Lesbos was ooit groot in het nieuws vanwege de brand in het overvolle vluchtelingenkamp Moria. Tegenwoordig haalt het wel en wee van vluchtelingen op het eiland zelden nog het nieuws. Maar gezien de ligging dichtbij Turkije zullen vluchtelingen altijd wel aan de Europese wal komen via het Griekse eiland. Dat is dus een van de fontlinies van het Europese vluchtelingenbeleid. Helen vertelt hoe de situatie daar nu is. Haar echte naam kan niet genoemd worden, omdat het verlenen van bijstand aan vluchtelingen momenteel wordt gecriminaliseerd; in Griekenland, maar ook daarbuiten.

“Er komen de laatste tijd minder vluchtelingen op het eiland, omdat het vluchtelingenbeleid sterk is veranderd. Er zijn veel push backs, waarbij de kustwacht mensen weer terug de zee op stuurt, zodat ze het eiland niet kunnen bereiken. We hebben gezien hoe gevaarlijk die push backs zijn: velen bereiken het land niet en komen om.

Er zijn momenteel ongeveer duizend vluchtelingen op Lesbos. Maar die worden, zodra ze duidelijkheid krijgen over de afwijzing of goedkeuring van hun asielaanvraag, aan hun lot overgelaten. Zodra hun status bekend wordt gemaakt, stopt de financiële ondersteuning van zeventig euro per maand. Ze moeten zichzelf zien te redden. Sommigen kiezen er dan maar voor in het kamp te blijven, waar ze in de hete zomer geen water of voedsel hebben. En zodra ze worden ontdekt worden ze eruit gezet. Sommigen gaan naar Athene, maar velen eindigen daar dakloos omdat er geen structurele vorm van ondersteuning is.”

In de toekomst wordt de situatie alleen maar grimmiger, meent Helen. “Binnenkort wordt een detentiecentrum geopend, midden in het bos, op dertig kilometer van de stad. Het is een militair terrein met strenge bewakingsmaatregelen. Een van de twee complexen van dat centrum heeft een capaciteit van tienduizend mensen. Deze mensen mogen alleen tussen 8.00 uur ’s morgens en 20.00 uur ’s avonds naar buiten, anders is dat nadelig voor hun asielaanvraag. Het andere complex is een uitzetcentrum waar ze in volledige gevangenschap zitten.

AvdMeer_CPT_Lesbos2021_200
Helen: “Smokkel is lucratieve handel” Beeld door: Anke van der Meer

De bouw van deze complexen is een uitvloeisel van Europese wetgeving die recentelijk is uitgevaardigd. Je kunt dit geen vluchtelingencentra meer noemen, het zijn detentiecentra. Vluchtelingen die om welke reden dan ook hun huis en land zijn ontvlucht, worden opgesloten en gecriminaliseerd. Mensen verlaten hun huis en land uit politieke, religieuze of economische nood; ze vluchten voor oorlog, of vanwege hun seksuele oriëntatie. Hoezo zou je deze mensen van hun vrijheid mogen beroven en hen als criminelen opsluiten? Zou dat ook zomaar met Europeanen mogen gebeuren, zonder dat iemand voor hen opkomt? Vluchtelingen zouden zich vrij moeten kunnen bewegen. Maar zodra ze aankomen worden ze vastgezet, om duidelijk te maken dat zij in de Europese Unie niet welkom zijn. En dat gebeurt zoveel mogelijk geïsoleerd, buiten het zicht, in het bos.”

Helen’s voornaamste rol is het zo goed mogelijk bijstaan van mensen. Haar organisatie werkt, net als Community Peacemaker Teams, via het principe van waarnemerschap: als onafhankelijke getuigen toekijken, worden mensen in handen van de autoriteiten vaak beter behandeld. “We volgen hun rechtszaak, proberen op zijn minst een deskundig advocaat voor hen te vinden,” zegt ze. “We volgen hun proces, want hun rechten worden vaak niet gerespecteerd. We proberen hun in ieder geval de káns te geven op een eerlijke rechtsgang, vooral wanneer er sprake is van onrechtvaardige beschuldigingen van daden waartoe ze door hun smokkelaars zijn gedwongen.

Als ze door de smokkelaars op een boot worden gezet, wijzen zij iemand van de groep aan die de boot moet besturen. Als deze vluchtelingen dan van boord worden gehaald, worden ze vervolgens aangeklaagd alsof zij de smokkelaars zijn. Ze krijgen dan ‘levenslang’: de maximale straf van twintig jaar. Meestal is er voor hen geen tolk of kundig advocaat beschikbaar. En dat terwijl de werkelijke smokkelaars in dure huizen zitten, veilig en ver weg. Voor hen is de smokkel een lucratieve handel.”

Helen merkt dat de rechtsgang door het werk van hulporganisaties zoals de hare wel wat verbetert, maar ze weet niet goed wat de toekomst zal brengen voor de vluchtelingen op Lesbos. “We merken wel dat er wat meer aandacht wordt besteed aan de rechtsgang. Per geval wordt er wat meer tijd genomen. Tegelijkertijd is de aandacht voor de situatie van vluchtelingen op Lesbos sterk afgenomen. In het nieuws gaat het over de oorlogen, en die nemen alleen maar toe. En juist vanwege oorlogen zullen mensen naar Lesbos blijven komen! Maar het bewustzijn van wat het betekent om voor oorlog te moeten vluchten, en hoe het is om in zulke omstandigheden te worden vastgezet, neemt juist af. Ik ben wat dat betreft realistisch.”

En Helen besluit: “Als je me vraagt naar mijn hoop, dan put ik die uit de bereidheid van mensen en gemeenschappen om erover te blijven praten, zich te informeren, en met onze organisatie in verbinding te staan. Dat laat zien dat mensen zich wel degelijk bewust zijn van de situatie en bereid zijn naast vluchtelingen te blijven staan.”

Dit artikel is afkomstig uit Mondig, tijdschrift van de Doopsgezinden.

1719775745808

Iris Speckmann

Iris Speckmann is functionaris duurzaamheid en vrede bij de Doopsgezinden en geestelijk verzorger.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.