Zij zaten dicht bij elkaar in de warme kamer. Yvon en Barbara gebruikten allebei vanaf hun tienerjaren. Zij hadden op dezelfde plekken hun drugs gescoord. Tot voor kort waren zij elkaar nooit tegengekomen terwijl zij van dezelfde leeftijd waren. In het zorgcentrum hadden zij elkaar ontmoet toen zelfstandig wonen niet meer mogelijk was.
Allebei benauwd en kortademig, de shag en de cokepijp lag op tafel. ‘Mogen wij roken?’ vroegen zij. Er was niet veel meer te verliezen dus ik stemde direct in. Lachend pakte zij hun pijpjes. Een van de dames had een bijzondere pijp, op een bepaalde manier werd de coke door een bolle pijpkop getrokken en dat gaf een optimaal effect vertelde zij mij.
Enthousiast vertelde zij over de periode dat zij op de zeedijk liep. Er waren nog geen drommen toeristen, maar gebruikers des te meer. Niemand wist nog precies wat het effect van het gebruik zou zijn. Zij experimenteerde er lustig op los, het was spannend, zelfs de politie wist niet wat zij met deze gebruikers aan moesten.
De kamer was gezellig, ondanks dat de gordijnen dicht waren. Een fotoalbum lag naast Barbara op de bank. Ik had mij heel iets anders voorgesteld van dit gesprek toen ik de dag daarvoor werd gebeld door de verpleegkundige van de GGD. Met het lood in mijn schoenen was ik naar Zuidoost gefietst, de regelzaken rond onze pelgrimsreis achter mij latend.
“Yvon, je moet ook meegaan naar Lourdes, heb ik ook gedaan, dat was geweldig!” hard en krachtig klonk de stem van Barbara. “Doe het nou! Ze regelen alles voor je.” Yvon keek haar wat vertwijfeld aan. “Je doet het niet hè?!’ riep Barbara hard. Yvon lachte een beetje betrapt.
Op de tafel stond een half plastic emmertje met rode limonade. In eerste instantie dacht ik dat het bloed was verdund met water. Ik haalde opgelucht adem toen ik zag dat het gewoon limonade was toen Barbara met een rietje er een paar flinke slokken van opzoog. Op alles was ik voorbereid geweest, maar niet op deze twee gezellige vrouwen die met elkaar herinneringen ophaalden en lol maakten.
Wij praten eerlijk en open over haar leven, haar parallelle wereld die zo gelukkig was geweest.
Het was mooi geweest, volgende week zou Barbara er niet meer zijn, de datum van de euthanasie was al vastgesteld. Barbara, was niet bang. Dat was zij eigenlijk nooit geweest, nu ook niet.
‘Dag meisjes!’ zei ik en gaf ze allebei een kus. Vele malen lichter liep ik het zorgcentrum uit.
Zwanine Siedenburg over haar berichten uit de parallelle wereld
Elke keer kost het weer doorzettingsvermogen om mijn eigen veilige wereld te verlaten en af te stappen op de mensen die niet om mijn hulp gevraagd hebben. Met enige schroom klop ik op deuren waarvan ik niet weet wat zich daarachter bevindt. Elke keer ontroert het mij om de blijdschap, de wijsheid en de berusting te zien bij de mensen die in kleine kamertjes wonen en afhankelijk zijn van drugs en hun begeleiders. Ik praat met ze zoals je maar zelden met mensen kan praten. Ik zweef mee op hun wanen, ik corrigeer als het mij te ver gaat en ik loop weg als ik geen contact kan maken. Maar elke keer zit ik neuriënd op mijn fiets naar huis omdat ik het zo goed met ze heb gehad.