Met name voor de eeuwwisseling was er volgens het huidige bestuur te veel groepsdruk binnen het genootschap. Afwijken van de groep leidde gemakkelijk tot uitsluiting of publieke terechtwijzing. Ook gaven de geestelijk verzorgers binnen het genootschap soms onprofessionele adviezen, waardoor mensen in nood onvoldoende of verkeerde hulp kregen. Er was sprake van een ‘toedek-cultuur’ waar mensen, vooral de toenmalige jongeren, onder geleden hebben.
Het Apostolisch Genootschap trekt deze conclusies uit een serie persoonlijke en groepsgesprekken met zo’n 130 (voormalige) leden. De uitkomsten van deze dialoogbijeenkomsten zijn onbewerkt gepubliceerd op de website van het genootschap. De persoonlijke gesprekken leverden dezelfde inzichten op.
Aanleiding voor de reeks gesprekken, was de verschijning van het autobiografische boek ‘Apostelkind’ in april van dit jaar van voormalig lid Renske Doorenspleet. Ze beschrijft hierin de emotionele schade die zij als kind en jongere heeft ervaren door de cultuur binnen het genootschap. Na een oproep van het bestuur om soortgelijke ervaringen te delen, meldden zich bijna tweehonderd (voormalige) leden. Het huidige bestuur is zeer onder de indruk van de openheid in de contacten.
Bestuursvoorzitter Bert Wiegman: “Ik vind het heel erg dat wij de signalen van de negatieve effecten van de apostolische opvoeding onvoldoende en niet tijdig hebben opgemerkt. Of dat we de moed niet hadden elkaar erop aan te spreken, waardoor er in menig situatie niet juist is gereageerd. Dit had niet mogen gebeuren. Het past niet bij de menswaardigheid waarvoor we ons inzetten en waarop we aanspreekbaar willen zijn. Daarom bieden we onze oprechte excuses aan, aan iedereen die miskenning, beknelling en emotionele pijn ervaren heeft door de destijds heersende organisatiecultuur en/of daaruit voortvloeiend handelen van geestelijk verzorgers binnen het Apostolisch Genootschap.”
Onafhankelijk extern meldpunt
De uitkomsten van de gesprekken en andere reacties van (voormalige) leden op het boek vormen voor het genootschap aanleiding om een onafhankelijk extern meldpunt in te richten. Het bestuur wil daarmee gelegenheid blijven bieden het (verdere) gesprek aan te gaan over de ervaringen uit het verleden. Ook kunnen, zo stelt de organisatie, mensen via het meldpunt een beroep doen op professionele ondersteuning of andere vormen van hulp.
Het is goed dat deze eerste stap is gezet, maar we zijn er nog niet. Wat betreft die 200 gespreksdeelnemers: dat is het topje van de ijsberg. Een flink aantal ex-leden had onvoldoende vertrouwen in de opzet van de dialoogbijeenkomsten en in de onafhankelijkheid ervan. Ook zijn ex-leden met zeer ernstige ervaringen met het apostolisch genootschap om voor de hand liggende redenen juist niet in gesprek gegaan met het genootschap zelf. Een aantal van hun verhalen is gepubliceerd op http://www.apostelkinderen.nl Daar is ook een open brief aan het bestuur te vinden, naar aanleiding van voornoemde verklaring van het genootschap.