Bij vieringen rond kerkasiel en bij kerken in Coronatijd gaat het om een uitzonderlijke situatie. Deze focus is net zo begrijpelijk als misleidend. Juist alledaagse kerkelijke praktijken staan bol van de politieke betekenis. Juist deze praktijken, bijvoorbeeld de viering van de Eucharistie, zijn een vorm van protest. Ze geven namelijk uitdrukking aan een verlangen naar een ‘andere wereld’ en ze geven daar al gestalte aan. Ze beelden deze wereld al af en mensen doen alsof ze al in deze wereld leven.
Deze manier van doen laat zich goed beschrijven met een begrip uit de politieke filosofie: ‘prefiguratie’, van ‘voorafbeelding’. De term wordt vaak gebruikt voor radicale groepen, zoals Doopsgezinden in de zestiende eeuw of anarchisten in de negentiende en twintigste eeuw. Ze leefden toe naar een wereld ‘na de revolutie’ (anarchisten) of ‘na de komst van Gods koninkrijk’ en gaven daar al vorm aan in hun eigen bestaan.
Goede voorbeelden uit het recente verleden zijn protestacties zoals Occupy Wall Street (New York) of de bezetting van het Tahrir plein in Cairo. Deze protesten zeiden naast ‘nee’ tegen misstanden, ook ‘ja’ tegen een alternatief. En dat alternatief, de betere wereld die deelnemers voor zich zagen, gaven ze al vorm. Bijvoorbeeld door te experimenteren met een andere omgang met macht, met besluitvorming, met het verdelen van taken in de gemeenschap, of ook in de omgang met voedsel.
Toch is een focus op protestbewegingen ook weer een focus op het bijzondere, op het spectaculaire zelfs. Bovendien lijken ze vaak snel weer voorbij te zijn. Er is echter ook een vorm van prefiguratief protest die een stuk minder spectaculair en tegelijkertijd een stuk duurzamer is: de christelijke traditie, in het bijzonder in de viering van de Eucharistie.
Eucharistie, prefiguratie en protest
In de viering van de Eucharistie staat het dankend gedenken van Gods handelen, in het bijzonder in het leven, de dood en de verrijzenis van Jezus Christus centraal. Al gedenkend stelt de viering Jezus zo present en met name ook de manier waarop in zijn optreden Gods koninkrijk al zichtbaar werd – ook dit is een vorm van prefiguratie, mensen ruimhartig van voedsel voorzien (‘wonderbare spijzingen’), bijvoorbeeld, is ook een voorafschaduwing van de condities van het koninkrijk. En een scherp protest tegen honger en hongersnood.
In het voetspoor van Jezus’ eigen prefiguratie van Gods heerschappij kijkt de viering van de Eucharistie dan ook vooruit naar de vervulling van dat wat in Jezus’ optreden aangebroken is en waar hij zelf ook naar uitkeek: ‘uw koninkrijk kome.’ Verleden, heden en toekomst vallen zo samen – en in de viering zijn de contouren van de toekomst af te lezen zoals die in Jezus’ leven in de grondverf gezet werden en in Gods wereld ingevuld en ingekleurd zullen worden. Dit vooruitblikkende, verlangende vieren is zelf dan ook prefiguratief: in de manier van samenkomst valt al iets te zien van de manier waarop de wereld waarnaar de gemeente uitkijkt er uitziet. Enkele voorbeelden laten dit zien.
Een eerste voorbeeld is de ‘vredegroet,’ het moment in de dienst waarop gemeenteleden elkaar een teken van Christus’ vrede geven. Dat leidt soms tot discussies: moet dat nu echt, ook met wie ik helemaal niet zo aardig vind? Het antwoord is: ja, natuurlijk! Want door te ‘doen alsof’ iedereen met iedereen verzoend is en in vrede leeft, beeldt de gemeente af hoe het in Gods rijk zal zijn. Dat is ook bijna niet voor te stellen: nu is het niet zo dat ik iedereen leuk en aardig vind. En ik kan me nauwelijks voorstellen hoe een wereld is waarin dat wel zo is. Tegelijk is er wel het perspectief op die wereld dat de viering levend houdt en zichtbaar maakt door het teken van de vredegroet.
Een tweede voorbeeld is de omgang met brood en wijn, gaven van de schepping en het product van menselijke arbeid. Tenminste op drie manieren is de omgang hiermee prefigurerend, een voorafschaduwing van de wereld die komt. Ten eerste is er de grote eerbied die uit de omgang met brood en wijn spreekt voor de gaven van de schepping en menselijke arbeid, natuur en cultuur. Het is een manier van doen die paradigmatisch, voorbeeldig is: zo’n respect zou op ieder moment mooi zijn, ook boven de viering uit. Ten tweede is er het doel van brood en wijn: dat is voeding van de gemeente, inderdaad, maar dan wel zo dat voeding tot gemeenschap leidt, met God, de oorsprong van het leven, met de schepping en onder elkaar. Consumptie staat ten dienste van het leven en ten dienste van communie, gemeenschap. Is er een wereld voorstelbaar, waarin dit voor alle genot spijs en drank geldt, voor iedere vorm van consumptie? Ten derde is er de manier van distributie: iedereen krijgt in de viering exact hetzelfde, namelijk brood en wijn en daarmee Christus, God zelf. Afgezien van de vraag ‘hoe’ Christus in brood en wijn aanwezig is, is het daarbij ook van groot belang dat iedereen hetzelfde krijgt. Is dit ook geen uitkijken naar een wereld waarin iedereen krijgt wat nodig is voor het leven en niet lijdt aan te veel of te weinig?
Deze voorbeelden kunnen makkelijk aangevuld worden door in te gaan op andere aspecten van de Eucharistie, terwijl de viering zelf natuurlijk rijker is dan prefiguratie en protest tegen misstanden in een samenleving alleen. Toch geven deze voorbeelden een indruk en maken het mogelijk om nog een blik te werpen op Eucharistie, prefiguratie en Covid.
Eucharistie, prefiguratie en Covid-19
Wie in de context van Covid-19 protest en kerkdienst in één adem noemt, denkt al snel aan kerkdiensten die tóch gevierd worden, met te veel mensen, en vaak op plekken die de gemiddelde (Rand)stedeling maar exotisch vindt. Afgezien van ongezond vingerwijzen, leidt dit er ook toe dat de ‘gewone’ kerkdienst over het hoofd gezien wordt. Bijvoorbeeld de diensten in mijn eigen traditie, de oud-katholieke, die iedere zondag vanuit de beide kathedralen in Haarlem en Utrecht uitgezonden wordt. Hebben die ook iets met protest te maken?
Aan het altaar zie je geen spandoeken hangen of zo –, maar dat hoeft ook niet, want het altaar zelf is het spandoek, de plek waar protest zichtbaar wordt en in scene gezet. Hierop ingaan laat zowel zien hoe breed het prefigurerende en protesterende karakter van de Eucharistie is en hoeveel er in schijnbaar ‘gewone’ vieringen te vinden valt, want er valt zo licht op een verder aspect van de viering.
Hoe is er prefigurerend protest aan te treffen in een uitgezonden Eucharistieviering? Het onderdeel van de viering dat nu in het oog springt, is dat van fysieke, persoonlijke gemeenschap, van mensen die met elkaar verbonden raken door deze bijzondere maaltijd. Dat werkt natuurlijk bijna niet wanneer er zo’n vier of vijf personen in de kerk zijn en de rest thuis op een scherm meekijkt en probeert mee te doen. Maar juist daarin komt het prefigurerende tot uitdrukking: de viering laat zien hoe het eigenlijk zou moeten zijn, door wel in een kerkgebouw samen te komen en met de mensen waarmee het kan eucharistie te vieren. Zo wordt duidelijk: dit is de manier van samenkomst die normaal is en zo zou moeten zijn. Nu kan het niet, maar dat neemt het verlangen niet weg en ook niet de norm van deze vorm van gemeenschap. In de pijn van het gemis van deze vorm van gemeenschap schuilt verzet, aangewakkerd door de voorafbeelding van echte gemeenschap in de Eucharistie.
Prefiguratie leidt zo tot protest tegen een situatie van beperkingen. Let wel: niet tégen de beperkingen, want je aan de geldende maatregelen houden is gewoon een vorm van naastenliefde. Maar wel tegen de situatie. Eigenlijk is het een protest tegen een macht, een virus, die de wereld in zijn greep houdt. Daarmee verschuift ook de focus van het prefigurerend protest van de Eucharistie: het blikt vooruit op een verloste wereld, Gods koninkrijk, waarin ook niet-menselijke vormen van kwaad, een virus, het leven niet langer bepalen. Hierboven, in de eerste voorbeelden, noemde ik menselijke voorbeelden van kwaad zoals een respectloze omgang met natuur en arbeid, bijvoorbeeld. Maar prefiguratie van een verloste wereld gaat verder dan dat en sluit ook de wereld van de virussen in.
Verdiepend perspectief
Wat levert het op, de Eucharistie als prefiguratie van Gods koninkrijk en daarom als vorm van protest te zien? Ik hoop een verdiepend perspectief op de Eucharistie op zichzelf, een uitnodiging om ook in schijnbaar ‘gewone’ kerkelijke rituelen een vorm van persoonlijke én maatschappelijke diepgang te vinden. Mogelijk helpt dat bij het ontdekken van de Eucharistie als vorm van liturgische politieke theologie. En misschien werpt het ook licht op de waarde van Eucharistie vieren in de context van Covid.
Peter-Ben Smit schreef dit artikel naar aanleiding van de eerste bijeenkomst (livestream) van de serie ‘De toekomst van…’ op 20 januari 2021 vanuit Utrecht. De bijeenkomst is hier terug te zien. De serie is georganiseerd in het kader van Denken in de Driehoek – publiekslezingen met debat. De eerste lezing ging over ‘De toekomst van… Protest’. Op 10 februari, 10 maart, 7 april en 12 mei volgen de andere vier bijeenkomsten in deze serie.
In algemene zin kan ik mij wel vinden in dit artikel: In de Bijbel zijn verschillende voorbeelden te vinden dat God de wereld op zijn kop zet: een oud kinderloos echtpaar dat de stamvader en moeder is van Israël, de maagdelijke geboorte van Jezus, de barmhartige Samaritaan e.d.
In die zin kun je niet heen om de maatschappelijke en politieke consequenties die christen zijn met zich meebrengt.
Maar ik vind dat de kerk zich heel bescheiden moet opstellen t.o.v. concrete politieke ontwikkelingen, partijen en bewegingen. Dat heeft de kerk eeuwenlang gedaan en vaak op een zeer beschamende manier: christenen die niet op een niet-christelijke partij mochten stemmen, het heulen met de machtigen en bezitters, geestelijken die zich schuldig maakten aan machtsmisbruik en corruptie e.d. De kerk moet in zijn algemeenheid staan voor die omgekeerde wereld en dus pal staan voor medemenselijkheid, vergevingsgezindheid en streven naar vrede.
Hier word ik warm van!