Na contact gemaakt te hebben, kun je nog alle kanten uit. Mocht je ter wille van iemand anders contact hebben gemaakt, dan laat je het verdere verloop aan hem of haar over. Maakte je voor jezelf contact, dan bieden zich verschillende mogelijkheden aan. Je kunt het erbij laten: even contact. Misschien iets meer, een beetje informatie, een telefoonnummer en een e-mail adres. Het is goed mogelijk dat je dezelfde dag al niet meer weet wie dat contact was. Het contact hielp je verder en dat was het dan. De huidige techniek lijkt uitgevonden te zijn voor zulke kortstondige ‘contacten’. Wie geen e-mail heeft, geen mobiel en geen toegang tot internet, heeft minder mogelijkheden om in contact te komen met anderen of contacten te krijgen. Dat hoeft niet altijd een nadeel te zijn, de sociale media vragen veel tijd en aandacht.

Contacten kunnen uitgroeien tot ontmoetingen, zakelijke ontmoetingen, persoonlijke ontmoetingen en tot intimiteit. Maar voor mij blijft het woord ‘contact’ iets behouden van ‘oppervlakkig’, van ‘aan het begin staan’ en ‘een begin maken’. Nu wil ik niet graag behoren bij de eeuwige klagers die zeuren dat het vroeger allemaal beter was. Is het werkelijk zo dat in onze moderne cultuur de kwantiteit van contacten ongelooflijk is gegroeid, maar dat de kwaliteit minder is geworden? Een studentenpastor van Nijmegen vertelde mij dat de eenzaamheid onder studenten groot is. Je hoeft niet te weten of die vroeger groter of kleiner was, je kunt vaststellen dat vele studenten en anderen eenzaam zijn ondanks de grote toename van contactmogelijkheden. Je ziet mensen, vooral jonge mensen, overal en altijd met een mobieltje rondlopen, schijnbaar bang ook maar één contact te missen.

Voortdurend worden er contacten gemaakt. Oude worden nieuw leven ingeblazen, nieuwe moedigen ons aan er alles uit te halen wat er in zit. Ik moet hier denken aan een Arabisch spreekwoord dat ik onlangs hoorde in het televisieprogramma Het Vermoeden van de IKON op zondagochtend: ‘Soms is toeval beter dan duizend afspraken’. De vele contacten met allerlei soorten mobieltjes moeten uitsluiten dat er je een afspraakje mist, maar tegelijk sluit je de mogelijkheid uit dat er per toeval iets gebeurt. Je kunt elkaar niet meer groeten op straat of op andere openbare plaatsen, want iedereen heeft slechts aandacht voor wat er op het schermpje verschijnt of wat het mobieltje laat horen. Vroeger was er een grote traditie van vasten. Die traditie is verdwenen, maar bewust het mobieltje spaarzaam gebruiken lijkt een zinnige vorm van vasten.

Als we ontdekken hoe verrijkend het is om deel uit te maken van een goed gesprek, kunnen we meer stabiliteit vinden in ons leven. Die gesprekken blijven ons bij en dragen ons verder. Wat mobiel is, vervliegt. Of zoals ik las in een Vlaamse liturgische tekst:

Ik trek mijn schoenen uit – mijn ambities,
ik doe mijn horloge af – mijn planning,
zet mijn bril af – mijn visies,
leg mijn pen neer – mijn werk.

Daarna wordt van alles weer mogelijk. In plaats van volgepropt te zitten met contacten en berichtjes van overal vandaan, krijg ik de ruimte om echt te horen en mijn plek te krijgen. Behalve een ‘obesitas’ (vetzucht, dikte) als gevolg van te veel en ongezond voedsel, dreigen we te komen in een situatie van communicatieve ‘obesitas’. Of moeten we die ‘mobilitas’ noemen? Het enige dat helpt is af te vallen, minder te reageren op wat er binnenkomt, weigeren te lezen wat ons gestuurd wordt. Neem een vakantie in de communicatie, ga naar een plek waar je geen bereik hebt.

lascaris

André Lascaris

Dominicaan en publicist

André Lascaris werd geboren op 29 augustus 1939. Hij deed zijn professie op 18 september 1959 en werd priester gewijd op 22 juli 1965. Hij …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.