Maar in hetzelfde jaar dat Nederland haar excuses aanbood, bleek uit onderzoek van I&O Research dat slechts 38 procent van de Nederlanders hier de noodzaak van inzag. En Keti Koti, de dag waarop de afschaffing van slavernij wordt gevierd, is nog steeds geen officiële feestdag. Het bewustzijn over het koloniale slavernijverleden en de gevolgen daarvan blijven laag. Ja, er veranderen dingen, maar waarom is het zo moeilijk om een gezamenlijke herdenkingscultuur te ontwikkelen? En nog belangrijker: wat staat er op het spel als we hierin falen?

“Het grootste obstakel bij het vormen van een collectieve geschiedenis is dat verschillende groepen heel verschillende ervaringen hebben met dezelfde gebeurtenissen,” vertellen zussen en Surinaamse Marrons Susi en Simba Mosis van stichting SISA Events, een kenniscentrum uit Den Haag. Ze leggen uit: “Voor sommigen was de koloniale periode een tijd van vooruitgang, terwijl het voor anderen vooral draaide om onderdrukking en pijn.”

Volgens hen zorgen deze uiteenlopende perspectieven, die vaak zo ver uit elkaar liggen, dat het moeilijk is om tot een gezamenlijk verhaal te komen waarin iedereen zich erkend voelt. “Mensen blijven vasthouden aan hun eigen interpretatie van het verleden, omdat het diep verbonden is met hun identiteit en gemeenschap.”

Wegkijken van de geschiedenis

art 5 3 nieuw

Een van de manieren waarop dit zich uit, zien we terug in de schoolboeken. “In Nederland is er vaak een eenzijdige, Eurocentrische kijk op de geschiedenis,” leggen de zussen uit. “Neem bijvoorbeeld de Surinaamse Marrons, die in schoolboeken simpelweg worden beschreven als ‘weggelopen slaven’. Hun geschiedenis is veel rijker: het is een verhaal van moed, verzet en doorzettingsvermogen.” Daarbij is er volgens hen een weerstand die Nederland voelt om de pijnlijke kanten van het verleden, zoals slavernij en kolonialisme, onder ogen te zien.

Socioloog en antropoloog Rashid Dosset sluit zich hierbij aan: “Niet elke bevolkingsgroep wenst collectieve verantwoordelijkheid te nemen voor hun geschiedenis. Ook de Europese meerderheid niet – en dat is een groot obstakel.” Het is pijnlijk, maar waar: volgens Dosset hebben we te maken met collectief narcisme.

Kansenongelijkheid en discriminatie

Het gebrek aan een gezamenlijke herdenkingscultuur is voor veel groepen een pijnlijke, open wond, terwijl het andere bevolkingsgroepen onopgemerkt lijkt te gaan. Maar de realiteit is dat het ons allemaal aangaat. “Zonder gezamenlijke herdenkingscultuur blijven koloniale trauma’s bestaan en komen ze terug in de vorm van racisme en ongelijkheid,” zeggen Susi en Simba Mosis. “Veel groepen voelen zich buitengesloten, wat het wantrouwen en de verdeeldheid vergroot.” Het is een open wond voor heel de samenleving – en dat zal zo blijven zolang we er niet in slagen om elkaars verhalen te erkennen en herdenken.

Sterker nog: dit werkt door naar hedendaagse problemen, zoals discriminatie of kansenongelijkheid. “Het maakt het moeilijker om deze problemen aan te passen,” gaan de zussen verder. “Want als we het verleden niet onder ogen durven zien, hoe kunnen we dan eerlijk kijken naar de effecten daarvan in het nu?” Socioloog en antropoloog Dosset haakt hierop in: “Het waarschijnlijke gevolg is dat Nederland op den duur verder zal polariseren op een gewelddadige manier, met explosieve conflicten.”

Tijd voor erkenning

art 5 2

Maar polarisatie hangt nu ook al in de lucht. Volgens Nataly Burgzorg, filmmaker en onderzoeker, vormt de  ‘wij tegen zij’-mentaliteit het grootste obstakel voor het creëren van een collectieve geschiedenis. “Zolang verschillende groepen elkaar blijven zien volgens een hiërarchisch model, waarbij de ene cultuur belangrijker is dan de andere, zullen we de schoonheid van diversiteit blijven missen,” legt ze uit. Dit leidt vervolgens tot een groot gebrek aan kennis over het slavernijverleden en kolonialisme. “We blijven ons enkel richten op een deel van het geheel in plaats van het totale beeld. We missen de complexiteit van wat er werkelijk is gebeurd én hoe dit het heden vormt en beïnvloedt.” Door al deze factoren is volledige aanvaarding van het totale beeld niet realistisch, denkt Dosset. “Wat wel nodig is, is volledige erkenning,” aldus de socioloog en antropoloog.

Open en eerlijk

En dat vergt volgens hem zowel individuele als collectieve zelfreflectie. “Dat is wat geschiedenis inhoudt: fouten, misdaden en nalatigheden van iemands voorouders aanvaarden, verwerken en ernaar streven om in het heden een betere generatie te zijn.” De deskundigen zijn alle drie eens over wat daarvoor nodig is: een open dialoog. “In een inclusief dialoog voelt iedere groep zich gehoord en erkend, geven mensen elkaar de ruimte en luisteren ze naar elkaar’, zeggen de zussen Mosis. ‘Alleen zo kunnen we tot een gedeeld verhaal komen zonder dat de pijnlijke en complexe kanten van het verleden genegeerd worden.”

art 5 1

Dat niet alleen: een open dialoog over het verleden, de pijn die het heeft veroorzaakt en de huidige doorwerking in de samenleving zal ook zorgen voor meer begrip over waarom bepaalde ongelijkheden nog steeds bestaan. Door stil te staan bij de geschiedenis van slavernij en kolonialisme kunnen wij onze huidige collectieve situatie beter begrijpen. Dosset: “Daarnaast zullen culturele misvormingen die het gevolg zijn van gebrek aan herdenkingscultuur, zoals negatieve raciale stereotypen, gecorrigeerd worden.’ Maar om zover te komen – om een inclusief dialoog te voeren en een start te maken aan onze gezamenlijke geschiedenis – is eerst een ‘psychologische confrontatie’ nodig. Of in Dossets woorden: ‘Slapende honden zullen wakker gemaakt worden.”

Op naar een gezamenlijke geschiedenis

De weg naar een collectieve herdenkingscultuur is niet eenvoudig, maar de eerste stappen zijn gezet. Er wordt flink aan de weg getimmerd. Neem bijvoorbeeld het Nationaal Slavernijmuseum dat in 2030 zal openen. “Dat wordt niet alleen een plek om het verleden te herdenken, maar juist ook een plek voor dialoog over hoe we samen verder kunnen,” zeggen de zussen.

De pijnlijke geschiedenis van slavernij en kolonialisme wordt op die manier een springplank naar een samenleving waarin iedereen zich thuis voelt. Ook erfgoedprojecten als Our HERitage dragen hieraan bij. Onderzoeker Nataly Burgzorg: “We creëren een gezamenlijke geschiedenis door aandacht te besteden aan de rol van onze voormoeders in die geschiedenis. En hun diversiteit! We laten zien hoe verbonden we met elkaar zijn.”

Want dat zijn we, zeggen ook Susi en Simba Mosis. “Door de onderbelichte verhalen van verschillende gemeenschappen voor het voetlicht te brengen, bevorderen we verbinding en begrip. Er ontstaat een nieuwe, gezamenlijke manier van herdenken, waarin iedereen zich kan herkennen en verbinden.”

art 5 meike

Meike van Zandvoort

Meike van Zandvoort is een net afgestudeerde journalist met een hart voor maatschappelijke thema’s. Haar passie ligt bij het …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.