Na een kort welkomstwoord kregen drie partners van het OJCM het woord: Geert van Dartel (Raad van Kerken in Nederland), Rasit Bal (Contactorgaan Moslims en Overheid) en Hanneke Gelderblom (Verbond voor Progressief Jodendom).

Van Dartel was kort voor deze OJCM-bijeenkomst teruggekeerd uit Israël en Palestina vanwege een solidariteitsbezoek vanuit de Raad van Kerken aan christenen in het gebied. Hij benadrukte dat er sprake is van een situatie van bezetting en onrecht. Praten over vrede heeft volgens hem weinig zin zonder juist dat aspect in ogenschouw te nemen.

Rasit Bal sprak over de betekenis die Jeruzalem heeft voor moslims en hoe zich dat in de loop der tijd heeft ontwikkeld.

Hanneke Gelderblom sprak tenslotte over vrede en dat daarvoor in het verleden diverse kansen zijn geweest die volgens haar niet zijn gegrepen, met name van Palestijnse zijde in de periode tot en met de jaren negentig.

In een kort gesprek tussen de vertegenwoordigers van de drie OJCM-partners en met mensen in de zaal, werden de verschillende posities verduidelijkt. Vervolgens kwamen er drie deskundigen aan het woord. Ten eerste was dat Hanna Luden, geboren in Israël, en tot 1 januari 2023 directeur van het CIDI. Ten tweede Jan Jaap van Oosterzee, beleidsadviseur Midden-Oosten van vredesorganisatie PAX. En ten derde de in Jeruzalem geboren Nabil Sahhar, Palestijn en voorzitter van stichting Vrede voor Palestina.

Hanna Luden (CIDI) schetste een beeld van Jeruzalem als veelkleurige stad waar mensen met talloze verschillende achtergronden in vrede samenleven. Het dagelijks leven kenmerkt zich volgens haar door vreedzaam samenleven, los van de gewelddadige incidenten die ook plaatsvinden. Maar wat normaal is, het goede samenleven, dat is iets om te koesteren. Als voorbeeld noemde Luden de nog niet zo lang geleden aangelegde lightrail die van het oosten naar het westen van de stad rijdt en weer terug. “Mensen stappen in en uit: jongeren en ouderen, Joden en Arabieren, toeristen en bewoners van de stad. Allemaal zijn ze er en maken zij deel uit van de stad.”

Jan Jaap van Oosterzee (PAX) benadrukte dat niet alle bewoners van Jeruzalem dezelfde rechten genieten. Hij heeft dubbele gevoelens als hij in Jeruzalem is, zo vertelde hij. Enerzijds vindt hij het een prachtige stad met historische rijkdommen en een grote diversiteit aan mensen. Anderzijds is ook dreiging en onrecht voelbaar. Ook vertelde hij dat de vredespartners die hij spreekt aan Palestijnse kant niet meer geloven in een tweestaten-oplossing omdat dit volgens hen niet meer mogelijk is. Volgens Van Oosterzee moeten we vanuit Nederland niet met bepaalde oplossingsrichtingen komen, maar werken aan mogelijkheden voor gelijkberechtiging van mensen, groepen en volken in het gehele gebied, als duurzame basis voor vrede.

20221127_145623 – kopie
Jan Jaap van Oosterzee (links) en Hanna Luden (midden) luisteren naar Nabil Sahhar

Is Jeruzalem een heilige stad, of vooral een stad waar concreet mensen leven, zoals in elke stad ter wereld, en waar ook heilige plekken zijn? Deze vraag wierp Nabil Sahhar als derde spreker op. “We moeten Jeruzalem niet met nog meer opzadelen dan wat de stad verdragen kan.”

“Ik ben er geboren en opgegroeid,” vervolgde Sahhar. Hij vertelde dat hij op een christelijke school zat met ook veel moslimleerlingen. “Het waren onbezorgde jaren. Toen kwam de bezetting van de stad in 1967. Ik was negen. We moesten vluchten naar het noorden. Soldaten hadden zich genesteld in ons huis. Bij terugkeer was de voordeur ingetrapt. Moeders goud was weg en mijn grootste schat, mijn rode fiets, was verdwenen. Het leven is vanaf dat moment veranderd. Geen ruimte meer om kind te zijn.”

Sindsdien is volgens Sahhar alles veranderd en ook blijven veranderen. “We kunnen niet groeien, we kunnen niet bouwen en als we elders terecht komen, verliezen we ons bestaansrecht in Jeruzalem. We worden als Palestijnen niet beschouwd als burgers, maar zijn slechts bewoners.” En hij vervolgde: “Is er nog hoop om te dromen? Ik denk van wel. We putten onze hoop uit het geloof dat onrechtvaardigheid eindig is en dat er een dag zal komen dat het goede zal winnen van het kwaad. En we zijn in staat om te vergeven. We zijn in staat van de nachtmerrie een droom te maken, voor ons, voor onze kinderen en kleinkinderen.”

Een plenair gesprek volgde en daarna gesprekken aan tafels in kleinere groepen. Het naar elkaar luisteren en de ontmoeting stonden centraal, vooral ook tijdens de nagesprekken in kleinere groepen. Felle debatten en emoties bleven uit. Bij veel deelnemers speelde misschien ook het besef een rol dat een tekort aan gerechtigheid en vrede in het Heilige Land niet zomaar op een regenachtige zondagmiddag in Utrecht kon worden opgelost.

Hanneke Gelderblom blikt als volgt terug op de OJCM-bijeenkomst: “Uit de rondetafelgesprekken bleek hoezeer de situatie daar ons allen zorgen baart. Maakt de veiligheid op straat zulke strenge screening noodzakelijk voor iedereen die geen Israëlisch paspoort heeft? Waar is de gezamenlijke Palestijns-Israëlische politie gebleven die de toegang tot de tempelberg ooit regelde en relschoppers buitensluit?” (…) De vraag blijft in hoeverre extremisten van zowel joods-Israëlische als islamitisch-Palestijnse zijde elkaar geen millimeter ruimte gunnen in deze voor allen heilige stad. In hoeverre is wat je zelf hebt, maar de ander niet gunt, steeds opnieuw een aanzet tot oorlog? Dit soort vragen stelden de aanwezigen elkaar. Het wonder was dat de sfeer zo goed was dat daarover, naast vele anderen, ook de vertegenwoordiger van het CIDI als van The Rights Forum met elkaar konden spreken, zonder in het gebruikelijke beschuldigen te vervallen.”

Logo_Personen

Redactie Nieuw Wij

Heeft u ook een nieuwstip? Of wilt u zelf publiceren? Laat het ons weten via de contactpagina.
Profiel-pagina
Al 2 reacties — praat mee.