Ruben woont sinds 2016 in Zuid-Afrika. “Nu realiseer ik me nog meer hoe gelukkig ik mag zijn dat ik in Nederland ben geboren en de ruimte heb gekregen om me te ontwikkelen, ook op het gebied van duurzaamheid. Als je opgroeit in een shack van drie bij drie meter, in een township, met de hele familie, heb je veel meer uitdagingen te overwinnen voordat je over dit thema kunt gaan nadenken. Toch is het ook voor deze communities belangrijk. Iedereen wordt geboren met een intrinsieke connectie met de natuur, ongeacht waar je je ogen opent. Dat zien we ook bij de kinderen met wie wij werken: ze willen zorgen voor elk levend organisme, of dat nu een plant, een dier of een mens is.”
Rubens ouders hielden zich ook al veel bezig met het milieu. “Mijn vader reisde tijdens zijn studie als geograaf veel, waardoor hij regelmatig op plekken kwam waar veel droogte was. Op het watergebruik werd daarom flink gehamerd en we douchten altijd heel kort. Verder had hij een atelier in Doorn in de Utrechtse Heuvelrug, waar ik veel buiten speelde als kind.”
Tijdens zijn studie behavioural economics in Rotterdam besloot Ruben dat hij twee derde van zijn werk wilde inzetten voor bedrijven en projecten die iets bijdragen, sociaal of op het gebied van duurzaamheid. “De studie leerde mij waarom mensen bepaalde beslissingen nemen en hoe je hun gedrag kunt beïnvloeden.” Uiteindelijk was het Rubens vriendin die grote invloed had op de volgende stap in zijn carrière. “Zij wilde graag in het buitenland werken, dus zijn we op zoek gegaan naar een plek waar we beiden een positieve impact konden maken. Zij als dokter, ik met mijn achtergrond in behavioural design en marketing. We kwamen op Kaapstad uit, omdat het een enorm creatieve stad is.” Hij werkte toen al een paar jaar voor het marketingbedrijf Soapbox, en besloot een kantoor op te richten in Zuid-Afrika dat zich vooral zou gaan richten op sociale impact.
Ruben herinnert zich hoe de natuur in Zuid-Afrika hem raakte, iets wat hij miste sinds hij in Nederland in de stad was gaan wonen. “In Nederland geloven we dat we met technologie alles kunnen oplossen, denk aan het managen van het water. Dat zelfvertrouwen werkt zakelijk goed, maar is niet per se goed voor het milieu. Je verliest daarmee snel de connectie met de natuur.” In Kaapstad zijn de inwoners omringd met bergen (de Tafelberg, de Duivelsberg) en twee oceanen. “Als je op een berg staat en het weer slaat om, ervaar je direct de kracht van de natuur. Zulke ervaringen zorgen ervoor dat mensen veel meer respect voor de natuur krijgen en beter begrijpen dat zij er een onderdeel van zijn.”
“Als ik tegen dingen aanloop die me aan het hart gaan, wil ik die graag veranderen. Zo zag ik dat sommige stranden enorm vervuild zijn in Zuid-Afrika, omdat er in townships bijna geen afvalbeheer is. Met mijn team ben ik een aantal clean-ups gaan doen om een beeld te krijgen van bestaande initiatieven. Maar het was niet erg inspirerend en belangrijker nog: er was niemand uit de communities aanwezig die dicht bij deze stranden wonen. Op dat moment ben ik over inclusieve duurzaamheid gaan nadenken. De gemiddelde moeder in Zuid-Afrika zorgt voor meerdere kinderen en heeft twee banen om rond te komen: een van de laatste dingen waar zij zich druk om maakt is plasticvervuiling. Je ziet bij zulke clean-ups dus vooral witte mensen die meer tijd hebben, of verbonden zijn aan een NGO.”
Ruben dacht na over een project dat geïntegreerd kon worden in het curriculum van het onderwijs, zodat kinderen al vroeg leren hoe ze met plastic om moeten gaan. Captain Fanplastic werd geboren: het verhaal van een piraat die plastic verzamelt in zijn schip en dieren redt die gewond zijn geraakt door het afval in en om de zee. “We werken vooral met kinderen van 6 tot 10 jaar, die we willen meegeven dat plastic zwerfafval een schat is, de no trash but treasure mindset. Daarnaast leren we ze ook de Captain’s 5 R’s (arrrrr op z’n piraats): refuse, reduce, reuse, repurpose, recycle.” Om dit te stimuleren worden er prullenbakken op scholen gezet in de vorm van schatkisten. “We verbinden de school vervolgens met een afvalbeheerder, zodat de impact op de community weer groeit.”
Captain Fanplastic wordt ook ingezet op scholen diep landinwaarts, 80 procent van het plastic dat in de oceaan terecht komt, komt namelijk oorspronkelijk van het land. Het programma wordt op steeds meer scholen aangeboden, ook door NGO’s die het lespakket kopen. Daarnaast zijn er twee kinderboeken beschikbaar met het verhaal van Captain Fanplastic. Het eerste boek is naast het Engels en Nederlands, ook verkrijgbaar in Zulu, Xhosa en Afrikaans. Uniek, omdat er in die talen lang niet zoveel kinderboeken zijn als in het Engels.
Maar wat maakt dat juist kinderen zo belangrijk zijn in het duurzaamheidsvraagstuk? “Kinderen kunnen we van jongs af aan ander gedrag aanleren. Ze hebben een fantastische fantasie en kunnen zich compleet verliezen in een verhaal. Ze passen de avonturen van Captain Fanplastic vervolgens moeiteloos toe op hun eigen realiteit.” Nadat de kinderen het verhaal over Captain Fanplastic in de klas gehoord hebben, vertrekken ze naar het strand voor de schattenjacht. “Als we ze vragen waarom we hier zijn, zeggen ze altijd dat ze de dieren komen redden. De intrinsieke motivatie van de kinderen om voor het milieu te zorgen wordt dus versterkt én hun connectie met de natuur wordt groter.”
“Je kunt mensen wel vertellen dat ze duurzaam moeten leven, maar als ze daar de gereedschap niet voor hebben, zoals een goed afvalsysteem, wordt dat moeilijk.” Met zijn werk laat Ruben zien dat je met ervaringsgerichte educatie ver komt. “Je moet dingen doen die mensen echt inspireren, anders is het moeilijk om iemands gedrag te veranderen. Zodra je dingen in gang zet die werken, kun je reuzenstappen zetten.”
Het boek van Captain Fanplastic is online beschikbaar. Andere producten van Captain Fanplastic vind je op schoolofsd.com en je kunt zelfs op Spotify naar muziek van Captain Fanplastic luisteren.
De artikelenserie Inclusieve duurzaamheid wordt mede mogelijk gemaakt door