Het is stil in de lange gang waar verschillende kamerdeuren op uit komen. Het is aan mij om te bepalen bij welke deur ik aanklop. Ik kies voor de deur die weelderig is versierd met bloemen. Op mijn kloppen hoor ik wat geschuif en gemurmel. Ik blijf wachten en hoor dat het slot wordt opengedraaid. Een jonge man van top tot teen versierd met tatoeages en gehuld in slechts een onderbroek staart mij nieuwsgierig aan. ‘Wie bent u?’, vraagt hij in gebrekkig Nederlands. Ik vertel hem dat ik geestelijk verzorger ben, en het leuk zou vinden om een gesprek met hem te voeren. Wel maak ik hem duidelijk dat hij daarvoor eerst een broek aan moet trekken.

Hij vraagt beleefd of ik even wil wachten op de gang. Zijn deur laat hij op een kiertje open staan. Als de deur wijd openzwaait draagt hij een zwarte joggingbroek en een hagelwit t-shirt hij zegt dat dit zijn enige broek is. In de kleine kamer zie ik een wasrek staan met wat kleding. Op het eenpersoonsbed ligt een hoopje verfrommeld beddengoed.

De kamer is ordelijk en schoon. Ik strijk neer op het voeteneinde van het bed en probeer niet op de vlek in het onderlaken te letten. Hij loopt weg om voor mij koffie en een stoel te halen. Ik heb de tijd om rustig om mij heen te kijken en zie een stapel plastic dozen keurig gevuld met huisraad. Alles ziet er nieuw en verzorgd uit. Om de tafel is een doek vastgezet met punaises wat zich daarachter bevindt kan ik niet zien en ik durf niet op te staan om te kijken. Ik blijf stil zitten in de restanten van een leven dat ik niet ken.

Zou deze man wel begrepen hebben wie ik ben vraag ik mij plotseling af. Ik check snel mijn kleding en constateer dat ik met mijn kleding geen verkeerde indruk wek. Mijn blonde haar heb ik opgestoken. Tot mijn schrik realiseer ik mij dat ik geen telefoon heb meegenomen waar een alarmknop op zit. Ik moet dit keer op mijn intuïtie vertrouwen en hopen dat God ook even met mij meekijkt.

Na enige tijd komt hij terug met twee groene plastic stoelen en drie bekertjes. Naast de cappuccino heeft hij ook chocolademelk voor mij gehaald. “Ik ben zo blij dat u bij mij op bezoek komt, er komt hier bijna nooit iemand”, zegt hij.

Ik moet heel goed luisteren om hem te kunnen begrijpen, hij vertelt mij dat hij gay is en dat hij al drie jaar op deze kamer woont. Ik haal opgelucht adem en er volgt een mooi gesprek.

Zwanine Siedenburg over haar berichten uit de parallelle wereld
Elke keer kost het weer doorzettingsvermogen om mijn eigen veilige wereld te verlaten en af te stappen op de mensen die niet om mijn hulp gevraagd hebben. Met enige schroom klop ik op deuren waarvan ik niet weet wat zich daarachter bevindt. Elke keer ontroert het mij om de blijdschap, de wijsheid en de berusting te zien bij de mensen die in kleine kamertjes wonen en afhankelijk zijn van drugs en hun begeleiders. Ik praat met ze zoals je maar zelden met mensen kan praten. Ik zweef mee op hun wanen, ik corrigeer als het mij te ver gaat en ik loop weg als ik geen contact kan maken. Maar elke keer zit ik neuriënd op mijn fiets naar huis omdat ik het zo goed met ze heb gehad.

Bron: www.youtube.com
970013F7-6702-4A63-B36E-7C497A22EB81

Zwanine Siedenburg

Zwanine Siedenburg is werkzaam als pastor bij Stichting Drugspastoraat Amsterdam. Zij begeeft zich met grote regelmaat in twee werelden; …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.