“Stop!” schreeuwde de islamitische Müjde, toen ze jaren geleden voor het eerst de openingszin van deze mop aanhoorde. Seksueel getinte moppen over God, dat was toch echt een brug te ver. “Als je uit een moslimnest komt heb je moeite met dat soort grappen”, zegt Müjde. Het heeft een half jaar geduurd voordat de professionele grappenmaakster het aandurfde zich de rest van de grap te laten vertellen. Müjde: “Iedere keer dat ik de moppentapper sprak, mocht hij zijn verhaal met één woordje uitbreiden.”

Stichting Nieuwemoskee Live en de website Nieuwemoskee.nl organiseerden afgelopen weekend een middag om te onderzoeken of er met religie valt te spotten. In het Dominicanenklooster te Huissen werden de grenzen verkend. Vijftig gegadigden deden er een middag over om moed te verzamelen de grap van Müjde volledig te beluisteren. Moslims, christenen en ongelovigen, niemand hoefde op het moment suprême zelfs maar te gniffelen. “Moppen tappen over Allah en de profeet, dat gaat me te ver”, zegt Jessica Badloe (34). Moslima Badloe houdt wel van een geintje, maar respect voor het heilige staat voorop. “Het meest verhevene wil ik niet voor humor gebruiken”, stelt ze. “Grappen over cultuur kunnen leuk zijn, maar dit soort grappen doet me pijn en geven me een schuldgevoel.”

“Religie zonder humor is een dode religie”, meent Mohammed Benzakour. Volgens de columnist werkt humor relativerend en is het per definitie beledigend omdat het ‘de ander’ op de hak neemt. Was er een extremist in de zaal geweest dan zou deze waarschijnlijk opgestaan zijn om te verkondigen dat er op het gebied van religie niets te relativeren valt. Maar deze groep vertoont zich niet op dit soort dagen of wordt niet uitgenodigd. Religie met een korreltje zout nemen is niet voor iedereen weggelegd.

En dus bedachten de gematigde genodigden nieuwe moppen, geestige cartoons, bewogen columns en religieuze sketches. Geen van de tekeningen bracht vergelijkbare reacties teweeg zoals de cartoons uit Denemarken destijds deden. Geen enkele toneelspeler werd deze middag vervolgd zoals Theo van Gogh vervolgd werd. De vrolijkheid en luchtigheid bewezen dat religie en humor wel degelijk samen kunnen gaan. Maar altijd met de kanttekening dat bepáálde humor onder bepaalde religieuzen, in een bepaalde context hilarisch kan zijn.

“Veel mag zolang de intentie goed is”, vat Ceylan Weber, publicist, redactielid van Nieuwemoskee.nl en adviseur islam en emancipatie, de discussie samen. “Het ligt er maar net aan wie iets zegt en waarover het gaat”, beaamt Badloe. Zo komt komediant Raoul Heertje met bijna al zijn grappen over religie weg en Geert Wilders met niets. Wie schertst zit veilig, maar wie gemeen de spot drijft, gaat te ver.

“De Koran verbiedt hoofdzakelijk humor waarin anderen belachelijk worden gemaakt of het geloof wordt bespot”, weet Weber. Weber verwijst naar Soera 49 vers 11: “Jullie die geloven! Mensen moeten elkaar niet belachelijk maken. Misschien zijn zij juist beter dan zij!”. En ze wijst op een overlevering waarin staat dat profeet Mohammed zei dat (de latere kalief) Uthman de hemel vrolijk zal binnengaan omdat hij de gewoonte had de profeet te laten lachen.

“De Koran is geen moppenboek”, zegt Benzakour. Sterker nog: het woord ‘lachen’ komt slechts tien keer voor in het heilige boek. Allah laat met soerat at-tauba weten voor zichzelf en zijn profeet op te kunnen komen. Toch zijn er voorbeelden te over waarbij moslims de eer van God willen verdedigen. “Iemand die een grap maakt over God, raakt aan iets heiligs in mij”, vertelt een van de bezoekers. “Het liefst zou ik zo iemand op z’n koker slaan.”

Benzakour is van mening dat het verdedigen van God juist aanmatigend is. “Je kan je als moslim beledigd voelen in je geloof, maar zeggen dat God of de profeet zelf beledigd worden, betekent dat je Allah menselijke eigenschappen toebedeelt en voor een dode bepaalt hoe hij zich voelt. Daarmee reduceer je God en wek je de profeet tot leven.”

Volgens Benzakour zijn het bovendien de zwakken onder de gelovigen die zich beledigd voelen. Maar lang niet iedereen is het daarmee eens. “Ik voel die grappen over Allah in mijn hart”, vertelt een bekeerling. “Daar kan ik echt niet om lachen.” Wie kan bepalen hoe sterk het geloof van deze jongeman is?

Lang niet alle bezoekers waren islamitisch. Toch voerde het onderwerp ‘islam en humor’ de boventoon. Is het spanningsveld rondom humor en andere religies dan minder groot? Müjde en Benzakour denken beiden van wel. “Grappen maken over de islam is not done in deze tijd”, zegt Müjde. “Groepen die zich onderdrukt achten, voelen zich verder de grond in getrapt wanneer ze geconfronteerd worden met humor van superieuren.” “Zo zal de koningin zich niet beledigd voelen als ze het lijdend voorwerp vormt van een grap”, vergelijkt Benzakour.

Humor over religie moet dan ook vanuit moslims zelf komen, meent Müjde. In haar sketches steekt ze regelmatig de hand in eigen boezem: “Met zelfspot kun je de zaak omdraaien, luchtiger maken en zelfs de ander op z’n nummer zetten.”

Volgens Greco Idema, betrokken bij vele interreligieuze websites en projecten, ontberen veel protestanten het vermogen tot zelfspot: “Grappen over de ander kunnen we wel maken, maar zodra het over onszelf gaat wordt het een moeilijk verhaal.” Zelfs Jezus bestempelen als een ‘toffe gozer’ gaat Idema te ver. “Waar dat aan ligt weet ik niet, maar het feit blijft staan dat mijn binnenste op dat soort momenten fronst.”

De combinatie humor en religie is duidelijk niet voor iedereen een match made in heaven. De sleutel tot succes lijkt te liggen in de intentie. Maar voor sommige religieuzen blijven bepaalde grenzen overeind: goedbedoeld of niet, er zijn zaken waar je geen grappen over maakt. “Uiteindelijk is humor natuurlijk ook een kwestie van smaak”, relativeert Benzakour. En iedereen weet: over smaak valt niet te twisten.

Cecile-Hendriks

Cecile Hendriks

freelance journalist en godsdienstwetenschapper

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.