Hoewel Babylonische priesterastrologen en ook Chinese astrologen alle veranderingen aan de sterrenhemel voor en na het begin van de christelijke jaartelling hebben geobserveerd en geregistreerd, zal de kerstster altijd wel een raadsel blijven, betoogde onlangs een sterrenkundige, na een lange, gedegen uiteenzetting van alle wetenschappelijke visies erop. Het probleem is dat toetsbare historische gebeurtenissen, zoals een volkstelling en bijvoorbeeld de dood van Herodus in 4 voor Christus niet synchroon lopen met het de gebeurtenissen in het Kerstverhaal, het officiële geboortejaar van Christus en opmerkelijke hemelfenomenen die zich in die periode voordeden. Een komeet is het zeker niet geweest, zo dacht de spreker, want die werden gezien als onheilsprofeten, niet als verkondigers van blijde gebeurtenissen.
Misschien is de kerstster als zodanig een voorchristelijk, heidens symbool dat is binnengeslopen. Want Kerstmis is het oudste feest van de mensheid. Voordat het in 330 in Rome een uitgesproken christelijke betekenis kreeg, vierden mensen in allerlei culturen al duizenden jaren het midwinterfeest, de zonnewende. Want op het hoogtepunt van de duisternis op 21 december, de kortste dag, staat de zon als het ware even stil. Dan, in de nacht van 24 op 25 december wordt uit de duisternis het licht geboren, een nieuwe zon, de zoon in het christendom, symbool van verlossing uit de duisternis, en gaan de dagen langzaam weer lengen. Veel religieuze feesten in de jaarcyclus hebben te maken met licht en met duisternis, leven en dood, het gaan en komen van de seizoenen, in een nooit eindigende kringloop.
In december was de duisternis, de nacht, altijd de natuurlijke metgezel van de mens. Eeuwenlang hebben mensen geleefd onder een hemel die werd opgeluisterd door de lichtende band van de melkweg, de veranderlijke gloed van het noorderlicht, de vurige sporen van meteoren en de soms angstaanjagende staarten van kometen. Een aantal jaren geleden kijkend naar de komeet Hall Bobe kon ik mij goed voorstellen hoe zo’n opmerkelijk en fascinerend teken werd gezien als boodschapper van onheil of heil, een diepe indruk maakte, de fantasie prikkelde en tot nadenken aanzette of de wereld boven en buiten de aarde.
De schimmige wereld van de nacht, het tanende, grijze licht van de dag en het koude, verstilde winterlandschap gaven de mens de kans ontvankelijk te zijn voor een andere werkelijkheid, voeling te hebben met het onzichtbare, het onzegbare, het mysterie van het mens zijn. Niet voor niets vonden veel wonderen in sprookjes in de nacht plaats en datzelfde geldt voor de grote mysteries van het christendom, met name ook voor de Kerstnacht.
Op de een of andere manier ervaar ik deze kersttijd altijd als een soort gift. Ik mag thuiskomen bij mijzelf. Na een lange tocht door het jaar heen, met allerlei omwegen en afleidingsmanoevres, wacht daar het verlichte huis, symbool van geborgenheid, waar ik mijzelf benoemd weet. Kijkend naar het midwinterlicht en de sterrenhemel voel ik mij meegenomen in een stroom van verleden naar toekomst. En besef: wij mensen zijn wevers van oude patronen met nieuwe draden.
Dit is de laatste column van Heleen Crul voor Nieuwwij.nl. De redactie van Nieuwwij.nl dankt Heleen voor de vele mooie columns van de afgelopen jaren en wenst haar alle goeds voor de toekomst.
Heleen, alle goeds.