Studenten met een migratieachtergrond weten vaak niet om te gaan met prestatiedruk en stress omdat zij zich hier niet vaardig in voelen. Deze vaardigheden zijn meestal niet aangeleerd.

“Het is survival of the fittest,” zegt de 25-jarige derdejaarsstudente communicatie Sabrina Rodjan aan de Hogeschool InHolland in Amsterdam. Na het overlijden van haar opa in maart vorig jaar, bezocht ze op advies van haar decaan de huisarts voor mentale hulp. Die kreeg ze van een praktijkondersteuner bij de huisarts.

Rodjan heeft hindoestaanse en inheemse roots en is afkomstig uit het district Para in Suriname. Twee jaar geleden verhuisde ze naar Nederland. “De cultuur in Nederland is volkomen anders dan die van Suriname. Zelfredzaamheid is het devies. Daarnaast had ik last van eenzaamheid. Ook liep ik tegen vooroordelen aan, daar moet je mee zien te leven,” zegt Rodjan, die momenteel stage loopt bij het Stadsdeelkantoor Oost in Amsterdam. “Vóór mijn studie was ik nooit eerder naar Nederland geweest omdat ik geen vakantievisum kreeg.” In 2021 werd haar studievisum wel toegewezen. “Er ging een nieuwe en kansrijke wereld voor mij open.”

De coronaperiode was voor Rodjan geen leuke tijd. Voor haar was het een uitdaging om het digitaal onderwijs onder de knie te krijgen. Een studentencommunity waarmee ze zichzelf kon identificeren ontbrak. Het initiatief ‘SuHolland community’, opgericht in 2022 door medestudente Sheovan Deira van Surinaamse afkomst, juicht Rodjan van harte toe.

02SabrinaRodjan9817
Sabrina Rodjan Beeld door: Magda Augusteijn

“Vereenzelviging is belangrijk voor nieuwe studenten als aanmoediging om hulp te vragen en zaken waar wij tegen aanlopen bespreekbaar te maken. Want je stapt enorm uit je comfortzone. Door leuke dingen met (school)vrienden, collega’s en buren te ondernemen heb ik meer geleerd over de Nederlandse cultuur. Door mee te gaan naar typische Nederlandse feestjes ga ik nu los op Snollebollekes, een feestact uit het Brabantse Best van cabaretier Rob Kemps… (lacht). Ik stuur tikkies, eet tompouces en spreek maanden op voorhand vooruit af met vrienden in Suriname wanneer ik op vakantie ga.”

Haar advies aan anderen die worstelen met mentale problemen: socializen, sporten, reizen, vrijwilligerswerk doen, werken en niet bang zijn om dingen in je eentje te ondernemen.

Cultuurshock

De 24-jarige Shanygne Wiebers, eerstejaarsstudente commerciële economie en digitale marketing & sales aan de Hogeschool Den Haag, kwam in de winter van 2021 uit Suriname naar Nederland en ontwikkelde hier meteen een lichte winterdepressie. “Je wordt in het diepe gegooid. Iedereen in Suriname denkt dat wij in Nederland bij kennissen of familie terechtkunnen. Dat is lang niet altijd het geval want ook familie is druk met hun eigen leven,” zegt Wiebers. Vooralsnog woont ze in bij een familielid in Rotterdam totdat ze zelf een woonruimte vindt.

“De beginperiode was een cultuurshock voor mij. Nederlanders zijn anders, de manier van omgang met elkaar is anders – het is bijna alsof je op een andere planeet terechtkomt. Ik deed erg mijn best om aansluiting te vinden met Nederlandse studenten, maar er was niet altijd een vanzelfsprekende klik”, zegt Wiebers.

Blondharige en blauwogige studenten gingen ver van haar vandaan zitten, en uiteindelijk kwamen alleen de studenten van Marokkaanse, Turkse en Surinaamse origine bij haar in de buurt. “Ik studeerde thuis in mijn eentje en had geen idee hoe ik het leren aan moest pakken. Ik raakte in paniek.” Vanwege een negatief studieadvies aan het einde van het eerste jaar moest Wiebers verplicht stoppen met haar opleiding aan de Hogeschool Rotterdam. Het jaar daarop begon ze aan dezelfde studie bij de Hogeschool Den Haag. Daar vond ze studentenwelzijnadviseur Jimera Koorndijk, betrokken bij SuConnect, die haar enorm geholpen heeft. “Ik raak steeds meer gewend en ingeburgerd. Het studeren gaat mij nu ook prima af,” vertelt Wiebers.

Symboliek standbeeld

07
Shanyge voor het beeld ‘Moments Contained’ Beeld door: Magda Augusteijn

Tijdens de officiële onthulling van ‘Moments Contained’ een reusachtig bronzen beeld van een jonge, gekleurde vrouw van de Britse kunstenaar Thomas J. Pryce op het plein voor het Centraal Station van Rotterdam, hield Wiebers in juni een gevoelige toespraak. “Dit beeld herinnert mij er voortdurend aan om obstakels tijdens mijn studie te overwinnen. Het breekt met de gebruikelijke representatie in openbare ruimten. De krachtige symboliek die erachter schuilgaat, spreekt mij aan: het beeld belichaamt veerkracht, zelfvertrouwen en kwetsbaarheid. Het herinnert mij eraan dat ik zelfverzekerd en trots mijn weg mag gaan, ongeacht verwachtingen van anderen. De strijd die ik bij haar zie, is wat ik zelf ook voel. Het beeld nodigt ook uit tot acceptatie en diversiteit.”

Vanwege de slechte economische en uitzichtloze situatie in Suriname komen er steeds meer Surinaamse studenten naar Nederland om aan een hogeschool of universiteit te studeren. Hier worstelen ze met aanpassingsproblemen en het gemis van hun familie of vrienden met wie ze een open en eerlijk gesprek kunnen voeren. Of ze lopen vast omdat ze nog moeten wennen aan zelfstandig studeren, geen hulp vragen en geen gebruik maken van de begeleiding die daarvoor beschikbaar is. Omdat veel Surinaamse studenten niet bekend zijn met hun rechten en plichten in Nederland, versterkt het gevoel van vervreemding en onmacht. Daarbovenop hebben zij soms te maken met discriminatie en niet geaccepteerd worden, aldus studentenpsychologen en decanen.

Tegelijkertijd zien zij ook dat sommige studenten zich vooraf niet goed oriënteren. Dit kan studievertraging opleveren, waarbij de voornaamste redenen psychisch van aard zijn. Uit  onderzoek van Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationalisering van het onderwijs, blijkt dat 86 procent van de Surinaamse studenten een jaar na hun afstuderen nog in Nederland is. Na vijf jaar zakt dit naar 65 procent. Specifieke cijfers over het aantal afgestudeerde Surinamers op de Nederlandse arbeidsmarkt zijn niet beschikbaar.

Deze maand verscheen het rapport ‘Harder Better Faster Stronger?’ van het Trimbos-instituut, ECIO en het RIVM in opdracht van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen (OCW). Het onderzoek probeert inzicht te krijgen in de oorzaken van stress en prestatiedruk van studenten in het hoger onderwijs. In het onderzoek is specifieke aandacht voor internationale studenten en studenten met een migratieachtergrond onder wie Surinaamse studenten. Door racisme of discriminatie zijn mensen kwetsbaarder voor mentale problemen zoals depressies, eenzaamheid, angstpsychoses en gedragsproblemen. Uit de Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik studenten Hoger onderwijs (Studentenmonitor in 2021) die eerder uitkwam blijkt dat zij meer stress en prestatiedruk ervaren dan andere groepen.

Focus mentale problematiek

03Jolien DopmeijerNW
Jolien Dopmeijer Beeld door: Magda Augusteijn

Jolien Dopmeijer, psycholoog, docent-onderzoeker en projectleider studentenwelzijn van het Trimbos-instituut: “Al langere tijd zijn er zorgen over prestatiedruk en stress bij studenten in het hoger onderwijs. Op dit moment lijkt de maatschappelijke aandacht voor mentaal welzijn en mentale druk onder studenten groter dan ooit. Corona-tijdperk, geen huis kunnen vinden, hoge lasten en de klimaatcrisis. De opeenstapeling van dit soort onzekerheden leidt ertoe dat studenten stress en mentale problemen ervaren.”

Uit deelonderzoeken komt naar voren dat internationale studenten een risicogroep zijn als het gaat over stress en prestatiedruk. “De overstap van het thuisland naar Nederland wordt als stressvol ervaren. Het is lastig om huisvesting te vinden, ondanks dat dit noodzakelijk is aangezien ze niet kunnen terugvallen op bijvoorbeeld de huisvesting van familieleden,” zegt Dopmeijer. “Ook het vinden van een bijbaan is voor internationale studenten lastig. Niet alleen vanwege de taal en een kleiner sociaal netwerk in Nederland, maar ook omdat ze niet zomaar mogen werken vanwege visumbeperkingen. Verder geven de internationale studenten aan dat hun bestaan soms eenzaam is; er zijn culturele verschillen, taalbarrières, ze voelen zich soms een buitenstaander en ervaren moeite met het vinden van aansluiting bij medestudenten. Hierbij ervaren ze ook een interne strijd om zowel aandacht te geven aan de sociale contacten in hun thuisland als aan de sociale contacten in Nederland.”

Soms ervaren ze volgens Dopmeijer ook prestatiedruk en stress om aan hun familie en vrienden thuis te laten zien dat ze een goede keuze gemaakt hebben om hier te gaan studeren. “Zeker wanneer de familie veel geld heeft neergelegd om de studie mogelijk te maken. Sense of belonging en mentale gezondheidsvaardigheden zijn cruciaal voor het welzijn van studenten met een migratie-achtergrond.”

Feiten en cijfers

Uit de Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik Studenten Hoger onderwijs uit 2021 blijkt dat de helft van de studenten (51 procent) psychische klachten zoals angst en somberheid, van wie 12 procent in ernstige mate. Hun mentaal welbevinden – dat is: veerkracht, positieve mentale gezondheid en levenstevredenheid – is niet in balans. Er blijkt een samenhang te zijn tussen het mentaal welbevinden en psychische klachten: bij studenten met een sterke positieve mentale gezondheid of veerkracht komen minder vaak psychische klachten voor.

04KittyRiedewald
Kitty Riedewald Beeld door: Magda Augusteijn

Als psychiater en transcultureel therapeut is Kitty Riedewald bekend met de problematiek van Surinaamse studenten. Deze doelgroep komt ook bij haar langs op het spreekuur. Vanwege de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AGV) mag zij geen persoonsgegevens verstrekken. “Ze kunnen last hebben van angstaanvallen en stemmingswisselingen. ADHD zie ik ook regelmatig, een functiebeperking die wordt gekenmerkt door aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit. Tijdens studie hebben studenten dan moeite om hun aandacht bij de lesstof te houden. Ook vinden ze het lastig om naar anderen te luisteren. Wel kan de tijd die ze krijgen voor een tentamen worden aangepast en kan er rekening worden gehouden met ADHD bij de beoordeling voor het bindend studie-advies (BSA).

Wat volgens Riedewald ook voorkomt, is dat de eerste generatie studenten prestatiedruk ervaart. “Als gevolg van hoge verwachtingen van ouders, concurrentie met leeftijdsgenoten, de wens om een succesvolle carrière op te bouwen, enzovoort. Soms ondervinden studenten discriminatie van zowel klasgenoten als docenten of begeleiders. Of ze ontvangen een te laag schooladvies of een te lage beoordeling voor een afstudeerscriptie. Voor een deel van de leerlingen kan dat reden zijn om te stoppen met de opleiding. Tijdens het spreekuur stel ik zo’n student wel de vraag of dit voorval puur objectief is en of wellicht toch anders geïnterpreteerd kan worden. Reden voor artsen in opleiding die dit ervaren om hun voorkeur voor een supervisor van kleur uit te spreken. Het kan nuttig zijn om met een vertrouwenspersoon of een professional te praten om manieren te vinden om met deze druk om te gaan. Dat iedereen zich in mijn praktijk welkom, gehoord en begrepen voelt om problemen te bespreken is belangrijk voor mij. Dan is er écht verbinding.”

De dominante westerse psychiatrie is voor Riedewald niet voldoende om patiënten te behandelen. Ook andere denkwijzen kunnen nuttig blijken te zijn in haar praktijk. Met welke normen en waarden is iemand opgegroeid? In de therapieën die ze aanbiedt, probeert zij dus zoveel mogelijk cultuur sensitief te werk te gaan. In tijden van superdiversiteit komt zij als hulpverlener vaker in contact met cliënten met diverse achtergronden. Riedewald: “Cliënten met een migratieachtergrond vinden niet altijd makkelijk hun weg in de Nederlandse hulpverlening. Ook vallen ze vaker vroegtijdig uit het reguliere hulpverleningstraject. Soms beschikken Nederlandse collega’s over te weinig interculturele competenties om gepast om te gaan met het (groeiend) cliëntenbestand met een migratieachtergrond. Deze cliënten zie ik dan bij mij op het spreekuur verschijnen. Een databank met therapeuten van kleur en/of niet-westers bij zorgverzekeraars kan desgewenst helpen. Mijn cliëntenbestand is overigens cultureel divers.”

Riedewald herkent vanuit de praktijk als psychiater dat de diagnoses ADHD, ADD en andere concentratieproblematiek veel voorkomt bij Surinaamse studenten. Echter, bij de Surinaamse doelgroep is deze problematiek vaak niet bekend als een medische aandoening waardoor het moeilijker of pas op latere leeftijd wordt gediagnosticeerd. Hetgeen een extra struikelblok tijdens studie kan betekenen.

SuConnect

14 Jimera2
Jimera Koorndijk Beeld door: Magda Augusteijn

Vitaliteit en een goede mentale gezondheid zijn cruciale ingrediënten voor een leuk en effectief studentenleven. Dat beaamt ook Jimera Koorndijk, studentenwelzijnadviseur Hogeschool Rotterdam en gelinkt als projectleider aan SuConnect: “SuConnect heeft als doel om bij te dragen aan het studiesucces van studenten uit Suriname. Dat begint met wat wij noemen ‘Pre-boarding’, voorbereiding in Suriname en ‘On-boarding’, begeleiding in Nederland. Dit doen we in samenwerking met verschillende organisaties”. Daarnaast organiseert het formele en informele bijeenkomsten om studenten, professionals en onderwijsinstellingen te informeren en adviseren op het gebied studievaardigheden en studentsucces voor de Surinaamse doelgroep.

12 Jake
Jake Raijman Beeld door: Magda Augusteijn

Oud-student Jake Raijman (30) begon in 2010 aan zijn studie fysiotherapie aan Hogeschool Rotterdam en is nu een buddy bij SuConnect. Hij probeert nieuwe Surinaamse studenten wegwijs te maken in de stad Rotterdam. Zijn eigen verwachtingspatroon over Nederland was niet hoog toen hij hier zelf kwam studeren. ”Veel studeren, kou, weinig centen en vaak binnenblijven, dat was mijn beeld van Nederland,” zegt Raijman. Vanaf dag één bemachtigde hij een studentenkamer. “Qua cultuur was het zeker op de universiteit even wennen, maar op de Hogeschool ging dat makkelijk. Rotterdam is multicultureel, waardoor ik eenvoudig kon inburgeren.”

Toch keerden enkele van zijn Surinaamse medestudenten na een paar maanden terug naar Suriname. Zij hadden last van de hoge prestatiedrang en heimwee naar Suriname, vertelt Raijman. Zelf bezocht hij ook meerdere malen een psycholoog op de universiteit. “Daar heb ik mentaal veel baat bij gehad. Ik ervaarde meer stress dan thuis, een hoger onderwijsniveau en een zakelijke omgangscultuur. Persoonlijk had ik mijn huiswerk goed gedaan en was ik heel gemotiveerd om hier te slagen”, zegt hij.

Dat laatste is ook meteen de reden dat hij in de moeilijke beginperiode heeft doorgezet. “Het was vooral een kwestie van acclimatiseren, letterlijk en figuurlijk. Sociaal contact met andere Surinaamse studenten heeft mij ook goed geholpen. Inmiddels zit ik prima in mijn vel.” Vaak is het voor studenten een opluchting te merken dat ze niet de enigen zijn die worstelen met zaken als financiële problemen, fysieke of mentale beperkingen en twijfels over hun studiekeuze. Elke migrerende student moet wennen aan de nieuwe onderwijscultuur, taal en studievaardigheden. Het vinden van een bijbaan of stage vormt een uitdaging, vanwege een beperkt aantal mogelijke werkuren of de voorwaarden van het studievisum.

In Rotterdam vinden steeds meer studenten hun weg naar welzijnsadviseur Koorndijk: “Nu kloppen studenten met een specifieke hulpvraag aan doordat zij zijn doorverwezen door de eigen onderwijsinstelling of een medestudent. Vaak is het al genoeg om hen met andere studenten in contact te brengen, maar soms is er ook advies, begeleiding of doorverwijzing nodig naar een schooldecaan of (studenten)psycholoog. Wij houden geen cijfers bij, maar er valt nog een wereld te winnen bij het creëren van meer bewustzijn voor het bestaan van mentale problematiek.”

06 HogeschoolRotterdam
Hogeschool Rotterdam

Wat verder opvalt in het onderzoek ‘Harder, Better, Faster, Stronger?’  van het Trimbos-instituut, ECIO en het RIVM in opdracht van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen (OCW), is dat studenten last hebben van een verlies aan zekerheid. In de oplossingen om stress te verlagen is het belangrijk hoe studenten weer meer zekerheid of nieuw perspectief kan worden geboden. Jolien Dopmeijer van het Trimbos-instituut pleit dan ook: “Het verminderen van prestatiedruk en stress is een gedeelde verantwoordelijkheid van zowel de individuele student, de onderwijsinstellingen, overheid en maatschappij. Het erkennen en begrijpen van de beleving van de student is hierin essentieel.”

Dit artikel is onderdeel van de serie ‘Surilines’, een onderzoek naar de banden tussen Suriname en Nederland in de aanloop naar vijftig jaar onafhankelijkheid. Bezoek de website www.surilines.nl voor meer informatie. Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten en het Lira Auteursfonds Reprorecht. Dit interview is oorspronkelijk gepubliceerd op 25 september 2023 en opnieuw geplaatst in het kader van de Nieuw Wij Zomerherhalingen.

uncategorized-id2052-875×148
Miriam van Coblijn

Miriam van Coblijn

Miriam van Coblijn is journalist en schrijft over diversiteit, medische items, cultuur, lifestyle en literatuur. Ze is gastdocent …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.