Idealisten zijn geen optimisten – maar ook geen pessimisten.
Optimisme reikt ons een roze bril aan. Het laat ons vertrouwen op het huidige systeem. Wie oog heeft voor de mate waarin machteloze mensen en ecosystemen wereldwijd worden beschadigd heeft dat vertrouwen niet. Moeten we niets eens kritisch kijken naar onszelf en onze manier van leven? Een blik in de spiegel kan helpen om de oorzaak van veel problemen te begrijpen. Optimisten lachen de zorgen weg, “we leven in een gaaf landje”. Optimisme lijkt slim, maar maakt naïef en duikt voor verantwoordelijkheid. Idealisten weigeren die roze bril.
Idealisten zijn evenmin pessimisten. Oog in oog met alle problemen is pessimisme het láátste wat we nodig hebben. Pessimisten zijn de beste stuurlui aan wal. Pessimisme maakt slap. Het lost niets op.
Idealisten daarentegen houden hoop, zonder roze bril en zonder de ogen te sluiten voor de problemen. Zij zien het lot van de ander en nemen hun verantwoordelijkheid. Ze zijn bereid tot zelfreflectie en systeemreflectie. Idealisme betekent inzet voor een ideaal. Idealisten komen in beweging en zijn bereid om hun gewoontes te veranderen, als dat nodig mocht zijn voor het algemeen belang.
Er is geen optimisme invloedrijker dan het vooruitgangsoptimisme. Daarom bespreek ik in deze slotaflevering hoe idealisme zich daartoe verhoudt.
Vooruitgangsoptimisme
Vooruitgangsoptimisme is het geloof (de ideologie) dat alles goedkomt wanneer op twee krachten vertrouwen: de vrije markt en technologische vooruitgang. Over de vrije markt ging het vorige deel. Hier heb ik het over de rol van technologie.
Geloven dat technologische innovaties de sociale problemen zullen oplossen heet ook wel ecomodernisme. Ecomodernisten wijzen graag op transformatieve innovaties zoals waterstofenergie, afbreekbaar plastic, het afvangen en opslaan van koolstof (CCS), synthetisch voedsel, kernenergie (inclusief kernfusie) overdekte steden vol tiny houses met climate control, genetisch gemodificeerde planten en dieren, cyborg (in organismen geïmplanteerde chips), biohacking (een combinatie van cyborg en gentech) en geo-engineering (het ingrijpen in de atmosfeer van de aarde).
Ecomodernisme leidt tot intensificatie: mensen wonen en werken dicht op elkaar en de landbouw produceert zo efficiënt mogelijk, zodat er voedsel is voor iedereen én minder belasting voor de natuur. Consequent doordenkend kom je dan bij het ontkoppelen van mens en natuur, bij een technologisch geschapen leefsfeer.
Extreme ecomodernisten hangen zelfs het transhumanisme aan. Deze ideologie streeft naar het ontwerpen van nieuwe menstypen wier lichamen steeds meer bestaan uit technologie. Dat opent futuristische mogelijkheden, zoals mensen die kunnen leven op een opgewarmde en uitgedroogde aarde en die hun bewustzijn kunnen uploaden naar een computer. Daarmee zou de mens ontsnapt zijn aan de klimaatcatastrofe – en aan zichzelf.
De oplossing van de klimaatcrisis komt uit dezelfde koker als het probleem zelf, zo menen ecomodernisten. Dat is een sympathiek uitgangspunt. Een reden om wantrouwig te worden ligt in het feit dat ecomodernisme geen aandacht besteedt aan privileges: zo ‘modern’ is het dan weer niet. Wat zien we als we modern, dus: kritisch, kijken naar de gevolgen van technologische ontwikkeling?
Technologie laat ons heersen en beheerst worden
Technologie behoort bij de mens. De vroegste mens maakte hulpmiddelen zoals vuistbijl, boot en pijl&boog, om te overleven in wisselende omstandigheden. Ons lichaam is beperkt: we hebben vacht, klauw noch vleugel. We compenseren het ontbreken van zulke lichamelijke ‘specialisaties’ met cognitieve vermogens: taal, teamwork en technologie. Zo kon homo sapiens zich als homo faber, de werktuigmakende mens, verspreiden vanuit Afrika over alle continenten en zelfs de ruimte.
Technologie is een tweesnijdend zwaard, zo luidt het cliché. Niet alleen omdat al de vuistbijl en het gecontroleerde vuur ook moordwapens waren. Ook omdat technologie onze handelingsruimte verruimt en beperkt. Het beïnvloedt, vaak ongemerkt, ons bewustzijn. Homo faber beziet de omgeving in het licht van wat hij met zijn werktuig kan doen. De boer taxeert het veld als akker, de horeca-eigenaar ziet ruimte voor een terras, de geoloog vermoedt een bepaalde samenstelling van de bodem, de jager ziet wildsporen. Daarmee verdwijnen aspecten van de omgeving die niet uitnodigen tot interventie stilletjes uit beeld.
Voorbeelden: autobezitters lopen en fietsen soms minder dan ze zouden willen; wie een navigatiesysteem gebruikt, verleert de weg te vinden; mensen gaan zich in bepaalde situaties gedragen zoals ze kennen uit films en tenslotte: écht reizen is steeds moeilijker als er bereik voor je smartphone is in de hotels met airco, zodat je gemakkelijk in de westerse bubbel blijft hangen. Enzovoort. Technologie geeft en neemt. Alles heeft zijn prijs.
Zulke observaties lijken anti-technologisch. Dat is echter te simpel gedacht. Een anti-technologische houding zou volslagen illusionair zijn. In plaats van anti-technologisch zijn de observaties pro-reflectief bedoeld. Autonoom omgaan met technologie is: machines kunnen aan- en uitzetten; apparaten gebruiken én ervan loskomen om waar te nemen wat ze met ons doen. Anders doen we onszelf tekort. Wat begon als middel, wordt doel op zich. Dat verkleint onze keuzemogelijkheden en dus onze autonomie.
Ware autonomie is iets anders dan je opsluiten in de illusie dat je zonder anderen kan bestaan en dat je je omgeving mag gebruiken voor je eigen doel. In werkelijkheid communiceren wij voortdurend met onze omgeving. We zijn een deel van de natuur die we niet beheersen en we bestaan dankzij medemensen die we – als het goed is – evenmin beheersen. De mensen om ons heen hebben hun eigen doelen, en de natuur evenzo. Alleen wanneer ik die eigenheid om mij heen respecteer, heeft mijn autonomie zin. Dat geeft het leven zijn waarde: jezelf zijn en erbij horen; autonomie en vriendschap. We hebben beide nodig om gelukkig te zijn. Laten we dat ‘çommunicerende autonomie’ noemen.
Momenteel echter proberen we de natuur te beheersen met technologie die ons beheerst – en zo verliezen wijzelf op beide fronten.
Wie zijn autonomie ten opzichte van onze apparaten wil verdedigen of terugwinnen, moet soms door de pijn heen van het besef, afhankelijk te zijn geworden. Grappig genoeg loopt een gesprek hierover meestal vast op het verdedigen van autonomie. Zodra iemand ons wijst op de (bewustzijns-) prijs van technologie, voelen we ons aangevallen: ‘jij bepaalt niet wat ik doe’. Het is aantrekkelijker om degene die je een spiegel voorhoudt, te bestrijden als moralist, dan onvrede te voelen over onze afhankelijkheid van gadgets, onze gevangenschap in denkmodellen, ons afwentelen van milieuschade op volgende generaties.
Hoe meer technologie we gebruiken, hoe meer innerlijke autonomie vereist is. Het is niet of-of, maar en-en. Het moet gelijk op gaan. Wat dat betreft hebben we een achterstand in te halen. Die opdracht geven we onszelf met onze technologie.
De waarde van de natuur
Hoe doe je dat? Wel, zonder technologie zouden we nog in ‘de natuur’ leven. Hoe meer technologie er kwam, hoe groter onze afstand tot de natuur werd. Dus als we autonomer ten opzichte van technologie willen worden, ligt het voor de hand om regelmatig de omgekeerde beweging te maken: de natuur in. Niet als vlucht voor technologie, maar als stap naar innerlijke vrijheid.
Volg een hommel in zijn zoektocht naar nectar, een zwaluw in zijn vlucht. Hoor de wind, de branding, de vogelzang. Let bij een eenjarige plant op de vormverandering van de bladen, van onder naar boven aan de stengel. Ruik de rozemarijn en de kamille. Voel de koude gladde steen aan je blote voeten. Verlies je tijdsgevoel. Let op het jaarverloop, het steeds veranderende licht, de sterrenhemel, de wolkenlucht. Je ervaart dan nieuwe kanten van jezelf die alleen de natuur kan oproepen.
Wij zijn natuur – en we zijn homo faber. Het is aan de homo sapiens om hen op de juiste wijze te verenigen.
Technologie als tegenwerking
Nu kun je tegenwerpen: “goed, je moet individueel wat vrijheid houden ten opzichte van je apparaten. Maar ecomodernisme heeft het over de grote maatschappelijke problemen. Daar is technologie toch gewoon nodig?” Zeker, zonder technologie gaat het niet. Maar zonder bezinning op de rol van technologie evenmin.
Hier volgen vijf voorbeelden waarin technologische vernieuwingen niet in het algemeen belang werkt. Er is ongetwijfeld veel meer te noemen.
Ten eerste is consumentenelektronica ontworpen om mensen te verleiden. Inmiddels weten we dat juist negatieve emoties vragen om versterking en dat mensen dus geneigd zijn om haatdragende boodschappen op social media aan te klikken. De algoritmes versterken de boodschappen waarop vaak geklikt wordt en dus de haatgevoelens. Voor te veel mensen zijn berichten die zij via deze zijde krijgen, de enige nieuwsbron. Niet alleen individuele verslaving, maar ook sociale ontwrichting wordt dan het bijverschijnsel van het verdienmodel van tech-bedrijven.
Ten tweede verleidt de digitalisering van informatie (data) ons, door kunstmatige intelligentie via algoritmen en andere modellen, tot steeds verder dragende beslissingen. Het lijkt slim, maar het kan er enorm naast zitten. Denk aan door drones afgevuurde raketten die onschuldigen raken. Denk aan modellen waarmee de banken werkten voorafgaand aan de crisis van 2008 – en nog steeds. Onze samenleving wordt sterk beïnvloed door beslissingen op basis van zulke ontmenselijkte modellen. Maar van openheid of transparantie is geen sprake: niemand neemt inhoudelijke verantwoordelijkheid. De Toeslagenaffaire die in 2021 leidde tot het aftreden van het kabinet toont wat er gebeurt als overheidsdienaren zich niet bekommeren om de context van hun handelen.
Ten derde zijn de omvang en complexiteit van ICT-netwerken, sociale mediabedrijven en blockchaintechnologie zo toegenomen dat zij zich onttrekken aan democratische controle. De goedkoopste en makkelijkste beleidslijn is om mee te bewegen en ze alle ruimte te geven, in communicatie, gezondheidszorg (QR-codes), onderwijs en geldstelsel. Dat zou echter de weg van de minste weerstand zijn en is niet verenigbaar met de democratie, het is eerder een stap terug naar een regering van de elite (zie het derde artikel in deze reeks).
Ten vierde bevatten veel van onze producten niet-afbreekbare en schadelijke chemicaliën. Onafhankelijk onderzoek en controle daarop lopen ver achter op de productie. We maken de aarde en onszelf steeds ongezonder. Bedrijven maken grote winsten over de rug van de gezondheid van velen.
Ten vijfde gaat het winnen van de grondstoffen voor onze technologie gepaard met geweld, uitbuiting en vervuiling. Denk aan de kinderarbeid in de mijnen van Congo of de vele grondstoffen van Afghanistan.
Ik geloof niet dat we een bepaalde technologie principieel moeten afwijzen – tenzij die de omgeving vervuilt, of bedoeld is om onschuldig leven te beschadigen. Wel is duidelijk dat technologische ontwikkelingen vragen om sturing, bijvoorbeeld door te vragen: hoe kan deze technologie worden ingezet ten bate van het algemeen belang? En hoe voorkomen we dat hij het algemeen belang schaadt? Welke waarborgen zijn daartoe nodig? Zolang ecomodernisme te optimistisch is om die vragen te stellen, biedt het geen serieus alternatief voor idealisme. Om die reden, en vanwege de noodzakelijke begrenzing van de vrije markt (zie vorige artikel), zijn idealisten geen vooruitgangsoptimisten.
Wat is vooruitgang?
Het is goed om de oren te spitsen wanneer iemand pleit voor ‘vooruitgang’. Meestal wordt daarmee technologische ontwikkeling bedoeld en die versmalt ons tot beheersende en beheerste wezens, als we geen maatregelen daartegen nemen.
Ik stel voor dat we iets pas ‘vooruitgang’ noemen als het algemeen belang aantoonbaar wordt gediend. Zoals we zagen, vraagt dat op zijn beurt om overlegdemocratie en op toetsing aan idealen. Ik hoop dat een ‘kritische massa’ bereid is om dit te beoefenen. Maar ik ben niet optimistisch over de weerstand vanuit de hoek van de privileges.
Dit is het vijfde en laatste deel van de artikelenreeks ‘Polarisatie of democratie?’ waarin filosoof Maurits in ’t Veld een visie schetst die de democratie behoudt én het algemeen belang veilig stelt. In het dossier zijn alle artikelen te vinden.