De praktijk van geestelijke verzorging is niet primair gericht op betrokkenheid van cliënten en zorgverleners bij religieuze tradities, maar eerder op het bespreekbaar maken van existentiële thema’s in bredere zin. Volgens Liefbroer past dit beeld bij de secularisering en pluralisering van het levensbeschouwelijk landschap in Nederland. “Geestelijk verzorgers lijken daarbij in staat om met levensbeschouwelijke verschillen om te gaan door existentiële thema’s op generieke wijze bespreekbaar te maken.”

Om te onderzoeken hoe geestelijk verzorgers aankijken tegen interlevensbeschouwelijke geestelijke verzorging is een vragenlijst ingevuld door 208 geestelijk verzorgers in Nederland. Hieruit blijkt dat de meeste geestelijk verzorgers bereid zijn om en mogelijkheden zien voor het verlenen van geestelijke verzorging aan cliënten met een andere levensbeschouwing dan dat zijzelf hebben. Liefbroer: “De mate waarin geestelijk verzorgers een particularistische of universalistische visie op het eigen beroep hebben, hangt deels samen met de persoonlijke levensbeschouwing van de geestelijk verzorger. Ook hangt dit samen met de manier waarop de geestelijke verzorging is georganiseerd. De meeste van deze geestelijk verzorgers hebben een protestantse, katholieke, humanistische of geen zending. Uit een aanvullende theoretische studie blijkt dat geestelijke verzorging vanuit boeddhistische, islamitische en hindoeïstische tradities ook mogelijkheden kan bieden voor interlevensbeschouwelijke geestelijke verzorging.”

Anke L boek

Ook naar de zorgontvangers is onderzoek gedaan. Hoe kijken zij aan tegen interlevensbeschouwelijke geestelijke verzorging? Om deze vraag te beantwoorden is een vragenlijst uitgezet onder 209 cliënten en 45 geestelijk verzorgers in ziekenhuizen. Liefbroer: “Cliënten gaven hierin aan wat zij vonden van het gesprek dat zij hadden met de geestelijk verzorger. Uit dit onderzoek blijkt dat cliënten doorgaans de gesprekken niet hoger waarderen wanneer zij iemand met eenzelfde of iemand met een andere levensbeschouwing dan zijzelf ontmoeten.”

Volgens de onderzoeker zijn hiervoor verschillende verklaringen. “Zo blijken geestelijk verzorgers goed in staat om verschillen te overbruggen, bijvoorbeeld door in te gaan op existentiële thema’s in brede zin in plaats van op traditie-specifieke inhoud. Een andere verklaring is dat levensbeschouwing voor veel mensen een persoonlijk en dynamisch begrip is, waarbij vanuit meer dan één levensbeschouwelijke traditie geput kan worden.”

De conclusie is dat levensbeschouwelijke verschillen in relatie tot verbondenheid aan tradities mogelijk een rol spelen met betrekking tot traditie-specifieke rollen en handelingen, maar dat zij in de praktijk van geestelijke verzorging meestal geen of een zeer geringe rol spelen. “Geestelijk verzorgers lijken daarbij in staat om met levensbeschouwelijke verschillen om te gaan door existentiële thema’s op generieke wijze bespreekbaar te maken.”

Anke Liefbroer

Anke I. Liefbroer (1990) behaalde haar BSc en MSc in (klinische) psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, gevolgd door een MA in ‘theologie en religiewetenschappen: religie en identiteit in de moderne wereld’ aan de Universiteit van Amsterdam. Zij voerde haar promotieonderzoek uit aan de Faculteit Religie en Theologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Momenteel is zij aan dezelfde faculteit verbonden als onderzoeker naar geestelijke verzorging in de eerstelijns palliatieve zorg. Daarnaast is zij werkzaam als universitair docent godsdienstpsychologie aan de Tilburg School of Catholic Theology aan Tilburg University.

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.
Logo_Personen

Redactie Nieuw Wij

Heeft u ook een nieuwstip? Of wilt u zelf publiceren? Laat het ons weten via de contactpagina.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.