Tijdens de bijeenkomst voeren onder anderen het woord: Paul Mosterd (adjunct-directeur van De Nieuwe Kerk), Judith de Kom (dochter van Anton de Kom) en Raoul de Jong. Een gedicht wordt voorgedragen door Geertje van Houten, een achterkleindochter van De Kom. De heer Rajendre Khargi, ambassadeur van de Republiek Suriname, onthult samen met leden van de familie de Schrijverssteen. Bekijk hier het programmaboekje.
Anton de Kom wordt geboren in 1898 in Paramaribo (Suriname). Na een opleiding tot boekhouder vertrekt hij voor werk naar Haïti om in 1921 in Nederland vrijwillig te kiezen voor de militaire dienst. Hij wordt huzaar in Den Haag. In Nederland wordt hij ook verliefd, op Petronella Borsboom. In 1926 trouwen ze. Er komen drie zoons en een dochter.
Op zijn politieke zoektocht komt De Kom in contact met tal van linkse politieke organisaties waaronder die van Indische studenten die onafhankelijkheid nastreven. Begin jaren dertiog gaat hij terug naar Suriname. Hij wil zich inzetten voor de arbeidersbeweging. Het Nederlandse koloniale bestuur volgt hem met argusogen en zet hem uiteindelijk zijn thuisland uit. Hij wordt verbannen. Terug in Nederland publiceert hij zijn beroemde werk, Wij slaven van Suriname (1934), een felle en literaire aanklacht tegen racisme, uitbuiting en koloniale overheersing. Als de Nazi’s Nederland bezetten, gaat De Kom in het verzet. Hij schrijft onder meer voor de Haagse illegale krant De Vonk. De bezetter arresteert hem in augustus 1944. Hij komt uiteindelijk terecht in concentratiekamp Sandbostel Neuengamme, waar hij op 24 april 1945 de dood vond.
Pas in 1960 wordt zijn stoffelijk overschot geïdentificeerd in een massagraf bij het Duitse kamp. Op het Nationaal Ereveld te Loenen wordt hij bijgezet. In de jaren tachtig ontvangt hij postuum het Verzetsherdenkingskruis. 86 jaar na de eerste druk beleeft het boek Wij slaven van Suriname in 2020 een comeback met een plek in de bestsellerlijst. De hernieuwde belangstelling voor het werk van De Kom is mede toe te schrijven aan de Black Lives Matter-beweging en het maatschappelijk debat over racisme in Nederland. Anno 2022 is De Kom opgenomen in de Canon van Nederland, als allereerste Surinamer.
Schrijvers in De Nieuwe Kerk
Bekende, maar ook minder bekende schrijvers zijn in De Nieuwe Kerk begraven of worden herdacht met een gedenksteen. Grote namen zijn Joost van den Vondel, P.C. Hooft, Hella S. Haasse, Johan Huizinga, Multatuli en Willem Frederik Hermans. De negentiende-eeuwse dichter Isaäc da Costa werd als een van de laatsten daadwerkelijk in De Nieuwe Kerk begraven (1860). De kerk huisvestte in de zestiendee eeuw ook de eerste stadsbibliotheek van Amsterdam.
Schrijvers voeren met regelmaat het woord in de kerk. Een jaarlijkse traditie is de 4-mei-lezing van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Dit jaar verzorgde historicus en literatuurcriticus Hans Goedkoop de voordracht. Schrijvers als Remco Campert, Adriaan van Dis, Anna Enquist, Geert Mak en Nelleke Noordervliet gingen hem voor. Harry Mulisch hield in 1992 de allereerste 4 mei-lezing.