Alledaags kwaad is kwaad wat elke dag voorkomt. Nou ja, kwaad dat elke dag voorkomt kan nooit zo erg zijn. Het is meer gewoon kwaad, onderdeel van het gewone leven. Wie is nou niet elke dag wel even kwaad? Je komt te laat of een ander komt te laat. Pats boem kwaad! Of je hebt helemaal geen zin om te komen maar je moet wel. Wham… kwaad! Iemand zegt wat, iets stoms bijvoorbeeld, en ja hoor, kwade blikken om over erger maar niet te spreken.
Het alledaagse kwaad gebeurt dus elke dag. Het is klein kwaad, onbelangrijk kwaad, pietepeuterig kwaad. Of niet soms? In hoeverre vormt de optelsom van al die kleine kwaadjes, al die ergernissen, al die ingehouden verwensingen de voedingsbodem voor groot kwaad? Over kleine dingen kwaad zijn, voelt genant aan. Dat is kinderachtig, onvolwassen. Maar kijk aan, daar is een groot kwaad waar je je lekker over kunt opwinden. Je kunt je kwaad maken over al die buitenlanders of over al die binnenlanders, je kunt je kwaad maken over die linkse mensen of over die rechtse mensen, over gelovigen of juist over ongelovigen. Heerlijk toch al die mogelijkheden? Weg van het kinderachtige kwaad, op naar het bestrijden van het grote kwaad! Waaaauw, de grote boosdoener is gevonden.
Waarom zijn er zoveel mensen kwaad? Als alles goed gaat – je bent gezond, je vrienden en familie zijn gezond, je hebt geen honger, je bent niet rijk maar ook niet arm, de zon schijnt, de lente begroet je of de zomer – waarom zou je dan kwaad zijn? En toch gebeurt het. Nederland behoort tot de vijf rijkste landen en toch zijn er heel veel mensen elke dag kwaad. Zou kwaad zijn iets met angst te maken hebben? Angst dat je er niet bij hoort, angst dat er naar jou niet geluisterd wordt, angst dat alle voordeeltjes aan jouw neus voorbij gaan, angst voor later, angst voor vroeger, angst voor nu?
Kwaad zijn, woedend zijn, vanuit een diepe verontwaardiging protesteren tegen onrecht; prima, goede zaak. Maar wordt eerlijke verontwaardiging en protest soms, vaak onbewust, ook niet gebruikt als voertuig voor het uiten van een onbestemd onbehagen, een onbestemde angst, een woede over al die kleine kinderachtige kwaadjes die jou zijn aangedaan en waar je je met goed fatsoen niet kwaad over mag maken?
Kwaad is de afwezigheid van goed. Ook het kleine kwaad is de afwezigheid van het kleine goed. Leve het alledaagse goed. Elkaar hartelijk groeten, luisteren ook als je geen tijd hebt, open staan voor alles wat mooi en goed is, jezelf en een ander feliciteren omdat je leeft. Elkaar stimuleren, inspireren, promoveren en met zijn allen demonstreren. Strijdvaardig zijn en tegelijkertijd zachtmoedig en doe daar ook maar blijmoedig bij. Moeilijk hoor, heel erg moeilijk. Soms lukt het mij, maar zeker niet altijd.
Wie bepaalt wat kwaad is meneer Beerends?
Wat lees ik nu? Kwaad? Als iemand zijn uiterste best doet voor een vriend en dan te horen krijgt; Je bent geen vriend en spreker meteen de haak erop gooit. Geen reactie mogelijk makend. Is die spreker dan kwaad?. Komt zo iemand ook na een heel duidelijk krantenartikel nog steeds niet tot de conclusie; Ja, de situatie lag toch anders, ik heb me vergist en laten meeslepen door ouderzorg bijvoorbeeld. Is zo iemand nog steeds kwaad? Zelfs na zoveel persoonlijke ontwikkeling. Een halve eeuw lang kwaad? Kan dat beste Hans?
Je vriend.
alledaags kwaad; voor mij negativiteit vooral in mijn gedachten.