Rens de Jong* voelt zich niet thuis in een van de hokjes ‘man’ of ‘vrouw’. Hij (de voornaamwoorden worden hier door elkaar gebruikt) is non-binair en valt daarmee buiten de tweedeling van mannen en vrouwen. Rens werd geboren als meisje, maar merkte al vroeg dat ze zich niet zo voelde. Maar ja, als je geen meisje bent, wat ben je dan? Rens: “In mijn hoofd bleef over dat ik een jongen was, maar al snel dacht ik: nee, dat is het ook niet. Al voelde ik me dus ook geen meisje. Ik dacht dat ik raar was. Non-binair kende ik niet; ik had nog nooit een term gehoord voor hoe ik me voel.”
Ingewikkeld verhaal
Toen Rens een jaar of dertien was zag ze een advertentie op Facebook van Movisie, waarin werd gevraagd naar stoere meisjes en gevoelige jongens. Rens reageerde. “Ik ben daar naartoe geweest en hoorde voor het eerst termen als ‘gender non-conforming’. Eenmaal thuis heb ik dit direct opgezocht op internet. Toen kwam ik ineens allerlei termen tegen als ook ‘non-binair’.” De zoektocht naar zijn identiteit was klaar toen Rens een jaar of zestien was.
Sinds Rens als non-binair door het leven gaat, heeft hij regelmatig te maken met nare situaties in het openbaar. Als ze naar buiten gaat zelfs elke dag. Vooral toiletten zijn een struikelpunt, want naar welke wc ga je? Rens: “Dat is een ingewikkeld verhaal, omdat je je sowieso niet prettig voelt op een van de twee, maakt niet uit welke. Mensen zeggen weleens tegen me dat ik in de verkeerde rij sta. Of ze stappen zelf bij het toilet naar buiten om te kijken of ze in het goede hokje zijn. Dat is heel ongemakkelijk.”
Die ongemakkelijkheid komt voort uit het feit dat veel mensen niet gewend zijn aan een spectrum tussen de binaire tweedeling van ‘mannen’ en ‘vrouwen’. Onze maatschappij is verdeeld in hokjes. Dat is bijvoorbeeld terug te zien bij het invullen van formulieren, maar ook in de taal. We maken onderscheid tussen ‘tante’ en ‘oom’, ‘broer’ en ‘zus’ en ‘opa’ en ‘oma’. Het wordt ons met de paplepel ingegoten om te geloven in mannelijk en vrouwelijk. Waar komt dat vandaan?
Liedeke Plate, hoogleraar Cultuur en Inclusiviteit aan de Radboud Universiteit, vertelt dat er vooral in de negentiende eeuw een sterke tweedeling is gekomen in de maatschappij tussen mannen en vrouwen. Plate: “Voorheen werkte iedereen gezamenlijk op de boerderij. Met de Industriële Revolutie kreeg je in de stad een verdeling tussen een privésfeer thuis, dat steeds meer het domein van de vrouw werd, en een publiek domein, dat steeds meer het domein van de man werd. De man moest buitenhuis werken en de vrouw deed dingen binnenhuis. Op een gegeven moment werd dat ook betaald werk tegenover onbetaald werk. Dit is heel belangrijk geweest voor de manier waarop we nog steeds onze maatschappij inrichten.”
Het doorbreken van gendernormen
Heel normaal is het om ook invulling te geven aan het soort gedrag dat typisch bij één van de twee genders zou horen. Zo verwachten we van mannen dat ze stoer en sterk zijn, terwijl vrouwen juist zorgzaam en beleefd zouden moeten zijn. Remco Boxelaar, oprichter van de organisatie Corporate Queer, voelt zich niet op zijn gemak bij die genderrollen. Hij geeft aan zelf weleens tegen het non-binaire aan te zitten. “Als iemand mij met respect aanspreekt en daarbij voor ‘zij’ of ‘haar’ kiest, vind ik dat helemaal prima.” Hij stelt dat het vaak onnodig is elkaar continu te categoriseren als man of vrouw en moedigt mensen in het bedrijfsleven aan om in je e-mail je voornaamwoorden te vermelden om duidelijk te maken hoe je het liefst aangesproken wil worden.
Uit Amerikaans onderzoek uit 2007 blijkt dat kinderen van veertien al geïnternaliseerde gendernormen hebben. Om het in de hand werken van stereotyperingen bij jonge kinderen tegen te gaan, riep minister Van Engelshoven (emancipatie) afgelopen september speelgoedfabrikanten op om rolbevestigend speelgoed in hun collectie onder de loep te nemen. Dit voorstel lijkt Boxelaar heel goed. Zelf speelde hij vroeger stiekem met de poppen en barbies van zijn zus. Het gevoel dat daarbij kwam kijken kent hij nog heel sterk.
“Ik zou willen dat je als kind zelf mag kiezen in plaats van dat je iets in het geniep moet doen, omdat je denkt dat het eigenlijk niet mag. Toen mijn oma overleed mochten de kleindochters sieraden van oma uitkiezen, terwijl ik ook graag sieraden draag. Daar werd in eerste instantie niet aan gedacht. Inmiddels ben ik 28 en erg open over mijn genderidentiteit en seksualiteit, maar het lijkt me heel goed als je dit op jongere leeftijd al vrijer kan beleven.”
Plate sluit zich daarbij aan: Het zou volgens haar niet eens zozeer moeten gaan over met welke kleur step een jongen speelt, maar veel meer over dat iedereen met alles kan spelen. Een jongetje wordt dan niet gepest wanneer hij met een Frozen-jurk wil rondlopen. Ook Rens de Jong denkt dat dit soort dingen belangrijk zijn voor de ontwikkeling van kinderen. “Elk kind zou gendervrij moeten kunnen spelen. Dat betekent niet dat een kind voortaan alleen maar geel en groen zou moeten dragen omdat dat neutraler is dan roze en blauw. Het gaat erom dat er geen verschil hoeft worden gemaakt in jongetjes en meisjes. We zijn gewoon mens en het enige wat anders is, is je geslachtsdeel en eventueel of je borsten hebt of niet. En dan nog definieert jou dat niet, vind ik.”
Stoere, rokende cowboy
De verwachtingen die we hebben over het gedrag van mannen en vrouwen veranderen door de tijd. Plate: “Mannelijk en vrouwelijk zijn sociale constructies die historisch en geografisch zijn bepaald. Als je naar andere plekken en andere tijden kijkt, zie je dat daar andere normen zijn en andere praktijken.” Een voorbeeld is de kleur roze. Vóór de Tweede Wereldoorlog was nog roze een stoere mannenkleur, die werd geassocieerd met passie en strijdbaarheid. Tegenwoordig hebben de geboortekaartjes van meisjes juist een roze kleur. Andersom gebeurde hetzelfde met roken. Waar reclame voor sigaretten vroeger iets heel vrouwelijks was, vond de tabaksindustrie het op een gegeven moment tijd dat meer mannen zouden gaat roken. Daarna volgde met de reclames van Marlboro Man het beeld van een stoere, rokende cowboy, waardoor er een mannelijke betekenis aan roken werd gegeven die mensen vervolgens gingen geloven. Plate: “Tegenwoordig zijn er allerlei meer feminiene waardes waarvan we vinden dat een man ze moet hebben. Denk aan hoe je omgaat met je personeel en dat je empathisch kunt zijn. De invullingen van wat mannelijk is en wat vrouwelijk blijven dus altijd veranderen.”
Waarom werkt ‘genderneutraal’ voor sommigen zo aanstootgevend? Wanneer het aankomt op een meer fluïde manier van kijken naar gender, stuiten mensen nog altijd op onbegrip. Ze snappen niet dat er meer is dan een ‘man’ of een ‘vrouw’ en plaatsen op sociale media reacties waarin ze aangeven tégen genderneutrale toiletten in openbare ruimtes te zijn en waarin ze lacherig schrijven dat ‘mannelijk, vrouwelijk of onzijdig’ hen aan de Duitse taal doet denken. Waarom is het gegeven dat er meer is dan enkel ‘man’ en ‘vrouw’ voor sommigen zo aanstootgevend? Een meer dynamische manier van genderbeleving betekent toch niet dat zij als individu geen man of vrouw meer mogen zijn? Plate denkt dat dit verzet te maken heeft met ons tijdperk, waarin al zoveel onzeker is. “Mensen kunnen denken dat het gegeven van ‘man-vrouwdenken’ de enige houvast was die ze nog hadden. En als dan ook dat niet meer vanzelfsprekend is… Het heeft vaak ook te maken met opleidingsniveau en een onzekere situatie in de omgeving. Mensen hebben bijvoorbeeld geen baanzekerheid meer. De samenleving raakt daardoor sterk gepolariseerd.” Ook het internet kan daaraan bijdragen. Plate: “Aan de ene kant kun je online veel meer gelijkgezinden vinden en zien dat er veel variatie is in genderidentiteit. Aan de andere kant dragen internet en sociale media bij aan polarisatie, wat dus ook de negatieve kant kan versterken.”

Aandacht voor mannelijkheid
Uit een studie van Tim Savenije en Jan Willem Duyvendak uit 2013, gepubliceerd in Sociologie, blijkt dat mannen elkaar dwingen tot genderconform gedrag om de status van mannen als dominante groepte waarborgen. Mannen die zich ‘vrouwelijker’ gedragen, en dus huilen als een vrouw of rennen als een meisje, zouden de status van de man als groep bedreigen. Andersom meten succesvolle zakenvrouwen zich vaak ‘mannelijke’ eigenschappen aan om mee te kunnen doen aan de top. In emancipatiebewegingen is er, geheel terecht, gekeken naar de onderdrukking van de vrouw. Maar zullen mannen ook niet baat hebben bij het doorbreken van gendernormen, ook al brengt het man-zijn privileges met zich mee? Plate: “Toen ik bij Gender Studies kwam heb ik me er lang tegen verzet om het over mannen te hebben. Dit was namelijk dé plek waar er eindelijk een keer aandacht was voor vrouwen. Maar ik ben nu van mening dat aandacht voor mannelijkheid als een geconstrueerd gender ook belangrijk is. Emancipatie moet van iedereen zijn. Zowel mannen als vrouwen hebben te winnen aan meer aandacht en een bewuste manier van hoe de maatschappij hiermee omgaat.”
Aandacht en bewustwording
De vraag is hoe het grote publiek zich meer bewust zou kunnen worden van de diversiteit die er is wanneer het gaat om gender. Ontbreekt het in Nederlandse media bijvoorbeeld nog aan rolmodellen en zichtbaarheid? We kennen Ryanne van Dorst, die als bekende Nederlander ervoor uitkwam als hermafrodiet geboren te zijn. Dat betekent dat ze chromosomaal, inwendig en uitwendig dubbelslachtig is geboren. Verder zijn het vooral internationale voorbeelden naar wie genderfluïde mensen kunnen opkijken. Denk aan de Britse singer-songwriter Sam Smith, die naar buiten bracht non-binair te zijn en te willen worden aangesproken met ‘they’.
Boxelaar: “Ik denk dat het helpt als er meer Nederlandse rolmodellen zouden bestaan. Dat maakt het ook in onze eigen taal gemakkelijker om te praten over bijvoorbeeld mensen die zich identificeren als non-binair.” Plate is het ermee eens dat er in Nederland nog relatief weinig aandacht wordt besteed aan het minder binair denken over genders. “Dit is nog heel erg in ontwikkeling hier. Het zou helpen als meer publieke figuren er iets mee zouden doen.”
*Dit is niet de echte naam. De echte naam van deze persoon is bekend bij de redactie en wordt om privacyredenen niet vermeld.
“Het wordt ons met de paplepel ingegoten om te geloven in mannelijk en vrouwelijk. Waar komt dat vandaan?” Ik heb het niet getweet maar ik kan wel een antwoord geven op die vraag: omdat er nu eenmaal (o.a. biologische) verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. Tegenwoordig lijkt het bijna alsof ik hiermee iets raars zeg maar ik begrijp niet dat dit niet langer iets vanzelfsprekends is. Als iemand als hermofradiet geboren is dan is dat in mijn optiek heel wat anders dan iemand die biologisch gezien duidelijk een man of een vrouw is, maar zich anders voelt. Ik wil daarmee niet zeggen dat die gevoelens niet oprecht zijn overigens, want dat geloof ik best. De vraag is, verandert hoe ik mij voel iets aan de biologische werkelijkheid, én, moet iedereen meegaan met mijn gevoel en mij daarin bevestigen? Veel mensen zouden deze vraag tegenwoordig positief beantwoorden en ik begrijp oprecht niet waarom. Ik ben een man (universitair opgeleid in tegenstelling tot wat mevrouw Plate suggereert), ik ben in de 30, ik ben blank (waar ik mij tegenwoordig ook al schuldig over zou moeten voelen geloof ik) en ik ben ongeveer 1 meter 80. Dit zijn feiten. Ik kan van alles voelen of willen maar ik zal nooit een 20-jarige Aziatische vrouw zijn van 2 meter.
De opmerking dat de sterke tweedeling tussen man en vrouw te herleiden zou zijn tot de 19e eeuw en de Industriële revolutie vind ik wel heel bijzonder. Er zullen toen vast belangrijke ontwikkelingen hebben plaatsgevonden maar daarvoor zou er geen sterke tweedeling zijn geweest tussen man en vrouw? Natuurlijk past dat beter in een plaatje van sociale normen die ons opgelegd worden ipv een biologische werkelijkheid maar dat maakt het nog niet waar of geloofwaardig.
Verder vind ik het bijzonder dat ‘men’ tegenwoordig een vrouwenquotum instelt en diversiteit hoog in het vaandel heeft staan en daarvoor als argument gebruikt dat het voor een bedrijf heel goed is om bvb mannen én vrouwen te hebben (iets waar ik prima in mee kan gaan overigens) en in dezelfde adem beweert dat mannen en vrouwen helemaal hetzelfde zijn. Ik ben geen filosoof of iets dergelijks maar die twee zaken lijken mij toch niet naast elkaar te kunnen bestaan. Volgens mij moet je kiezen, óf feminisme, óf transgenderisme. Beiden gaat niet.
”Mensen zeggen weleens tegen me dat ik in de verkeerde rij sta. Of ze stappen zelf bij het toilet naar buiten om te kijken of ze in het goede hokje zijn. Dat is heel ongemakkelijk”. Dat geloof ik best en ik vind dat we iedereen altijd met respect moeten behandelen en een ander zich niet onnodig ongemakkelijk te laten voelen. Maar wat als ik als ouder het oprecht niet prettig vindt als er op school ineens biologische jongens die zich meisjes voelen worden toegelaten in de kleedkamer van mijn dochter? Daar zou ik mij oprecht ongemakkelijk bij voelen. Zou mijn ongemakkelijkheid daarbij dan ook mogen tellen?
Daarnaast is er natuurlijk nog het probleem van sport etc. Een gemiddelde biologische man heeft normaal gesproken natuurlijk meer spierkracht etc. dan de gemiddelde biologische vrouw…