Hoe zetten jullie je voor lhbti+ emancipatie in?
Bowien Wegman (24), bestuurslid COC Kennemerland, Noord-Holland: Als algemeen bestuurslid bij COC Kennemerland werk ik veel met jongeren. Ik probeer voor hen een veilige omgeving te creëren zodat ze zichzelf in alle rust kunnen ontdekken. Naast mijn werkzaamheden voor COC ben ik politiek actief in de gemeente Haarlem. Ik ben me er zeer van bewust dat mensen op basis van hun seksualiteit nare dingen meemaken, dus ik wil me graag inzetten om dit in positieve zin te veranderen. En al vind ik mijn eigen seksualiteit geen boeiend kenmerk, ik spreek me er toch over uit in de hoop dat iemand anders zich in mij herkent. Representatie is belangrijk.
Iefke Grotenhuis (25), oprichter Safespace Alkmaar, Noord-Holland: Ik ben de voorzitter en oprichter van Safespace Alkmaar; een stichting die evenementen en activiteiten voor lhbti+ jongeren in Alkmaar en omstreken organiseert. Safespace Alkmaar run ik samen met vijf anderen die zelf ook queer zijn en – net als ik – vonden dat er te weinig te doen was voor onze community. Ik weet uit eigen ervaring dat queer jongeren zich vaak buitengesloten voelen in het reguliere nachtleven of zich daar niet veilig voelen. Daarom organiseren we voor queer jongeren activiteiten: van een bingo en karaoke tot een pubquiz of clubnacht. Het leuke is dat er zo steeds meer lokale ondernemers met een grote groep lhbti+ jongeren in contact komen. Onze hoop is dat deze ondernemers hierdoor vanzelf de potentie van onze groep zullen inzien en er op den duur meer rekening wordt gehouden met de lhbti+ gemeenschap.
Debbie Helaha (55), voorzitter COC Leiden, Zuid-Holland: Sinds 2018 ben ik voorzitter van COC Leiden. Van oorsprong kom ik uit de HR en heb ik jarenlang bij en voor de gemeente Leiden gewerkt. Hierdoor heb ik een netwerk opgebouwd dat ik nu in kan zetten voor COC Leiden, dat ongeveer 250 leden en tientallen vrijwilligers telt. We zorgen er samen voor dat er ontmoetingsactiviteiten plaatsvinden voor lhbti+ personen in Leiden en omstreken. Daarnaast proberen we de gemeente en andere instanties te adviseren als het aankomt op lhbti+ beleid. Persoonlijk zet ik me ook in voor lhbti+ emancipatie door open te blijven staan voor gesprekken met anderen over lhbti+ rechten en discriminatie. En door zichtbaar te zijn als lesbische vrouw van kleur hoop ik ook iets bij te dragen wat betreft representatie.
Mieke Gaxiola-Peters (53), raadsadviseur gemeente Schiedam, Zuid-Holland: In eerste instantie ben ik me vanuit mijn achtergrond bij stichting Amnesty International Nederland gaan inzetten voor mensenrechten. Nog steeds geef ik namens hen gastlessen over lhbti+ rechten. Maar het gaat me ook persoonlijk aan. Ik ben een hetero vrouw en moeder in een regenbooggezin. Twee van mijn kinderen behoren tot de lhbti+ gemeenschap. Dat geeft een sterke motivatie om bij te dragen aan de emancipatie van deze gemeenschap. Als raadsadviseur bij de gemeente Schiedam probeer ik ook ook nog mijn steentje bij te dragen.
Wat zijn jullie eigen ervaringen zijn als het gaat om jezelf kunnen zijn in jullie provincie?
Bowien: Gelukkig heb ik nooit iets naars meegemaakt in Haarlem omwille van mijn biseksualiteit. Ik word echter wel regelmatig geconfronteerd met mensen die niet begrijpen waarom er aparte dingen georganiseerd moeten worden voor de lhbti+ gemeenschap. Zij zien en ervaren de discriminatie die lhbti+ personen meemaken niet en denken dat het allemaal al goed geregeld is.
Iefke: Helaas ben ik in Alkmaar best vaak lastig gevallen omdat ik lesbisch ben. Als ik bijvoorbeeld hand in hand met mijn vriendin over straat liep. Mannen roepen dan nare dingen of beweren dat wij nog nooit een ‘echte man’ hebben gehad en daarom in een lesbische relatie zitten. Wat ik ook apart vind, is dat tijdens Alkmaar Pride alles lijkt te kunnen, en dat ik een dag later als ik met mijn vriendin hand in hand loop toch gekke blikken krijg. Bij ons wordt homoseksualiteit dus gedoogd. Mensen vinden het prima, maar ze willen het liever niet zien.
Debbie: Ik ben in Amsterdam geboren maar in Leiden opgegroeid. Toen ik eenmaal uit de kast was, ging ik naar het COC om gelijkgestemden te vinden. Zelf heb ik nooit het gevoel gehad dat ik niet mezelf mocht zijn, en ik had zelf ook geen moeite met mijn homoseksualiteit. Wel zie ik om me heen dat iedereen zichzelf mag zijn, maar als iemand zich niet gedraagt of er niet uitziet als wat er binnen de heersende norm wordt verwacht, al snel commentaar volgt.
Mieke: Ik ben dus zelf een hetero vrouw, maar door mijn kinderen en mijn werk ben ik goed op de hoogte van het lhbti+ klimaat in Zuid-Holland. Toen mijn zoon uit de kast kwam als trans werd daar vanuit de directe omgeving fantastisch op gereageerd. Daar ben ik als moeder natuurlijk erg blij mee. Tegelijkertijd begrijpt nog niet iedereen precies hoe je met kinderen uit de lhbti+ gemeenschap moet omgaan en is het klimaat op scholen nog niet altijd veilig. Er is dus nog altijd werk aan de winkel.
Wat zijn de specifieke uitdagingen voor de lhbti+ gemeenschap in Noord-Holland?
Bowien: Momenteel zijn er in Kennemerland amper ontmoetingsplekken voor lhbti+ personen. Natuurlijk ben je zo in Gay Capital Amsterdam, maar onderschat niet: voor tieners is die stap toch heel groot. Bovendien kom je in het Amsterdamse ruige nachtleven ook snel in contact met drugs en andere gevaren, waar lhbti+ tieners en jongeren vaak nog niet tegen opgewassen zijn of überhaupt mee willen worden geconfronteerd. Bovendien houdt niet iedere lhbti+ persoon van uitgaan. Er moeten in Noord-Holland meer mogelijkheden voor lhbti+ personen zijn om elkaar te leren kennen; dat hoeft niet per se tijdens een wilde clubnacht.
Iefke: Helemaal mee eens. Ik vind het niet erg om een stuk te reizen en stap zo in de trein naar Maastricht. Maar de Reguliersdwarsstraat in Amsterdam is ook niet mijn eerste keus. Voor mijn scriptie over veilige ruimtes voor queer jongeren heb ik veel lhbti+ jongeren geïnterviewd. Veel van hen gaven aan dat ze Amsterdam associeerden met drugs, seks en rock-’n-roll. Dat vormde voor deze jongeren een barrière, terwijl ze tegelijkertijd wel in contact wilden komen met andere queer jongeren in de omgeving.
Sommigen misten ook aansluiting bij de scene in Amsterdam, omdat ze zich niet verbonden voelden met de stad. Ze zijn er niet opgegroeid en willen in hun eigen woonplaats mensen leren kennen die zijn zoals zij.
Wat zijn de specifieke uitdagingen voor de lhbti+ gemeenschap in Zuid-Holland?
Mieke: In Zuid-Holland hoort een groot aantal gemeenten tot de zogenaamde Biblebelt. Ook Vlaardingen is een religieuze gemeente en dit brengt uitdagingen met zich mee. Ik probeer de geloofsgemeenschappen en stichting Wijde Kerk – een initiatief van een groep lhbti+ christenen – te betrekken bij wat ik voor de lhbti+ gemeenschap doe. Daar hoort ook bij dat je in gesprek gaat met conservatieve SGP-stemmers. Daarnaast moet er wat mij betreft snel meer aandacht komen voor dak- en thuisloze lhbti+ jongeren die door hun geloofsgemeenschap, van islamitische tot christelijke gemeenschappen, worden verstoten en uit huis worden gezet.
Debbie: Een andere uitdaging is om biculturele lhbti+ personen te bereiken en die te ondersteunen. Ik probeer daarom als lebische vrouw van kleur zichtbaar te zijn en me daarvoor in te zetten. Sommige gemarginaliseerde groepen binnen de lhbti+ gemeenschap zien organisaties als het COC echter als ‘de gevestigde orde’ en denken dat het heulen met de vijand is als je toenadering zoekt tot deze organisatie. Ik krijg dan ook regelmatig kritiek van bijvoorbeeld andere personen van kleur dat ik bij het ‘witte COC’ zit. Dat is lastig, maar ik probeer de verbinding op te blijven zoeken en mensen bij elkaar te brengen, want we moeten het uiteindelijk samen doen. Ook moeten we de lhbti+ senioren niet vergeten. Als COC Leiden werken we samen met het landelijke project Later om lhbti+ thema’s bespreekbaar te maken in verzorgingstehuizen en meer voorlichting te geven aan zorgprofessionals.
Zijn er voorbeelden van mooie initiatieven waar andere provincies misschien iets van kunnen leren?
Bowien: Haarlem is een Regenbooggemeente en sinds dit jaar hebben we een wethouder die diversiteit in de portefeuille heeft. Er is een regenboogoverleg waar verschillende instanties zitten die zich bezighouden met lhbti+ beleid en die samenwerking tussen de verschillende instanties vind ik heel goed. Samen kom je veel verder.
Iefke: Ik heb gemengde gevoelens over de gemeente Alkmaar en haar regenboogbeleid. Enerzijds is er een mooi regenboogbankje en een regenboogzebrapad in de stad. Hoewel dat als iets kleins klinkt, doet dat kleine beetje zichtbaarheid veel in een stad als Alkmaar. Het is te prijzen dat de gemeente dit heeft gerealiseerd. Tegelijkertijd zou het ook fijn zijn als de gemeente initiatieven die vanuit de lhbti+ gemeenschap zelf komen, zoals Safespace Alkmaar, financieel zou ondersteunen. Een regenboogbankje kost veel geld. Geef ons als community zelf inspraak over hoe het geld verdeeld wordt en waar het terecht komt.
Debbie: Sinds eind vorig jaar doen doen zowel de gemeente Leiden als het COC Leiden in het kader Alliantie Gelijkspelen mee aan een project dat meer acceptatie voor lhbti+ personen in de sportwereld probeert te genereren. Voornamelijk in de voetbalwereld is het nog altijd lastig om voor je homoseksualiteit uit te komen en horen we nog regelmatig homofobe leuzen als ‘alle Duitsers zijn homo’. Dit project wordt geleid door de John Blankenstein Foundation, een stichting die zich inzet voor de sociale acceptatie van lhbti+ personen in de sportwereld. Voor dit project werken we samen met ervaringsdeskundigen uit de sportwereld zelf. Het loopt soms nog wat moeizaam, omdat niet elke sportvereniging iets wil doen of het belang van het project begrijpt. Maar mettertijd groeit het besef wel degelijk en komt verandering op gang.
Mieke: Wat mij opvalt is dat veel subsidiegelden automatisch naar geijkte subsidiepartners gaan, terwijl het beter zou zijn om te kijken waar in elke specifieke stad behoefte aan is, en wat de gemeenschap zelf wil. Zo heb ik samen met anderen een website gemaakt, Vlaardingen Regenboogstad, met een overzicht van alle lhbti+ organisaties die er in de regio zijn. Ik denk dat we kritisch moeten blijven op hoe provincies regenbooggelden besteden en of de initiatieven het beoogde resultaat behalen. Samenwerking vind ik heel belangrijk. In mijn regio zitten we met meerdere lhbti+ organisaties in een Whatsapp-groep waar we informatie over en weer delen en samen proberen op te trekken. Dat is iets wat elke provincie zou moeten doen.
Waar hopen jullie dat je provincie over tien jaar staat als het om lhbti+ emancipatie gaat?
Bowien: Ik hoop dat het vanzelfsprekend wordt om inclusief te denken en te handelen. Hier kan de gemeente Haarlem zelf het goede voorbeeld in zijn door zelf divers te zijn. Over tien jaar is dat hopelijk niet meer iets wat we hoeven uit te leggen maar is het de standaard.
Iefke: Ik hoop dat er over tien jaar meer wordt samengewerkt mét de lhbti+ gemeenschap in plaats van dat er enkel óver de gemeenschap wordt gesproken. Het is leuk om te kunnen zeggen dat je een Regenbooggemeente bent, maar ik vind dat je vooral moet kunnen laten zien dat je resultaten boekt op het gebied van lhbti+ emancipatie. We zijn er niet voor de sier. Hopelijk zijn we over tien jaar een volwaardige gesprekspartner en niet alleen een imago-dingetje. Ik heb er goede hoop in.
Debbie: Veel gemeenten hangen een regenboogvlag uit, maar dat is niet genoeg. Ik vind het belangrijk dat werkgevers en overheidsorganisaties daad bij het woord voegen. Bijvoorbeeld over het regelen van transitieverlof, verlof voor ouders van gelijk geslacht wanneer ze een kind adopteren, naast een hoop andere zaken die nog altijd niet geregeld zijn voor lhbti+ personen.
Mieke: Als ik echt vrijuit mag dromen dan hoop ik dat lhbti+ op een dag ‘gewoon normaal’ is. Al denk ik niet dat we daar over tien jaar al zijn. Hopelijk is tegen die tijd welk elke gemeente in Zuid-Holland een Regenbooggemeente. Dat moet toch wel lukken? En nog iets: dat ‘homo’ niet meer het meest gebruikte scheldwoord in de sport is.
Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd op 22 november 2022 en opnieuw geplaatst in het kader van de Nieuw Wij Winterherhalingen. Het artikel is afkomstig uit de reeks ‘Jezelf zijn in de provincie’, een coproductie van Movisie en de Regenboogprovincies. Meer informatie.