbewustzijn ligt.
De natuurgeschiedenis voltrekt zich immers binnen een ecologische tijdschaal. Deze tijdsdimensie beweegt zich vele malen langzamer dan de historische tijd, waardoor de mens veranderingen in de natuur zelden bewust waarneemt. Bijgevolg werd de natuur zelden als historische factor beschouwd, omdat ze geen vrij ontwikkelingsproces vertoont. Maar door het versnelde tempo waarmee de opwarming van de aarde zich voltrekt, beginnen nu de ecologische en historische tijd echter met elkaar samen te vloeien, waardoor de mens – wellicht voor het eerst in haar bestaan – bewust in aanraking komt met de historiciteit van ecologische veranderingen. De bewustwording van ecologische veranderingen als historische factor kan als het tweede kenmerk van het klimaatbewustzijn worden beschouwd.
Sombere voorspelling
Rest tot slot de vraag of een groeiend klimaatbewustzijn uiteindelijk de noodzakelijke maatschappelijke verandering bewerkt om de verdere opwarming van de aarde te voorkomen. Mijn sombere voorspelling is dat ons klimaatbewustzijn pas volgroeid is naarmate de gevolgen van klimaatverandering steeds voelbaarder worden: grootschalige migratie, oplopende voedseltekorten, verlies aan biodiversiteit en de toename van conflictsituaties. Aan de andere kant leert de geschiedenis ons ook dat een maatschappelijke omwenteling slechts in enkele jaren, maanden of dagen tot stand kan worden gebracht – maar dat is niet per se een hoopvol vooruitzicht.
Dit artikel verscheen onlangs in De Linker Wang.