Een rode loper op een bedrijventerrein? Jazeker, op deze vrijdagmiddag in september ligt er eentje aan de Koperwerf in Den Haag Zuidwest. Hier is de officiële opening van de Social Sock Factory. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt maken er stevige sokken in blauw- of zwartgrijs.

De bezoekers druppelen binnen – betrokkenen van de gemeente, de Haagse politiek, kunstenaars, pers, initiatiefnemers. De rode loper leidt hen langs een berg spijkerbroeken en reusachtige draadklossen, om uit te komen in de bedrijfshal met drie sokkenbreimachines.

“Als die sokken uit de breimachines komen,” vertelt Martin Vogelzang (58), “lijken het verkreukelde proppen wol. Eenmaal gewassen en gestreken, komen er lekkere warme sokken tevoorschijn. Kijk, ik draag ze zelf ook.” Hij tilt zijn broekspijp op om ze te showen. Vogelzang is een van de twaalf mensen, ‘deelnemers’ heten ze hier, die in de Social Sock Factory werken. Ze strijken en verpakken de sokken in de moderne werkruimte naast de sokkenmachines.

De Social Sock Factory is een onderdeel van het 50|50 Workcenter van het Leger des Heils. Sinds twee jaar werkt Vogelzang hier. Als gevolg van schulden door een online gokverslaving belandde hij op straat. Het werken doet hem goed. Hij is van zijn verslaving af en krijgt binnenkort eigen woonruimte.

Creatief ondernemer Niels Hermus (43) van Let’s Do Goods staat te glunderen bij de volautomatische breimachines. Hij financierde een ervan. Het zijn ingenieuze apparaten vol sensoren, ze lijken wel wat op kleine ruimteschepen. Uit een transparante buis rolt iedere vijf minuten een sok. Zeshonderd paar per week kan de Factory produceren. Hermus: “Daar willen we heen, maar dat duurt nog een paar weken.”

image1
De volautomatische breimachines zijn ingenieuze apparaten Beeld door: Daniëlla van Bergen

“Ik wil de wereld op sokken verbeteren,” verklaart Niels Hermus. “Met onze Social Sock Factory lijkt dat te gaan lukken. Voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt is het dagbesteding of re-integratie. Het Leger des Heils deelt de sokken uit aan dak- en thuislozen. Een schone sok betekent voor velen een verademing.”

Hermus begon 22 jaar geleden in de sokken. “Ik maakte ze voor voetbalclubs. Toen mij in de sportkantine werd gevraagd wat ik van de wedstrijd vond, realiseerde ik me dat ik helemaal niets heb met sport.” Zijn voorraad sportsokken doneerde hij aan het Leger des Heils. Aan de koffie bij het Leger werd hem verteld dat zijn sokken zeer welkom waren: ze worden zelden gedoneerd. Mensen dragen hun sokken op en gooien ze dan weg. Deelnemer Martin Vogelzang: “Ik weet nog goed dat ik soms weken rondliep met vieze sokken.”

Kapotte voeten

Schone sokken zijn belangrijk binnen de hulpverlening van het Leger des Heils. Jan van Oosten (53), manager participatie bij het Leger: “We komen veel mensen van de straat tegen met kapotte voeten. Dat is het gevolg van vieze sokken en slechte hygiëne. Wondjes ontsteken, door verminderde weerstand helen ze niet meer. En met kapotte voeten kom je nergens.” Want zie dan maar eens lopend de stad te doorkruisen, van het daklozenloket aan de ene kant van Den Haag naar de Haagse soepbus aan de andere kant, waar je elke avond gratis soep, brood en koffie kunt krijgen.

Als vrijwilliger gaat Van Oosten met een team regelmatig ’s avonds langs mensen die op straat, in parken, garages en tentjes leven. “Op een avond delen we zo dertig tot veertig paar sokken uit. Zeker in de winter is het leven op straat soms nat en koud. Je kunt niet even schone kleren aantrekken. Als ik iemand een paar sokken kan geven, voelt dat alsof ik hem zijn waardigheid teruggeef.”

Deelnemer René den Dekker (66) weet hoe belangrijk dat is. Hij leefde bijna twee jaar ‘overal en nergens’. “Ik had geen schone kleren meer. Alles was vies.” Na zijn scheiding en het verlies van zijn baan als belastingadviseur, groeiden zijn schulden. Eenmaal in de opvang bij het Leger begon hij bij het 50|50 Workcenter. “Nu zorg ik dat er een papieren wikkel om de sokken gaat.” Dekker heeft nog achttien maanden schulphulpverlening te gaan. Hij woont weer op zichzelf, in een flat.

Na zijn bezoek aan het Leger des Heils kreeg Niels Hermus een idee. Wat als we nu eens sokken ontwerpen met kunstenaars van de straat en een normaal paar sokken doneren aan het Leger voor elk verkocht kunstpaar? “Sokken mét een verhaal maken, dat werd het plan.” Via de Stichting Living Museum Tilburg kwam Hermus in contact met kunstenaars met onder meer een verslavingsachtergrond, psychische problemen of mensen die dak- en thuisloos zijn geweest. De stichting biedt hun atelierruimte en materiaal om te werken onder het motto: kunst en creativiteit brengen een proces van herstel op gang. In eerste instantie reageerden de kunstenaars matig op het project. Ze leven liever in de anonimiteit, wegens de (voor)oordelen waarmee ze worden geconfronteerd. Dak- en thuislozen zijn eng en gevaarlijk, toch?

Maar na een voorzichtige start gebeurden er “mooie en onverwachte dingen”, vertelt Hermus. “Een van de kunstenaars stond met een interview in de krant. Ineens werd hij begroet en durfden mensen een praatje met hem te maken. Voorheen zei nooit iemand wat tegen hem.”

image4

Sinds Wereld Daklozen Dag (elk jaar op 10 oktober) in 2020 lanceert Let’s Do Goods maandelijks een nieuw paar sokken. “De meeste kunstenaars krijgen dankzij de medewerking een flinke dosis zelfvertrouwen,” zegt Hermus. “Ze zijn trots dat hun ontwerp op een sok komt, waarmee ze ook anderen kunnen helpen.” De eerste sokkenontwerper, graffitikunstenaar Dennis van Lieshout, vertelt in een filmpje op de site van Let’s Do Goods bijvoorbeeld dat hij zich realiseerde: “Als ik iets wil doen, kán ik het ook doen.” In de regel koopt Goods het kunstwerk en ontvangt de kunstenaar een vergoeding. Afhankelijk van de situatie is dat voor de een bijvoorbeeld een giftcard, voor de ander verf om te schilderen.

Samen werken én breien

Jan van Oosten hoorde anderhalf jaar geleden via een collega dat Niels Haagse sokkenkunstenaars zocht. Hij kreeg een idee. Hoe mooi zou het zijn als het Leger des Heils en Goods de krachten bundelden? Van Oosten wist: Hermus had al 20.000 sokken gedoneerd. Maar deelnemers konden die sokken ook zelf breien in het 50|50 Workcenter van het Leger. Daar repareren deelnemers onder meer al leasefietsen van SWAP en pakken ze IJslands mos in voor in kerststukjes. Grondstoffen voor garen waren er ook: bij het onderdeel ReShare van het Leger komt jaarlijks zo’n tachtig miljoen kilo gebruikte kleding binnen.

Kunstsokken kopen?
De kunstsokken van Let’s Do Goods kosten € 12,50. Je koopt ze in museumshops, Wereldwinkels en online. Duur? Dat valt mee, vindt Niels Hermus. “Eigenlijk krijg je voor dat geld twee paar. Voor elk verkocht paar wordt één paar sokken uit de Social Sock Factory aan hulporganisaties gedoneerd. Zo kan iedereen op sokken de wereld verbeteren.”

Hermus was direct enthousiast. Hij was zelfs bereid een breimachine te financieren. Het hele productieproces – van het breiklaar maken van het garen tot het strijken en inpakken van de sokken – zou dan in handen komen van deelnemers.

En nu is dat idee werkelijkheid geworden. Aan een grote tafel in het 50|50 Workcenter trekken deelnemers de vezels van spijkerbroekenstof met een speciale naald uit elkaar. Tijdens het ruim vijf maanden proefdraaien van de Factory bleken die broeken het meest geschikt als grondstof. Veel andere kleding bevat synthetische garens en die kun je niet goed recyclen. Maar in die spijkerbroeken zit alleen maar katoen. Daar kun je prima garen van spinnen, waar dan weer de sokken van gebreid worden.

image2 – kopie
Niels Hermus, René den Dekker en Martin Vogelzang Beeld door: Daniëlla van Bergen

Het uit elkaar trekken van die vezels is een sociaal gebeuren,vzegt Van Oosten. “Tijdens het werk aan de tafel gevenvdeelnemers elkaar tips over bijvoorbeeld schuldsanering envtoelages. Het is als het ware praten en breien tegelijk.”

Toen de juiste grondstof was gevonden voor het garen, volgde het experimenteren met de breimachines. In het begin haperden ze. De draad van gerecyclede spijkerbroeken brak snel of was te dik. Het was zoeken naar de juiste dikte. En dan de sokken zelf. Het team kreeg feedback van mensen die ze droegen. De sokken zaten te strak rond de enkels, ze pluisden. Van Oosten: “Dit alles hebben we meegenomen en momenteel zijn we tevreden over het resultaat. We maken nu een stevige wandelsok.”

Het feest aan de Koperwerf is in volle gang. De knaloranje Haagse soepbus is er ook. Dat komt goed uit, feesten maakt hongerig. Niels Hermus staat tevreden in de rij voor een kom groentesoep met balletjes. “De sokkenproductie komt ook lekker op gang’, zegt hij. ‘Van de week ga ik weer eens langs.”

VIRTU_23069_Adv_Banner_Genoeg_2000px
geraldine

Geraldina Metselaar

Geraldina Metselaar is zelfstandig journalist.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.