Waarom is dit het geval? Omdat, zo blijkt uit een geheim overheidsmemorandum uit 1991 en dat vandaag nog steeds van toepassing is, bahá’ís zodanig behandeld moeten worden door de overheid “dat hun vooruitgang en ontwikkeling worden geblokkeerd”.
Nu worden bahá’ís dus al vele jaren van universiteiten en hogescholen geweerd. Velen van hen melden zich niet eens meer aan, wetende dat ze toch niet toegelaten zullen worden. Om hun registratie voor de universiteit te voltooien moeten ze namelijk hun religie opgeven en het Bahá’í-geloof wordt door de grondwet niet erkend als religie. Aan het begin van dit schooljaar bleek dat studenten die aangaven bahá’í te zijn een formulier kregen dat zij moesten ondertekenen wilden ze worden toegelaten tot de universiteit. In dit formulier stond dat de student zich dissocieert van de instituten van de bahá’í-gemeenschap. Pas na ondertekening zou hun inschrijving voltooid kunnen worden.
Nu is het heel vervelend als je geen hoger onderwijs mag volgen, maar hoe stuitend is het als jonge kinderen hun basiseducatie wordt ontzegd? Het nieuwe toelatingssysteem voor het basisonderwijs bleek ineens ook zo geformatteerd dat bahá’í-kinderen werden uitgesloten. Het formulier vereiste het invullen van een religie, maar je kon geen ‘bahá’í’ of ‘anders’ invullen, en sommige scholen bleken inderdaad geen bahá’í-kinderen toe te laten. Een prominente advocaat heeft hier vervolgens gerucht aan gegeven op sociale media en na deze ophef blijkt het nu toch mogelijk om bij religie ‘anders’ in te vullen. Deze kinderen mogen nu toch deelnemen aan het schoolsysteem in Iran. Zij zullen allemaal nog steeds lijden onder de dagelijkse vervolgingen van de Iraanse overheid, maar in ieder geval mogen ze dit jaar nog naar de basisschool.
Het enige wat de bahá’ís van Iran willen, en dat geldt voor de bahá’ís over de hele wereld: bijdragen aan een wereld waar mensen in harmonie samenleven, waar de rechten van ieder mens gerespecteerd worden en waar ieder mens zijn of haar capaciteiten tot bloei mag laten komen. Iran blokkeert de bahá’ís om te helpen hun samenleving op te bouwen en snijdt daarmee zichzelf in de vingers.