Getoeter van de vele auto’s en taxi’s en het geluid van schreeuwende verkopers vult de straten. Op de achtergrond is de oproep tot gebed te horen. Op een druk kruispunt duwt een jonge man een houten handkar volgeladen met vers fruit behendig tussen auto’s door naar de oude stad in Hebron. Hij is op weg naar de souk en baant zich een weg tussen vrouwen met lange jurken en gekleurde hoofddoeken, tussen mannen in djellaba’s en spijkerbroeken en tussen kinderen die rondrennen met grote gekleurde rugzakken van Frozen op hun rug.

afbeelding 1+2
Links: straatbeeld in het centrum van Hebron. Rechts: de souk in Hebron. Beeld door: Sandra

Een groot deel van de toeterende auto’s probeert de weg te vervolgen richting het H1, het modernere deel van de stad dat onder bestuur staat van de Palestijnse Autoriteit. Daar zijn de gevolgen van de Israëlische bezetting vele malen minder voelbaar dan in H2, de oude stad waar zich naast de Palestijnse inwoners sinds eind jaren zestig ook Israëlische kolonisten hebben gevestigd.

Sinds 1967 is er sprake van een militaire bezetting van de Palestijnse gebieden door Israël. Sinds de militaire bezetting worden er Israëlische nederzettingen gebouwd op Palestijns grondgebied. De afgelopen decennia is het aantal nederzettingen drastisch toegenomen. Eind 2021 wonen er ruim 620.000 Israëlische kolonisten in de bezette Palestijnse gebieden. De nederzettingen zijn illegaal volgens internationaal recht.

Hebron, of Al Khalil zoals de stad door Palestijnen wordt genoemd, is met ruim 200.000 inwoners de op één na grootste stad in de Westelijke Jordaanoever. Hebron is de enige stad in de Westelijke Jordaanoever waar kolonisten zich hebben gevestigd in het centrum van de stad.

Hebron is sinds 1997 opgedeeld in twee delen: H1 en H2. In H1 wonen rond de 166.000 Palestijnen, en de Palestijnse Autoriteiten zijn verantwoordelijk voor zowel bestuur als veiligheid. In H2 zijn de Israëlische autoriteiten verantwoordelijk voor de veiligheid en ligt de verantwoordelijkheid voor het civiele bestuur bij de Palestijnse autoriteiten. De oude stad en de Ibrahimi moskee / Grot van de Patriarchen bevinden zich in H2. In de oude stad wonen ongeveer 40.000 Palestijnen en zo’n 700 Israëlische kolonisten, die beschermd worden door zo’n 2000 soldaten. Daarnaast wonen er ongeveer 8.000 kolonisten in nederzettingen buiten het oude centrum, ook zij ontvangen bescherming van het Israëlische leger.

In H2 zijn de gevolgen van de Israëlische militaire bezetting op elke straathoek zichtbaar. Er zijn 11 militaire uitkijktorens in de oude stad, waarmee de bewoners van de stad gemonitord worden. Daarnaast hangen er op vrijwel elke straathoek camera’s. Er is sprake van 21 permanente checkpoints, waarvan ongeveer de helft ’s nachts wordt afgesloten. Daarnaast zijn er verschillende vliegende checkpoints, die regelmatig van locatie veranderen. Tot slot is er sprake van zo’n 40 roadblocks. (UNOCHA en Btslem)

Wie niet rechtdoor naar de oude souk [smalle overdekte winkelstraatjes] gaat en niet rechts richting het moderne deel van stad, neemt de afslag naar links. Aan de linkerkant van dit kruispunt stuitten de inwoners na zo’n tweehonderd meter op grote betonnen blokken die voorkomen dat auto’s verder kunnen rijden. Op zo’n vijftig meter afstand van deze betonnen blokken bevindt zich een checkpoint: een hoog en groot metalen geraamte, waar je alleen doorheen komt door een ijzeren draaipoort te nemen, om vervolgens via een gang uit te komen bij een afgesloten balie bemand door soldaten die legitimatie en reden van het passeren controleren. Achter het checkpoint bevindt zich Shuhada straat, één van de straten in Hebron die toegang verschaft tot de in Hebron gevestigde nederzettingen en om die reden niet vrij toegankelijk is voor Palestijnen. De Palestijnen die op Shuhada straat wonen of in de daarachterliggende wijk Tel Rumeida passeren het checkpoint vrijwel dagelijks.

Checkpoints

In de drie maanden die ik door heb gebracht in Hebron heb ik verschillende Palestijnse bewoners van de stad ontmoet, heb ik geluisterd naar hun verhalen en voor een korte periode ervaren hoe het is om te leven in een stad waarin sprake is van militaire bezetting. Eén van de mensen met wie ik veelvuldig heb gesproken is Badee Dweik. Badee woont al vrijwel zijn hele leven in Tel Rumeida en is één van de oprichters van Human Rights Defenders een lokale mensenrechtenorganisatie.

Over de checkpoints vertelt de 49-jarige Badee: ‘Living in Tel Rumeida feels like living in a prison, due to the military checkpoints set up by Israel. It is not possible to enter the area without completing your daily search, even if you crossed through the barrier 5 minutes ago.’ Hij legt uit dat alle namen van de bewoners van de wijk, die van vrijwel alle kanten is afgesloten door checkpoints, geregistreerd staan bij het Israëlische leger. Voor Palestijnen die niet geregistreerd staan als bewoners van de wijk is het lastiger om het checkpoint te passeren.

Maar, ook de geregistreerde bewoners van Tel Rumeida ondervinden volgens Badee regelmatig problemen: ‘In my daily life, Israel practices daily torture against us as residents, passing through the military checkpoint known to the Palestinians as Al-Shuhada Street (checkpoint 56) there is no freedom of movement. Having a registered name as a resident, is not always enough. From time to time it happens that I am being denied access to cross the checkpoint and therefore to enter my neighborhood and house. The occupations soldiers have told me that I have no registered name and I have to go back. Eventhough my name is registrered and the military orders do not restrict the movement of residents of Tel Rumeida, we are subjected to the soldiers mood as well.’

Afbeelding 3
Checkpoint 56 die de toegang tot Al-Shuhada street afsluit Beeld door: Sandra

Naast het weigeren van toegang ondervindt Badee ook regelmatig andere problemen bij het passeren van het checkpoint: ‘I have been detained at the checkpoint many times, sometimes I have been questioned for a long time. At other times, the occupation soldiers forced me to strip my clothes under the pretext of searching and I was not allowed to cross unless I stripped down.’

Badee legt uit dat hij niet de enige is die deze problemen ervaart. Hij spreekt hij dagelijks met Palestijnen in Hebron die lijden onder de gevolgen van de militaire bezetting. Er zijn talloze voorbeelden van problemen bij het passeren van de checkpoints. Dat is echter niet het enige probleem waar de Palestijnse bewoners mee te maken hebben. De intimidatie en het geweld van kolonisten richting Palestijnen beschrijft hij als onvoorspelbaar, gevaarlijk en wetteloos. ‘There are many incidents and cases of violence from settlers towards Palestinians. Those attacks often happen in the presence of Israeli soldiers. But the IDFs (Israeli Defence Force) job is to protect the settlers, not to intervene when Palestinians are being attacked.’

Afbeelding 4
Badee gearresteerd bij vreedzame demonstratie Beeld door: Human Right Defenders

B’tselem, een Israëlische mensenrechtenorganisatie, rapporteerde sinds 2020 688 incidenten van geweld door kolonisten. In 2022 (januari 2022 tot juni 2022)vonden 184 incidenten plaats, het werkelijke aantal ligt waarschijnlijk vele malen hoger.

De 26-jarige Ghassan Jabari, laat de schade zien die aan is aangericht door een groep van vijftig Israëlische kolonisten op een vrijdagavond eind mei 2022. Ghassan woont in een buurt vlakbij Kiryat Arba, een nederzetting net buiten het centrum van Hebron waar zo’n 7.500 Israëlische kolonisten wonen. Elke vrijdag en zaterdag net voor zonsondergang [het begin en het einde van de voor Joden heilige Sabbat] wandelen grote aantallen kolonisten door de wijk waarin Ghassan woont om zich richting Grot van de Patriarchen te begeven. De Palestijnse inwoners van de bewuste wijken geven aan dat dit vaak gepaard gaat met incidenten en geweld. Ghassan vertelt hoe hij de avond ervoor, op straat stond toen hij een groep van zo’n vijftig Israëlische mannen zag naderen. Sommige van hen droegen een wapen, aldus Ghassan. Hij voelde de spanning oplopen en zag hoe een aantal mannen van de groep met grote stenen schade aanbrachten aan geparkeerde auto’s in de straat. Ghassan laat auto’s zien waarvan de ramen zijn ingeslagen. De stenen liggen nog op de achterbank van de auto’s, op straat zijn kogelhulzen te vinden.

Ghassan pakt zijn telefoon erbij, hij heeft het voorval gefilmd. Er worden beelden getoond van stenen die gegooid worden door mannen gekleed in een zwarte broek, een wit overhemd en een keppeltje op hun hoofd. Op een ander filmpje is te zien hoe meerdere mannen gewapend zijn met een wapen dat lijkt op een AK-47. Schokkerige beelden tonen meerdere Israëlische soldaten die schoten lossen, met achter hen een kolonist die zijn wapen laadt en eveneens lijkt te richten. De beelden zijn schokkend, de schade in de buurt lijkt groot. Een snelle blik leert dat minstens 15 auto’s zwaar zijn beschadigd. Ghassan geeft aan dat de schrik bij hem en zijn familieleden er goed in zit: ‘If we cannot feel safe in our own neighborhood anymore, then where do we go? I want you to know that I have no problems with anyone. I don’t care if someone is Jew, Christian, Muslim or Atheist. I know we have to share this country. We are tired, we want peace.’

Afbeelding 5
Beschadigde Palestijnse auto Beeld door: Sandra

Ghassan is geen uitzondering; steeds meer Palestijnen gebruiken hun telefoon om incidenten vast te leggen. Het documenteren van mensenrechtenschendingen door de personen die hieronder lijden, wordt toegejuicht door verschillende mensenrechtenorganisaties. B’tselem stimuleert dit door camera’s te geven aan Palestijnen die kans lopen om slachtoffer te worden van intimidatie en geweld. Ook Badee van Human Rights Defenders benadrukt dat het telefoons en camera’s de beste wapens zijn van de Palestijnen. Human Rights Defenders traint inwoners van Hebron in het documenteren van incidenten.

De BBC maakte een indrukwekkende documentaire over de Palestijnse inzet van camera’s: ‘Hebron exposed: a weapon of life’. In deze documentaire is Imad, een collega van Badee te zien, die medebewoners traint in het gebruiken van de camera als wapen tegen mensenrechtenschendingen. Te zien is hoe arrestaties en schietpartijen gefilmd worden door lokale Palestijnen. Bij één van de incidenten is met camera vastgelegd hoe het erop lijkt dat een Israëlische soldaat een mes neerlegt naast een Palestijnse man die zojuist door een kolonist is neergeschoten, om een motief voor de moord te creëren.‘Hebron exposed: a weapon of life’ is te vinden op YouTube.

Abraham, de aartsvader van de drie monotheïstische religies, zijn vrouw Sarah en hun kinderen  liggen begraven in Hebron. De graftombes bevinden zich in de Ibrahimi moskee / Grot van de Patriarchen. Een plek die voor zowel moslims als joden heilig is. De toegang voor tot gebed in de Ibrahimi moskee / Grot van de Patriarchen is al eeuwen onderwerp van conflict. Het is Joden eeuwen lang verboden het heiligdom te betreden. Na de Zesdaagse Oorlog van 1967 kwam het gebied onder bezetting van Israël en werd het 14 eeuwen oude verbod op de toegang tot het heiligdom opgeheven. In de jaren daarna volgden er meerdere aanslagen op Joodse bezoekers van het heiligdom.

In februari 1994 openende de Joods-Amerikaanse kolonist Baruch Goldstein, het vuur op biddende moslims in de moskee, waarbij 29 doden vielen en 125 gewonden. Nadien werd er een muur in het heiligdom geplaatst, waarmee het is opgesplitst in een Joods deel en een Islamitisch deel.

Palestijnen die de Ibrahimi moskee willen betreden dienen twee checkpoints te passeren alvorens toegang tot de moskee mogelijk is.

Door het traangas naar school

In de oude stad  bevinden zich twaalf Palestijnse scholen. De kinderen die hier les volgen moeten vrijwel allemaal dagelijks door minimaal één van de checkpoints heen om school te kunnen bereiken.

Eén van de scholen bevindt zich tussen twee checkpoints die beide op zo’n 150 meter afstand van de school liggen. Bij deze checkpoint zijn geregeld aanvaringen tussen Israëlische soldaten en Palestijnse jongeren uit de buurt. Het traangas dat bij de aanvaringen ingezet wordt door het Israëlische leger, bereikt regelmatig het schoolplein. Als er op een maandagmorgen rond half acht een groep jongeren zich verzamelt tegenover het checkpoint in de buurt van de school, loopt de spanning voelbaar op. Kinderen passeren het checkpoint en lijken wat gehaast richting school te lopen. De groep verzamelde jongeren scandeert leuzen naar de soldaten die het checkpoint bemannen en benaderen het checkpoint steeds verder. Een minuut later komen er vijf soldaten uit het checkpoint, de groep jongeren rent weg terwijl een drietal meisjes van tussen de 4 en 8 jaar elkaars hand vasthouden als ze de soldaten passeren om het checkpoint in te gaan. Een paar seconden later worden er 4 traangasgranaten afgevuurd door de soldaten in de richting van de inmiddels weggerende groep jongeren. Het traangas verspreidt zich over de straten en het schoolplein. De schoolgaande meisjes hebben het traangas niet kunnen ontwijken. Ze doen snel een sjaal voor hun mond en versnellen hun pas, terwijl de tranen zichtbaar over hun wangen rollen.

Afbeelding9
Soldaten die traangas afvuren op Palestijnse jongeren Beeld door: Veronica Raffaelli

Een van de meisjes die meerdere malen per week te maken heeft met traangas op het schoolplein en op andere plekken is Muna (fictieve naam). Ze is 14 jaar, geboren en getogen in Hebron. Onderweg van huis naar school moet Muna drie checkpoints passeren, daarnaast zijn er regelmatig flying checkpoints, die tijdelijk worden opgezet. Terwijl Muna naar huis loopt, komen de herinneringen naar boven. Bij één van de checkpoints werd een veertienjarige jongen voor haar ogen neergeschoten. Ze weet niet waarom, zegt ze met een trillende stem. Ze geeft aan dat ze tot enkele weken geleden in shock was. Ze kon zich slecht concentreren op school en was angstig bij het passeren van Israëlische militairen en controleposten. Ze kreeg van de school mentale hulp aangeboden, sindsdien gaat het beter. Muna vertelt soms bang te zijn om naar school toe te gaan, een halfjaar geleden heeft ze een incident meegemaakt waarvan ze erg is geschrokken. Ze wijst aan waar ze liep toen een groep kolonisten haar op weg naar school omsingelden en filmden. Volgens Muna waren er Israëlische soldaten in de buurt die het zagen gebeuren maar niet ingrepen. Uiteindelijk wist ze de school te bereiken, maar de weken daarna bleef ze angstig. Als we aankomen bij haar huis word ik door de moeder van Muna uitgenodigd om thee te komen drinken. Muna woont hier met haar ouders en twee broertjes. Het vrijstaande huis heeft een stalen deur en tralies voor de ramen, is traditioneel ingericht en kijkt uit op Kiryat Arba, de grootste nederzetting van Hebron.

Muna schudt haar hoofd en loopt naar de keuken als haar moeder Nesrin een filmpje laat zien van soldaten die bij hen in de tuin urineren. Als Muna terugkomt uit de keuken met hapjes en verse thee vertelt ze dat ze zo min mogelijk het huis uit gaat. Ze wil confrontaties zoveel mogelijk uit de weg gaan en geeft toe soms bang te zijn. Ze gaat enkel de deur uit om naar school te gaan. Ze spreekt zelden af met leeftijdsgenootjes. Nesrin vertelt dat het haar verdriet doet dat haar kinderen zich beperkt voelen, maar zegt ook onder geen beding te willen verhuizen: ‘This is our house, the house of our family, this is Palestine. We are like fishes in the water, if we leave, we die.’

Als Muna gevraagd wordt naar haar dromen voor de toekomst begint ze te stralen en vertelt ze dat ze tandarts wil worden: haar ouders hebben allebei een slecht gebit, maar geen geld om naar de tandarts te gaan. Muna kijkt haar moeder aan en belooft hard te zullen studeren zodat ze tandarts kan worden en haar ouders gratis kan behandelen.

Winkelier in de oude stad

In een samenhangsel van Arabisch, Hebreeuws en Engels gaat Bader Tamimi het gesprek aan met de twee Israëlische soldaten die hem verzoeken zijn winkel te sluiten. Het is zaterdagmiddag twee uur. Eén militair voertuig en ongeveer 20 soldaten blokkeren de toegang tot de souk. Sommige mensen proberen tevergeefs of het mogelijk is te passeren. Bader gebaart naar de overkant van de straat, naar Beit Romano, een nederzetting die dienst doet als een Yeshiva, een Joodse Tora school. In Beit Romano studeren zo’n driehonderd Joodse studenten, tevens doet de nederzetting dienst als een militaire basis.

Ondertussen neemt het aantal mensen dat tegengehouden wordt door de opgeworpen wegverspreiding toe. Sommigen kiezen ervoor een omweg te nemen. Anderen gaan in gesprek met de soldaten, één van de soldaten licht toe dat er een steen gegooid zou zijn door een Palestijnse jongen vanuit een winkel tegenover Beit Romana. Het leger heeft de opdracht de winkels te doorzoeken om zo de jongen te kunnen arresteren. Als de jongen na de zoektocht niet gevonden is, wordt de winkeliers gevraagd hun winkel te sluiten. Bader en de andere zes winkeleigenaren stemmen hier niet zomaar mee in, ze vragen of er sprake is van een officieel militair bevel. Dat lijkt te ontbreken. Het wordt een patstelling die drie uur duurt: de winkels blijven open, maar er zijn geen klanten omdat de toegang tot de souk wordt afgesloten.

Afbeelding 11+12+13
Linksboven: kapot gegooid verkoopwaar. Rechtsboven: Bader Tamini voor zijn winkel. Onder: Israëlische soldaten sommeren tot winkelsluiting. Beeld door: Sandra

Na drie uur wordt de afzetting opgeheven, de soldaten openen de poort van Beit Romano en keren terug naar hun militaire basis. Een minuut later lijkt het alsof er niets is gebeurd, de souk stroomt vol met winkelend publiek en Bader haalt opgelucht adem. ‘Vanuit mijn winkel is niks gegooid en ik heb ook niets zien gebeuren vanuit één van de andere winkels. Dit gebeurt wel vaker in januari van dit jaar werden er ook veel winkels zonder aanleiding gedwongen om te sluiten. Ik weet dat we kunnen vragen om een militair bevel, dus dat doe ik. Als dat er is dan moet ik die wel opvolgen, maar zonder bevel weiger ik te sluiten.  Bader is geboren en getogen in Hebron. Hij vertelt hoe hij als kind naar les kreeg op de Osama bin al Munqiz school, in het gebouw recht tegenover zijn winkel. Deze bewuste school is tegenwoordig de nederzetting Beit Romano. Terwijl hij naar Beit Romano wijst legt hij uit dat Al-Shuhada street zich aan de achterkant van deze nederzetting bevindt. Totdat de straat werd gesloten voor Palestijnen had Bader een goedlopende kledingwinkel op de voormalige bloeiende Palestijnse winkelstraat.

Al-Shuhada street was tot 1994 de belangrijkste winkelstraat in Hebron. Na het bloedbad in de Ibrahimi moskee van 25 februari 1994, waarbij 29 moslims werden gedood en nog eens 150 gewond raakte door een vuurgeweld van de kolonist Baruch Goldstein, werd de toegang voor Palestijnen tot Al Shuhada street beperkt. 520 winkels werden gedwongen gesloten.  Tijdens de tweede intifada (2000-2005) werd de toegang voor Palestijnen tot Al-Shuhada street verder beperkt door het plaatsen van verschillende checkpoints. Het centrale busstation dat zich hier bevond werd in gebruik genomen als militaire basis en er werden nog eens 304 winkels gedwongen gesloten.

Bader wordt emotioneel en probeert toe te lichten hoe het leven is veranderd de afgelopen decennia. Hij is weinig hoopvol voor de toekomst: ‘Bijna elke zaterdag vindt er hier de settler tour plaats, waarbij kolonisten in een grote groep door de souk wandelen, uiteraard worden ze beschermd door het leger. Het is intimiderend en het komt regelmatig voor dat er geweld wordt gebruikt. Mijn spullen zijn twee weken geleden nog vernield. We kunnen niks doen om ons hier tegen te beschermen. H2 is in Israëlische handen, de Palestijnse politie mag hier niet komen. Ik denk dat het een tactiek is, veel druk uitoefenen, pesten, het ons moeilijk maken met als doel dat we opgeven en vertrekken. Maar we zijn sterk, we kiezen voor sumud.’

‘Sumud’ is een veel gebruikte term in het Palestijns Arabisch, die staat voor standvastigheid. De term wordt gebruikt bij het vreedzame verzet tegen de Israëlische militaire bezetting. Door standvastig te blijven, de Palestijnse huizen en winkels niet te verlaten, wordt verzet geboden.

De Wereldweek voor Vrede in Israël/Palestina is van 15 t/m 22 september 2022 met als motto Geloof, hoop en liefde in actie: naar gerechtigheid in Israël/Palestina. De Wereldraad van Kerken roept geloofsgemeenschappen en personen over de hele wereld op om die week vreedzame acties te voeren en op te roepen tot beëindiging van de bezetting. Lees meer over het programma EAPPI, in Nederland mogelijk gemaakt vanuit PAX voor Vrede.

Lees ook

IMG-8636

De Jordaan Vallei: de bezetting krijgt Palestijnen niet klein

Deelnemer EAPPI doet verslag vanuit de bezette Westelijke Jordaanoever

image_6483441

Sandra (deelnemer EAPPI)

Sandra is deelnemer aan het Ecumenical Accompaniment Program in Palestina and Israel (EAPPI) van de Wereldraad van Kerken. Haar achternaam …
Profiel-pagina
Al 4 reacties — praat mee.