Beste mensen. PAX, dank voor de uitnodiging om vandaag, tijdens de opening van de Vredesweek, te mogen spreken. Zaïre, dank voor jouw vertaling van The Hill We Climb. Wat heb ik genoten. Kippenvel. Ieder woord was raak. En het lijkt zo makkelijk, hè? Éven van het Engels naar het Nederlands… In een interview deelde jij wat het vertalen van “het gedicht van het jaar” met een mens doet. Want iedereen vindt daar iets van.
Jij kreeg de sleutel van de uitgeverij, zat vaak in een leeg kantoor achter je pc of liep eindeloos te ijsberen, terwijl je – kijkend over Amsterdam – aan het wikken en wegen was: “Moet het nou ‘bestijgen’ of ‘beklimmen’ worden?” Je zat regelmatig letterlijk huilend te vertalen, want zo eervol was deze opdracht. Het toont je doorzettingsvermogen en perfectionisme om het honderd procent kloppend te maken. Daar heb ik enorme waardering voor.
Op 20 januari, de dag waarop Joe Biden en Kamala Harris werden geïnstalleerd als president en vicepresident, had ik tranen in mijn ogen. Geraakt door woorden van die jonge vrouw in die prachtige gele mantel. Op de plek waar twee weken eerder een woedende menigte het huis van de democratie bestormde, sprak deze jonge vrouw over hoop in een land dat tot het bot is verdeeld. Ontzettend dapper! Ik weet zeker dat – met mij – heel veel mensen toen met een brok in de keel hebben zitten luisteren.
Barack Obama ook. En hij gooide daarna een schitterende tweet eruit. Ik lees hem in het Engels voor:
On a day for the history books, @TheAmandaGorman
delivered a poem that more than met the moment.
Young people like her are proof that
“there is always light, if only we’re brave enough to see it;
if only we’re brave enough to be it.”
Ik retweette het, omdat ik het er ontzettend mee eens was – en bén. En ook jouw vertaling raakte mij, Zaïre. Jullie twee hebben veel gemeen: twee jonge vrouwen, met een geweldig goed gevoel voor taal. Allebei grootgebracht door een alleenstaande moeder en allebei vechten jullie tegen vooroordelen en twijfels, waar je als gekleurde jonge vrouw soms mee wordt geconfronteerd. Maar jullie zijn vechters, powervrouwen met een grenzeloos geloof in een betere en eerlijke wereld.
Die vechters hebben we nodig. Jonge mensen zoals Amanda en Zaïre zijn een licht in een wereld die soms steeds donkerder en ingewikkelder lijkt te worden. De coronapandemie leerde ons hoe niet-vanzelfsprekend vanzelfsprekendheden kunnen zijn. Jongeren – over hen wil ik het vandaag met u hebben – kunnen daar over meepraten.
Ook zij kregen het flink voor de kiezen: thuisonderwijs, avondklok, geen sportwedstrijden, oma of opa die ziek wordt, thuis met z’n allen op elkaars lip…we hopen allemaal dat het zo snel mogelijk achter de rug is.
En alsof dat nog niet erg genoeg is, heb je nog andere, grote vraagstukken: klimaatverandering, polarisering, sociale onrust, internationale conflicten, dreigend water- en voedseltekort, cybercrime…
Naast burgemeester ben ik ook moeder… Ik weet niet hoe het met u zit, maar ik denk dat veel ouders zich weleens zorgen maken over de toekomst van hun kinderen. Of ze straks überhaupt in een eigen huis kunnen wonen. Welke impact krijgt klimaatverandering op hun leven? Het opgroeien in een wereld met steeds grotere tegenstellingen. En…hoe kijken jongeren zelf naar de toekomst? Zien zij überhaupt een toekomst?
Gelukkig is het zo dat jonge mensen ondanks alle sores ook – en ik reken mezelf daar ook toe – optimisten zijn. Ze zijn flexibel zijn van geest en hebben oog – hoe klein soms ook – voor de kansen die zich aandienen. Ze zitten goed in hun vel. Sterker nog; UNICEF onderzocht vorig jaar waar de gelukkigste kinderen wonen. U mag raden welk land op de eerste plaats eindigde… Inderdaad!
Nu vind ik het jammer dat vandaag, tijdens de opening van de Vredesweek, zo weinig jongeren in de Domkerk zitten, anders hadden wij het hén kunnen vragen.
Als burgemeester van deze historische, jeugdige stad ontmoet ik veel jonge mensen. Bijvoorbeeld laatst, toen twee groep 6-leerlingen mij een rondleiding gaven in hun basisschool ‘Op Dreef’ in de wijk Overvecht. Dan zie je gemotiveerde, lachende en trotse kinderen en daar word ik blij van.
Tegelijkertijd ben ik ook realistisch: er is een groep kinderen voor wie geluk helemaal niet vanzelfsprekend is. Omdat je in een oorlogssituatie zit, omdat je al heel jong aan het werk wordt gezet in een kledingfabriek of omdat basisbehoeften als eten, schoon drinkwater, school, medische zorg en een veilige omgeving ontbreken. Omdat je, zoals Amanda Gorman, de pech hebt op te groeien in een wijk waar je minder kansen krijgt dan leeftijdsgenoten in betere buurten, omdat je zwart bent en je ook nog eens een spraakgebrek hebt.
Amanda overwon haar spraakgebrek en hoe! Zij groeide – dankzij haar talent, wilskracht en positieve instelling – uit tot een rolmodel voor iedereen die – ik citeer – ‘door anderen het zwijgen wordt opgelegd’. Ik ga nu even hardop dromen, om aan te geven hoe hoog ik sterke vrouwen heb zitten. Alles wijst erop dat vicepresident Kamala Harris ooit echt dé eerste vrouwelijke president van de Verenigde Staten wordt.
Hoe mooi zou het zijn als Amanda Gorman één in een lange rij van Kamala’s opvolgsters wordt, want ook zij droomt van het Witte Huis. Mensen die zo sterk, moedig en inspirerend zijn, die gun je het allerbeste.
Je gunt iedere jongere het allerbeste. Misschien juist omdat het niet ieder kind is gegeven. ‘De jeugd heeft de toekomst’, luidt een oude tegeltjeswijsheid en ik zou daaraan willen toevoegen: “…én de jeugd máákt de toekomst.” Maar dan moeten wij hen wel een omgeving kunnen bieden die hen in staat stelt kansen te pakken en het beste uit zichzelf te halen. Niet alleen een loopbaan, een eigen huis (vorige week schreef het AD dat 900.000 twintigplussers nog bij hun ouders wonen…), maar ook gewoon: gezondheid en bergen geluk.
Dan heb ik het niet alleen over kinderen die heel ver weg opgroeien, maar ook kids in Utrecht die het – eufemistisch gezegd – niet cadeau krijgen. Kinderen die niet in een veilige omgeving opgroeien. Kinderen die in een buurt met verkeerde vrienden wonen en het risico lopen in de drugshandel-draaikolk gezogen te worden – u heeft het deze week denk ik allemaal weer meegekregen. Of kinderen die niet gewoon zichzelf kúnnen en mógen zijn. Kinderen met misschien karrenvrachten aan kwaliteiten, maar niet de kans krijgen die te laten zien. Jonge mensen die straks echt wat kunnen betekenen voor deze wereld, maar nu vooral een hoge berg voor zich zien, die ze niet in hun eentje kunnen beklimmen.
Die kinderen moeten weten dat ze er niet alleen voor staan. Als gemeente hebben we een arsenaal aan mogelijkheden om kinderen te helpen en verder op weg te helpen. Tijdens deze coronaperiode zijn er allerlei initiatieven en activiteiten om eenzaamheid te verminderen. Bij huisartsenposten werken praktijkondersteuners die klaarstaan voor kind en gezin. En met jongerendenktanks, Kinderwijkraden en een module Kinderrechten op scholen proberen we kinderen op jonge leeftijd al ‘op te leiden’ tot actieve en betrokken burgers.
Gelukkig hoeven we het niet alleen te doen. Er zijn heel veel mooie initiatieven van bevlogen Utrechters die hun jonge stadsgenoten een goede start willen geven, uitzicht op een mooie toekomst willen bieden – kortom kinderen laten méédoen. Een paar van die Utrechtse parels wil ik aan u voorstellen:
De eerste is Redouan el Yaakoubi. Volgens velen heeft Redouan de mooiste baan ter wereld: profvoetballer. De verdediger van Excelsior Rotterdam is in zijn vrije tijd actief voor zijn stichting ‘Durf te Dromen’. Redouan ontdekte al vroeg dat je met talent en keihard werken alléén geen profvoetballer wordt. Redouan ontwikkelde een ijzeren discipline en zei daarom nee tegen sigaretten en nachtenlang stappen met zijn vrienden. Alleen zó maakte hij zijn droom waar. Nu helpt hij in Overvecht kinderen hún dromen waar te maken – door bijeenkomsten te organiseren waarin hij kinderen weerbaar maakt.
Ze leren presenteren, leren keuzes te maken, leren voor zichzelf op te komen, leren óók ‘nee’ te zeggen, kortom ze worden klaargestoomd voor de toekomst. Redouans klassen zitten tjokvol en hij krijgt er naar eigen zeggen energie en voldoening van. Dan zeg ik dat je de állermooiste baan ter wereld hebt!
De tweede parel die ik wil noemen, is Laura van Nieuwenhuijze. Zij is voorzitter van COC Midden-Nederland en introduceerde tien jaar geleden weekendjes-weg voor LHBTIQIA+-jongeren die in het Jong & Out-netwerk zitten. De jongeren wilden samen leuke dingen doen, buiten in Utrecht, in een veilige omgeving. Laura vond in Oost-Nederland een mooi plekje waar één keer per jaar een reuzegezellig kamp wordt gehouden. Praten, feesten, lekker samen rond het kampvuur; het kán en mág allemaal. Volgens Laura komen ze helemaal als herboren weer thuis, met een hoop nieuwe vrienden in hun telefoon. En ouders zien zelfs de schoolprestaties erop vooruitgaan! Twaalfhonderd kinderen zijn zo al op kamp geweest en volgende week is er weer één. Het is zo’n groot succes, dat vanaf 2022 twee keer per jaar een kamp wordt georganiseerd.
Tot slot Jeppe den Uijl en Jennifer van den Broek. Zij zijn docent op de HAVO- en VMBO-school X11. Ze zorgen ervoor dat ze een leuke schooltijd hebben en straks met vlag en wimpel slagen.
En zij doen méér… Jennifer en Jeppe maken zich sterk om scholieren te laten meedenken óver en mee te werken áán het Utrecht van de toekomst.
In wat voor stad willen zijn wonen als zij straks dertigers zijn? Ze voerden gesprekken met Europarlementariër Samira Raphaëla over jongerenparticipatie, hielden een digitaal vragenuurtje met twee leden van de Provinciale Staten, deden in het stadhuis mee aan een jongerendebat, discussieerden met Utrechtse gemeenteraadsleden in de klas en volgden een lesprogramma over honderd jaar algemeen kiesrecht. En… vorig jaar moesten ze een profielschets maken van de nieuwe burgemeester van Utrecht. Ik hoop dat ik ook een beetje in hun profiel paste…
Jeppe en Jennifer zitten boordevol plannen: zij willen de Burgerschapslessen vullen met maatschappelijke vraagstukken die de jongeren ráken. Zij leren leerlingen deel te nemen en bij te dragen aan onze stad. Niet als ze straks dertigers zijn, nú al. Daar kan je inderdaad niet jong genoeg mee beginnen!
Vier Utrechters, drie initiatieven, één overeenkomst: wie je ook bent, waar je ook vandaan komt, hoe je er ook uitziet, je hóórt erbij. Op plekken waar iedereen gelijk is, iedereen mag meedoen, daar is vrede. Zie de anti-homodemonstraties, kijk naar de rellen in Amerikaanse steden en dan zie je wat er gebeurt als medemensen worden buitengesloten.
In mijn ogen is een inclusieve samenleving een absolute voorwaarde voor vrede. Zorgen voor meer diversiteit is een gedeelde verantwoordelijkheid. Niet alleen van een overheid, niet alleen van scholen, bedrijven, sportclubs en maatschappelijke organisaties zoals PAX: het is ónze verantwoordelijkheid. En als burgemeester zet ik me in voor onze inclusieve stad. We zijn er nog niet, maar met iedere dag een beetje beter blijven we op de goede weg.
Ik voel me daarbij gesteund door Sint-Maarten, de patroonheilige van onze stad. Hij sneed zijn mantel doormidden en deelde hem met een arme bedelaar. Op een ijskoude dag zei hij met dit hartverwarmende gebaar: ‘Jij hoort erbij’. Daarom is ook Sint-Maarten een licht; hij hóórt bij deze Stad van de Vrede, die we iedere dag een beetje inclusiever willen maken.
Ik voel me ook in de rug gesteund door mensen als Jeppe, Laura, Redouan, Jennifer, alle Utrechters die dag in dag uit – en met hart en ziel – hun kennis, ervaring en wijze lessen met jongeren delen.
Ik voel me gesteund door jonge, sterke vrouwen als Amanda Gorman en Zaïre Krieger. Poetry-powerhouses die tegen de stroom in durven te zwemmen en niet met wapens, maar woorden strijden. Jonge mensen die een licht durven zijn, inspiréren en ons laten zien dat de jeugd écht wel de toekomst heeft en die toekomst máákt.
Jonge mensen kunnen meer dan je denkt, alleen kunnen ze het niet altijd zelf. Op die momenten hebben ze een hand nodig, onze hulp om die hoge berg te beklimmen. Zodat we straks allemaal samen, vanaf die bergtop, van het mooie uitzicht – een mooie toekomst, zoals u wilt – kunnen genieten. En we laten niemand beneden achter, dat u het even weet!
Zaïre, jij schonk ons een prachtige vertaling van een gedicht die de wereld dit jaar op het puntje van de stoel zette. En jij zorgde vandaag ook, zeker weten, voor kippenvel.
Ik wil vandaag, bij de start van de Vredesweek, ook iets delen. Geen mantel zoals Sint-Maarten, geen gedicht zoals Amanda en Zaïre, maar een wens. Of liever: een uitdagende opdracht voor ons allemaal… Want we kunnen het vandaag enorm met elkaar eens zijn over hoe belangrijk diversiteit is – voor onze wereld én voor onze stad. Dat we zo trots zijn dat Utrecht zo’n open en inclusieve stad is, met al die verschillende mensen, met die vele nationaliteiten, met alle levensovertuigingen die op dat hele kleine stukje aarde mét elkaar samenleven.
En tegelijkertijd zie ik dat we vooral náást elkaar leven. Dat is niet hoe ik – en ik hoop u óók niet – de inclusieve samenleving zie. We blijven nog te vaak in onze wijk, in onze vertrouwde bubbel, onze eigen comfortzone. En daar blijven we dan ook graag plakken, want dat voelt zo goed.
Als ik naar Utrecht kijk, zie ik dat we verknocht zijn aan ons favoriete koffietentje in Oost en dat kinderen in Kanaleneiland vaak hun wijk niet uitkomen. Dat is nog té vaak de realiteit. Dat vind ik jammer, want als we op dit hele kleine stukje aarde elkaar niet durven op te zoeken, niet nieuwsgierig zijn naar elkaar, vinden we elkaar nooit en blijft die inclusieve samenleving ver weg.
Zo ingewikkeld hoeft het niet te zijn. Inclusiviteit is geen hogere wiskunde, geen hoge berg waar we tegenop moeten fietsen. Het kan in kleine, simpele stappen. Stappen die we samen moeten dúrven zetten. Ik weet zeker dat de uitbater van uw favoriete terras in Oost het u vergeeft als u één keer – liefst vaker – naar Zuilen of Overvecht fietst om daar een bakkie te doen. Ik zou u allemaal willen oproepen om eens wat vaker letterlijk en figuurlijk uw comfortzone uit te stappen – of fietsen. Ga eens kijken hoe Utrecht er drie kilometer verderop uitziet. Ga eens daar winkelen. Zoek elkaar op, vindt elkaar, ontdek elkaar, help elkaar, praat met elkaar, wees het eens met elkaar of volstrekt oneens, maar…bén er voor elkaar.
Ook met kleine stappen komt die inclusieve stad dichterbij. Dus daarom: wees ook een Amanda, Zaïre, Jeppe, Jennifer, Redouan, Laura of Maarten. Of gewoon helemaal uzelf. Durf het licht te zijn. Doe het voor elkaar. We zijn er allemaal dapper genoeg voor, zeker weten! Dank u wel.