Al vele jaren was door Dominicanen in Nederland uiting gegeven aan het verlangen een eigen theologieopleiding op te zetten als een alternatief voor de bisschoppelijke instituten. Gezien het aantal Dominicanen dat les zou kunnen geven, zag het er niet naar uit dat dit ooit mogelijk zou worden. Op het provinciaal kapittel van 1985 kwam de toenmalige coprovinciaal, André Lascaris, met het voorstel een theologisch onderzoekscentrum op te zetten. Dit centrum moest de Dominicaanse studietraditie voortzetten, helpen een bevrijdende theologie te ontwikkelen in West-Europa en een plaats zijn van theologisch onderzoek naast de van kerken en overheid afhankelijke theologische instellingen. Bij de opening werd benadrukt dat de grondslag van het centrum het plezier is om theologisch actief te zijn
Aanvankelijk werd niet gedacht aan een gebouw. De onderzoekers zouden elke veertien dagen ergens bijeenkomen en hun onderzoek met elkaar delen. Al gauw werd toch gekozen voor een plaats. Onder leiding van de Dominicaan Jan Boks werden er in het Albertinum mooie werkkamers gebouwd. Karakteristiek voor het centrum was dat het bestond uit senior onderzoekers, die de voortgang van het centrum garandeerden en junior onderzoekers die voor vier jaar in dienst zouden zijn en zorgen dat het centrum zich bleef vernieuwen. Vele jaren waren de junior onderzoekers allen vrouwen; het duurde tot 1993 tot een van de senior stafleden een vrouw was.
In deze vijfentwintig jaar traden er allerlei veranderingen op. Een dergelijk centrum bestond immers nog niet en de eerste onderzoekers moesten hun weg nog vinden. Er was aanvankelijk zelfs geen coördinator – dat werd in het begin ook niet noodzakelijk gevonden. In de loop van de tijd bleek dit toch nodig te zijn. De functie van coördinator werd later vervangen door die van directeur. Manuela Kalsky was de eerste directeur van het centrum. Werd de eerste jaren de ruimte voor publicaties in al bestaande bladen gezocht, of voor de vorm van een boek gekozen, vanaf 1995 verschenen er tot 2003 elk jaar een cahier. De plek van vestiging verhuisde: van het Albertinum naar de Erasmustoren op het terrein van de Radboud Universiteit en in 2012 naar het Corvershof te Amsterdam, waar in hetzelfde jaar via een samenwerkingsverband tussen het DSTS en De Nieuwe Liefde de Edward Schillebeeckx leerstoel voor Theologie en Samenleving aan de theologische faculteit van de VU werd gevestigd.
Het DSTS is als instituut in de afgelopen 25 jaar volwassen geworden. Met de multimediale website-projecten Reliflex.nl en Nieuwwij.nl heeft het theologisch onderzoek en actuele vragen in de samenleving weten te verbinden en zo de Dominicaanse ‘prediking’ een eigentijds, nieuw impuls weten te geven. De dominicaan André Lascaris, the founding father van het DSTS, geeft ook na 25 jaar nog steeds zijn bijdrage op het digitale marktplein Nieuwwij.nl. Ook al zijn er inmiddels nog maar zo’n 80 dominicanen in Nederland, hun stem blijft onder andere via het DSTS in de Nederlandse samenleving op een eigentijdse manier klinken – inmiddels al 25 jaar.
Op 7 september zal dat in De Nieuwe Liefde in Amsterdam met een symposium worden gevierd. Zet u het alvast in uw agenda? De uitnodiging volgt.
De staf van het DSTS: Manuela Kalsky, André Lascaris, Nora Asrami en Heleen Ransijn.
Hieronder vindt u een filmpje dat werd gemaakt in het kader van 20 jaar DSTS waarin o.a. de bekende theoloog Schillebeeckx nog te zien is.
Namens de Oecumenische Basisgemeente De Werkplaats in Zwolle: kunnen wij naar elkaar doorlinken?
Onze website is: http://www.basisbewegingzwolle.nl
Met vriendelijke groet,
Karel Weiland
Graag zou ik van de heer Karel Weiland een reaktie krijgen op de volgende vraag:
was u rond 1967 vicaris in de Johanneskerk te Overvecht in Utrecht?
Dan heb ik nog met u samen gewerkt aan een project dat voor die tijd bijzonder was.
U zult mijn naam misschien niet herinneren, maar misschien herkent u mij als ik schrijf dat ik klein van gestalte ben, 1 m. 36.Er is in mijn leven veel gebeurd/veranderd maar ik ben een blij mens gebleven.
Als u tijd heeft en interesse wilt u dan reageren. Ik denk nog graag terug aan u en uw voordrachten.
Vriendelijke groet,
Carl Spall.