“Kunst is een manier om mensen te laten zien hoe de wereld eruit zou kunnen zien als we op een andere manier met de natuur om zouden gaan,” betoogt Julia. Dat kan aan de hand van schilderijen en beelden, maar ook met andere vormen van kunst zoals films en performances. Julia studeerde af op de vraag: welke rol kan kunst spelen bij het verbeelden van een andere verhouding tussen mens en natuur?
Ze groeide op met ouders die ‘een beetje geitenwollen sokken’ waren. Haar ouders deden altijd boodschappen bij een biologische winkel. “Verder spraken we niet met zoveel woorden over duurzaamheid, maar in ons gezin werd er wel nagedacht over de wereld waarin we leven en hoe we daarmee omgaan.”
Duurzaamheid ging een grotere rol spelen tijdens Julia’s bachelor. In het derde jaar van haar studie Media, Kunst, Design en Architectuur aan de Vrije Universiteit van Amsterdam ging Julia op uitwisseling naar Istanbul. “Hier volgde ik het vak milieu-ethiek. We leerden over allerlei verschillende overtuigingen van milieufilosofen in de context van klimaatverandering. Welke verplichtingen hebben we als mens en hoe stellen we ons moreel op naar anderen? Afhankelijk van de positie die de mens heeft in de piramide van het leven, kun je daar verschillende antwoorden op geven. Veel filosofen gaan uit van het non-antropocentrisme: een overtuiging waarbij de mens niet centraal wordt gezet, maar waarin dieren, planten en mensen op een meer evenwichtig en gelijkwaardig niveau zouden moeten staan. Deze denkers pleiten er ook voor dat andere dieren en planten niet alleen als gebruiksvoorwerp worden gezien. Net als mensen hebben dieren en planten ook het recht om te bestaan. Als dat idee het uitgangspunt zou zijn, zouden we op een hele andere manier met de wereld omgaan.”

Julia besloot verder te gaan op dit onderwerp en volgde de onderzoeksmaster Critical Studies in Art and Culture aan de VU. Nadat ze was afgestudeerd was het lastig om passend werk te vinden. “Ik wist precies waar ik in geïnteresseerd was: ik wilde in mijn werk bijdragen aan bewustwording van de situatie waarin we zitten wat betreft het klimaat. Maar ik vond het moeilijk om te bedenken welke baan daarbij hoorde.”
Op dat moment kwam het klimaat-ambassadeurschap op haar pad, samen met zeven anderen werd ze voor een jaar Klimaatambassadeur van de Toekomst vanuit het Ministerie van Economische Zaken. In dat kader maakte Julia een online tour door het Rijksmuseum over kunst en klimaat, gericht op middelbare scholieren. “Ze liepen langs verschillende kunstwerken om te zien hoe mensen de natuur hebben afgebeeld. Denk aan landschappen in schilderijen, maar ook aan vliegtuigen. In het museum staat een van de eerste vliegtuigen die werd ontworpen tijdens de Eerste Wereldoorlog. In die tijd was het een voorbeeld van innovatie en vooruitgang, maar nu kijken we met hele andere ogen naar vliegen.” Via dit project kwam Julia in contact met conservator Jan de Hond, de bedenker van de tentoonstelling Onderkruipsels waaraan ze nu meewerkt.

Deze tentoonstelling laat zien hoe mensen door de tijd heen naar kruipende en glibberende beesten hebben gekeken. Zo stonden insecten vroeger vaak symbool voor de duivel en het kwaad, maar vooral na de uitvinding van de microscoop in 1595 is men de beestjes echt gaan bestuderen. “Mensen blijven ze griezelig vinden,” legt Julia uit, “maar er ontstaat ook verwondering over hoe ingenieus de beesten in elkaar zitten. Dan zien ze juist dat de grootsheid van de schepping in het allerkleinste zit.” Julia geeft als voorbeeld een tekening van Albrecht Dürer uit 1505: Vliegend hert. Dit is het eerste kunstwerk waar een onderkruipsel zelf het onderwerp is van een kunstwerk. De tekening is zo’n 10 bij 15 centimeter, maar volgens Julia spat de fascinatie van Dürer voor het beestje van het kunstwerk af.
De tentoonstelling is er echter niet om mensen te vertellen hoe ze met de aarde om zouden moeten gaan. “Wat we willen laten zien, is hoe de waardering en fascinatie voor dieren door de tijd heen is veranderd. In de tentoonstelling worden mensen geprikkeld om na te denken over hun verhouding met andere dieren, en zo zichzelf meer als onderdeel van het geheel te zien.” Dat levert volgens Julia een perspectiefwisseling op, een belangrijke stap die nog voorafgaat aan het oplossen of omgaan met klimaatverandering. “De afname van biodiversiteit is het resultaat van onze omgang met de aarde. Nadenken over onze rol als mens daarin ligt op een nog essentiëler niveau dan de gevolgen van klimaatverandering.”
Wat maakt juist kunst zo geschikt om mensen hiervan bewust te maken? “Kunst kan mensen heel anders raken dan bijvoorbeeld grafieken,” legt Julia uit. “Ook al staan alle lijnen in het rood, het wekt geen empathie op. Kunst, bijvoorbeeld in de vorm van aangrijpende beelden, biedt mensen een andere manier van kijken, wat doorspeelt in hun eigen omgeving. Als het gaat om insecten kun je kun je enorm gefascineerd raken door hun ingenieuze uiterlijk en hoe ze in elkaar zitten, waardoor je het niet langer ziet als ongedierte.” Kunst kan er dus voor zorgen dat je voor deze levende wezens een andere of nieuwe waardering krijgt. “Dat gaat veel dieper dan een grafiek over de opwarming van de aarde.”
Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd op 21 september 2022 en opnieuw geplaatst in het kader van de Nieuw Wij Winterherhalingen. De tentoonstelling Onderkruipsels is tot en met zondag 15 januari 2023 te zien in het Rijksmuseum van Amsterdam. Ook kun je de tentoonstelling De Neushoorn Clara bekijken, die het verhaal vertelt van een neushoorn die vanuit India naar Amsterdam-Noord werd meegenomen door een VOC-kapitein, en door heel Europa tegen betaling werd getoond.
De artikelenserie Inclusieve duurzaamheid wordt mede mogelijk gemaakt door
