Op de datum van 19 december, waar op 8 verschillende plaatsen wereldwijd excuses aangeboden moeten worden, komt van diverse kanten kritiek. Die datum zou zowel te vroeg als te laat zijn.

Zo vinden Surinaamse belangenorganisaties dat het logischer is om de excuses te maken op 1 juli 2023. Op die datum is het 160 jaar geleden dat de slavernij formeel afgeschaft werd en 150 jaar nadat de slavernij daadwerkelijk ten einde kwam. Ook begint op 1 juli het Herdenkingsjaar Slavernijverleden. Tegenover de Surinaamse krant De Ware Tijd noemt Armand Zunder, voorzitter van de Nationale Reparatie Commissie Suriname (NRCS) en voorvechter van spijtbetuiging door Nederland de excuses een eenzijdige actie. “Het risico is dat de nazaten van de inheemsen en tot slaaf gemaakten de excuses weer niet zullen accepteren”, zegt Zunder.

Te laat

Tegenover de kritiek dat de excuses te snel komen, klinkt ook het geluid dat de excuses te laat komen. Al in 2018 diende DENK-kamerlid Kuzu een motie in om excuses aan te bieden, maar voor die motie was geen meerderheid. In 2020 weigerde premier Rutte in een debat in de Tweede Kamer over institutioneel racisme om excuses voor het slavernijverleden te maken. Sindsdien boden onder andere de gemeentes Amsterdam, Utrecht, Den Haag en De Nederlandsche Bank wel excuses aan voor de rollen die zij speelden bij de slavernij.

Een meerderheid in de Tweede Kamer riep de regering in oktober ook op om excuses te maken. Daarmee konden excuses van de regering niet uitblijven, stelde Linda Nooitmeer van het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) afgelopen weekend bij de NOS.

Waar vanuit Suriname kritiek klinkt, komen er positievere geluiden vanaf Curaçao. Gilbert Bacilio, voorzitter van het Platform Slavernij en Erfenis van Slavernij zegt in het AD dat hij blij is dat er excuses komen. Hij is wel kritisch op het feit dat er al jarenlang gepleit wordt voor een commissie die zich buigt over de formulering van de excuses, waarin ook mensen uit het Caribische deel van het Koninkrijk en Suriname moeten zitten. Die commissie is er niet gekomen.

Bewustwording

Naast de excuses wil het kabinet ook 200 miljoen euro uittrekken om de bewustwording rond het slavernijverleden te vergroten. Volgens Nooitmeer moet er veel meer aan die bewustwording gewerkt worden. “Alles begint met het besef dat de slavernij systemisch was ingericht. Het was een systeem met het tot wasdom brengen van de Nederlandse economie als doel”, zei ze recent in Trouw. Het bedrag van 200 miljoen euro is volgens Nooitmeer een eerste start. Vanuit diverse hoeken klinkt ook de roep om in het onderwijs meer aandacht te besteden aan het slavernijverleden.

Barryl Biekman, voorzitter van het Landelijk Platform Slavernijverleden (LPS) noemt het bedrag van 200 miljoen euro in een opinie op afromagazine.nl ‘nattevingerwerk’ en pleit ervoor om alle nazaten van tot slaaf gemaakten 40.000 euro te geven “ter vereffening van de effecten van de stereotype racistische waandenkbeelden over de Afrikaanse mens die duurzame voorspoedontwikkeling voor eeuwen hebben beheerst en structurele marginalisering in de hand hebben gewerkt.” Volgens Biekman is het bedrag van 40.000 euro een voorschot en moet er meer geld volgen.

Ministers

Naast de excuses zelf oogst ook de verdeling van wie waar de excuses uitspreekt, kritiek. Zo is men in Suriname niet blij dat minister Weerwind van Rechtsbescherming de excuses komt maken. De stichting Eer en Herstelbetalingen Slachtoffers van slavernij in Suriname wil dat Koning Willem-Alexander naar Paramaribo komt om excuses te maken.

Hoewel de koning zich niet in achten kan delen, gaan er meer geluiden op dat hij een rol moet spelen bij het maken van de excuses. Rabin Baldewsingh, de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme, stelde begin november bij Radio1 al dat de excuses alleen echt zin hebben als Willem-Alexander ze aanbiedt. Het maakt volgens Baldewsingh een groot verschil omdat kabinetten komen en gaan en de koning als staatshoofd heel Nederland vertegenwoordigt.

( advertentie )

MBO Raad zoekt professionals voor cyberveiligheid!

MBO Digitaal is een platform van de MBO Raad waarbinnen alle mbo-instellingen samenwerken aan de digitalisering van het onderwijs. Informatieveiligheid is daarbij cruciaal. Voor het programma Cyberveiligheid mbo gaat een nieuw team van start. De MBO Raad zoekt enthousiaste en ondernemende teamleden:
  • 1. Beleidsadviseur privacy en cyberveiligheid.
  • 2. Communicatieadviseur cyberveiligheid.
  • 3. Projectassistent.

Bekijk de vacatures.

Logo_Personen

Redactie Nieuw Wij

Heeft u ook een nieuwstip? Of wilt u zelf publiceren? Laat het ons weten via de contactpagina.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.