In 1968 ging ik naar de Verenigde Staten om te pleiten voor de beëindiging van de Amerikaanse bombardementen op Vietnam. In mei dat jaar waren de bombardementen op Saigon zo heftig dat het hele gebied rond de campus van de School of Youth for Social Service was vernietigd. Meer dan tienduizend vluchtelingen kwamen naar onze campus, onder wie vele gewonden die verzorging nodig hadden. Maar op het gebied van voedsel, medische zorg en basale hygiëne waren we hier helemaal niet goed voor toegerust. Bovendien was het heel gevaarlijk om de campus te verlaten en nieuwe voorraden te halen. Toen we door onze voorraad verband heen waren, scheurden de jonge vrouwen hun lange jurken in repen om daar verband van te maken voor de gewonden.
Vanwege deze wanhopige omstandigheden moesten we de zwaargewonden van de campus evacueren. Om hen naar het ziekenhuis te kunnen brengen, moesten we dwars door de gevechtszone heen. We besloten hierbij de vijfkleurige boeddhistische vlag te gebruiken in plaats van de Rode Kruis-vlag. De monniken en nonnen waren gekleed in hun sanghati’s, hun ceremoniële kloostergewaden, en droegen de gewonden naar buiten. De boeddhistische vlag en de gewaden gaven aan dat we een vreedzame groep waren. Gelukkig werkte het en konden we de patiënten evacueren, anders waren velen van hen zeker gestorven.
Tijdens de derde dag van de bombardementen brak er paniek uit op onze overvolle campus. Het gerucht ging dat de anticommunisten de school wilden bombarderen, omdat er zoveel communisten onder de vluchtelingen waren. Toen de mensen dit hoorden, pakten velen hun spullen en vertrokken, maar het bombardement was zo heftig dat ze teruggedreven werden. De communisten en anticommunisten waren aan de rand van de campus in gevecht. Op dat moment nam Thay Thanh Van, een monnik van vijfentwintig jaar oud en tevens hoofd van de school, een grote megafoon om de mensen te vertellen dat ze niet weg moesten gaan, maar ineens dacht hij: Wat als de school echt gebombardeerd wordt? Dan zouden er duizenden mensen sterven en hoe kon hij als jonge monnik hier de verantwoordelijkheid voor dragen? Langzaam liet hij de megafoon zakken zonder iets te zeggen.

Thay Thanh Van besefte dat hij met beide strijdende partijen moest gaan praten. Hiervoor moest hij zich kruipend en sluipend een weg banen door de vuurlinies om te voorkomen dat hij door een van beide partijen zou worden neergeschoten. Als eerste ging hij naar de anticommunisten en overtuigde de leidinggevende officier ervan om de vliegtuigen de opdracht te geven om de campus vol met vluchtelingen niet te bombarderen. Vervolgens ging hij naar de communistische guerrilla’s, die op een hoek van onze campus luchtafweergeschut hadden opgesteld. Hij vroeg hen niet op vijandelijke vliegtuigen te schieten want anders zou de campus als vergeldingsactie worden gebombardeerd. Beide partijen waren geroerd door zijn verzoek en deden wat hij had gevraagd. Het was een wonder. Tijdens deze missie had hij niets anders bij zich dan zijn moed, liefde en mededogen.
In zo’n soort situatie moet je heel erg mindful zijn. Soms moet je direct reageren terwijl je rustig blijft. Als je boos of achterdochtig bent, lukt dat niet. Je moet heel helder zijn. Door de oorlogsomstandigheden verdiepte onze beoefening van geweldloosheid zich. Geweldloosheid bestaat niet uit een aantal methodes die je verstandelijk kunt aanleren. Geweldloos handelen komt op natuurlijke wijze voort uit het mededogen, begrip en de helderheid die je in je hebt.
Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd op 24 februari 2023 en opnieuw geplaatst in het kader van de Nieuw Wij Zomerherhalingen.