Het is een zonovergoten dag in het Beleef & Bewonder Bos. De grond kraakt zachtjes onder mijn voeten. Ik moet oppassen waar ik loop, overal op het pad liggen takjes en dennenappels. Heerlijke boslucht in mijn neus, luid zingende merels in mijn oren. In de verte roffelt iets. ‘Een specht, hoor je?’ Linda Nouws lacht bij het horen van de vogelsnavel op een boomstam.

Samen met Nouws wandel ik door haar voedselbos in wording. Ze kocht de anderhalve hectare vol eiken en sparren eind 2020, eerder had ze de kinderboerderij overgenomen die vlakbij ligt. Na haar opleiding op de agrarische school en een loopbaan langs de paardenhouderij en banen in de logistiek, is Nouws terug op de plek van haar jeugd. Haar ouders waren jaren de drijvende kracht achter die kinderboerderij.

Haar droom: van dit verweesde bos een voedselbos maken. ‘Ik vind een voedselbos iets heel logisch’, zegt ze. ‘De natuur is een kloppend systeem. Als je in een voedselbos de juiste combinaties maakt, kun je overvloedig oogsten. De omstandigheden zijn dan goed genoeg om tot bloei en vruchtzetting te komen. De ene boom geeft een andere plant dan bijvoorbeeld schaduw; omdat die het dan naar zijn zin heeft, kan hij iets geven. Een vrucht, een noot, een blad of wortel, noem maar op.’

Nouws vindt het dan ook vreemd dat er zo weinig eetbaar openbaar groen is. Met het voedselbos wil ze dat veranderen. ‘Ik zeg: verander de wereld door zelf te beginnen. Ik ben niet graag afhankelijk van anderen, ook daarom spreekt het idee van een zelfvoorzienend voedselbos mij aan. En ik deel en ruil graag.’

Ik heb al vaak door het Beleef & Bewonder Bos gewandeld, ik heb een bijzondere band met dit stukje Noord-Brabant. Toen Nouws eind 2020 haar bos kocht, had mijn kleindochter Sofie (toen zeven jaar) een boek bedacht: De avonturen van Elfie en Karabauter in de levende natuur. Ze wilde ook bomen planten voor dat boek, want, zei ze: ‘Voor papier zijn bomen nodig; we moeten goed zorgen voor de levende natuur.’ Dat boek kwam er dankzij crowdfunding (zie kader), en die bomen ook. Eén oproep op Facebook, met de vraag waar Sofie een boom of duizend kon planten, bracht de droom van Sofie en de droom van Linda Nouws bij elkaar.

Vlekkenplan

Agnes Mérő-Herman (42) vergezelt ons op onze wandeling. Zij is een van de Voedselboskabouters die Nouws adviseert bij het realiseren van haar voedselbos (zie kader verderop). Mérő-Herman is expert op het gebied van voedselbosbouw. ‘In dit bos moet de overvloed aan dennen langzaam vervangen worden door bladverliezende soorten’, zegt ze.

Voedselboslectuur. Tips van de Voedselboskabouters om verder te lezen over voedselbossen: Voedselboskabouters boeken. Blogs: Voedselboskabouters blog.

‘Ook de eiken zijn door hun looizuur niet gunstig voor fruitbomen. Maar als je die in één keer allemaal kapt, heb je geen bos meer. Dan krijgt de wind vrij spel en droogt de bodem uit. Je moet het dus rustig aanpakken.’

Op basis van onder meer de bodem, bestaande begroeiing, water, de ligging van het perceel, hoe de zon invalt en de sociale omgeving maakten de Voedselboskabouters een ‘vlekkenplan’, een globale schets. Nouws wensen waren het uitgangspunt. ‘Linda heeft een natuurlijk speelbos voor ogen, waar je kunt proeven, ruiken, klimmen, spelen en beleven’, zegt Mérő-Herman. ‘De oogst wordt onder meer verwerkt en aangeboden in de horeca van de kinderboerderij die ze beheert. Op basis van het vlekkenplan maakten we een gedetailleerd beplantingsplan. Daarin staan de plantplekken en de precieze soorten beschreven, met advies over welke boom wanneer geplant mag worden.’

Mérő-Herman stopt even om een bosje brandnetels te bekijken: ‘Weet je dat je die ook kunt eten? Brandnetelsoep is heel lekker en gezond.’

Het bosperceel dat Nouws kocht, was tientallen jaren niet onderhouden. Het was er onveilig door de vele dode dennenbomen: je kon makkelijk een tak op je hoofd krijgen. De Voedselboskabouters kapten heel wat dennen. Dat deden ze zonder zware machines die de bodem kapotmaken. Twee Kabouters, experts op het gebied van deze vorm van bomenkap, klommen in de bomen en zaagden en kapten met beleid. Mérő-Herman: ‘Dankzij het kappen kwam ook genoeg lichtinval voor de fruitbomen die Linda ging aanplanten.’

Al het gekapte hout werd hergebruikt. Nouws neemt ons mee naar een idyllisch plekje aan de bosrand, naar een fraaie rustbank, om te laten zien wat ermee is gebeurd. ‘Deze bank is gemaakt van een grove den uit het bos. Ik zit hier graag om even uit te rusten en te genieten van het uitzicht.’

We wandelen verder over het zacht verende pad. Een bijzonder gevoel is dat. ‘Er zijn in het hele bos geen verharde paden’, legt Nouws uit, ‘doordat er al die tijd niet naar om is gekeken. Ik laat het zo.’ Bij een mooie open plek met weelderige kruidachtige planten houden we halt. ‘Hier hebben we een hügelbed aangelegd’, zegt Nouws. ‘We hebben boomstammen in de grond gestopt. Daarop wat kleinere takjes gelegd. En dan daarop een beetje grond. Zo krijg je een verhoogd plantbed met een zeer goede vochthuishouding en geleidelijk vrijkomende voedingsstoffen. Planten groeien er beter. Hier bloeien heel veel van deze plantjes met paarse bloemetjes. Ik heb ze ook op de kinderboerderij. Hoe ze heten? Even kijken wat mijn plantenherkennings-appje zegt.’ Het blijkt robertskruid. ‘Het schijnt geneeskrachtig te zijn.’

_DSC8463
“Het is nog moeilijk te zien dat dit een voedselbos wordt.” Beeld door: Roos van der Sanden

Onze wandeling gaat verder. Voor de argeloze bezoeker lijkt dit nog een ‘gewoon’ bos, met veel dennen- en eikenbomen. Mérő-Herman: ‘Het is nog moeilijk te zien dat dit een voedselbos wordt, de nieuw geplante bomen en fruitbomen zijn nog klein.’ Eten uit het bos gaat dan ook nog mondjesmaat. Nouws: ‘Het zijn per jaar nog maar enkele handjes bessen. Maar om de twee à drie jaar gaan we een paar dennen en eiken weghalen om nieuwe aanplant meer ruimte te geven. Uiteindelijk zullen de fruit- en bladverliezende bomen de regie overnemen. Het is een transformatie die zo’n tien jaar in beslag neemt.’

Nouws staat stil bij een jong notarisappelboompje. ‘Ik heb al heel wat fruitboompjes geplant. Dit is een oud ras hoogstamfruit. Kijk, overal waar die bamboestokjes staan, daar staat een fruitboompje bij. Die doen het eigenlijk heel goed.’ Ze bukt bij het boompje om het te inspecteren. ‘Bij een voedselbos werk je in lagen, om optimaal gebruik te maken van het zonlicht. Je zorgt voor afwisseling van bomen met struiken als framboos en bes. Kruiden en bloemen horen ook in het bos. Die kun je eten in salades of gebruiken als medicijn.’ De hoge voedselbomen die Nouws heeft aangeplant zijn vooral notenbomen, kastanjebomen en hoogstamfruit. ‘Ik heb geselecteerd op basis van de vruchteigenschappen. Zo heb je bijvoorbeeld een kastanjesoort die heel grote vruchten maakt, maar ook een soort die heel droge vruchten geeft waar je meel van kunt maken. En ik heb een walnootsoort met heel olie-achtige vruchten, waar je olie uit kunt persen. Van elk van al die soorten heb ik er vijf geplant. Zo hebben we straks een enorme variatie om uit te kiezen, al naar gelang de gewenste toepassing van de oogst.’

De zure grond is nu nog hét nadeel in het Beleef & Bewonder Bos. De bodem van het dennenbos op zandgrond is arm aan voedingsstoffen. Nouws: ‘De aanplant van bladverliezende bomen en planten vormt de sleutel om eerst de bovenlaag in orde te krijgen. Het gevallen blad vormt een voedzame humuslaag die zich gaat vermengen met de onderliggende bodemlagen. Het duurt ook weer een jaar of tien eer dat is bijgetrokken en de voedselproducerende begroeiing zichzelf in stand houdt. Gelukkig is er tijdens die periode van omvorming steeds meer voedsel te oogsten.’

Een zure bodem valt ook op te lossen met het strooien van extra kalk. Nouws: ‘Maar dan krijgen de planten die al gesetteld waren een klap. Die waren gewend aan de zure bodem en deden het daar goed op. Voeg je kalk toe, dan sterven die planten en krijg je weer andere problemen, zoals uitdroging van de grond. Daar hebben nieuwe planten en bomen ook hinder van.’

_DSC8275
Linda Nouws Beeld door: Roos van der Sanden

Nouws’ truc: ze geeft het nieuwe plantgoed een schepje lavagruis mee in het plantgat. ‘Dat is gemalen lavagesteente dat alle sporenelementen en mineralen uit het diepste van de aarde mee naar boven heeft gebracht. Ik voeg ook altijd wat compost en bomengrond toe, die ik eerst vermeng met
de lokale grond. Met dat mengsel vul ik het plantgat. De nieuwe boompjes hebben dan een betere start.’

Om het plantgat strooit Nouws ook nog wat compost en bomengrond. ‘Doordat die zich vermengen met de grond eromheen, gaat de plant met zijn wortels verder zoeken en zet hij zich goed vast. Als je breed staat, sta je steviger.’

De term ‘voedselbos’ is redelijk nieuw, maar voor Nouws is het concept heel gewoon: ‘Ik vond het een nieuwe naam voor een heel logisch iets.’ Lachend: ‘Ik zeg altijd: élk bos is een voedselbos, maar wie eet eruit? Voor een letterzetter, een kevertje dat verzwakte naaldbomen aanvreet, is zo’n sparrenbos als dit was een voedselbos. De letterzetter leeft van díe boom. Maar als je op een goede manier met de ruimte omgaat, kunnen we er allemáál van eten. Dan neem jij wat je nodig hebt en blijft er nog genoeg over voor de rest.’

VIRTU_23069_Adv_Banner_Genoeg_2000px
heeel

Heleen van der Sanden

Heleen van der Sanden is onafhankelijk publicist en grafisch vormgever. Van 2006 tot en met 2022 was zij eigenaar van Uitgeverij Genoeg en …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.