In een brief aan Muhsin Köktas, de voorzitter van het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO), spreken Ronny Naftaniel (voorzitter CJO) en Ronnie Eisenmann (vice-voorzitter CJO) hun solidariteit uit. In deze brief staat onder meer: “De bedreigingen tegen de moskeeën in Culemborg, Alkmaar, Almere, Deventer en Enschede en de brandstichting in de in aanbouw zijnde moskee in Gouda aan de vooravond van deze Ramadan beschouwen wij een niet te tolereren inbreuk op onze rechtsorde en strijdig met alle regels van respect en fatsoen, die ons land hoog moet houden.”
Naftaniel en Eisenmann beëindigen hun brief met de woorden: “Het Centraal Joods Overleg spreekt de hoop en het verlangen uit, dat de veiligheid van onze Islamitische medeburgers gewaarborgd blijft. Nederland dient een land te zijn van en voor alle burgers, ongeacht geloof, etnische achtergrond, gender, geaardheid, beperking of politieke voorkeur. Zij aan zij met u willen wij opkomen voor deze waarden. Wij wensen u nog een Ramadan Mubarak.”
Ook de Liberaal Joodse Gemeente (LJG) Amsterdam stuurde een brief. Deze brief, ondertekend door voorzitter van de dialoogcommissie van de LJG Amsterdam, Chantal Suissa-Runne, en rabbijn Menno ten Brink, begint met de woorden: “Wij zijn er. Wij zijn er om jullie te steunen en troosten in een periode waarin moslimhaat onaanvaardbare proporties aanneemt.”
Haat en intimidatie leiden tot groeiende solidariteit tussen joden en moslims in Nederland, zo blijkt uit deze berichten. Deze solidariteit lijkt een nieuwe beweging van begrip en hoop in Nederland op gang te brengen.