“Toen ik voor het eerst het geluid van een kogel hoorde, realiseerde ik me dat deze smerige oorlog echt begonnen was. Ik werd er ingezogen. Bijna werd ik ontvoerd en mijn collega werd bruut gedood. Pater Frans gaf me het gevoel dat ik kon ademhalen, ondanks de benauwde omstandigheden,” vertelt Dema. “Nu zoek ik hem in de gezichten van andere mensen.”

Ongeveer tachtig mensen luisteren op woensdagavond 28 november in de Oosterkerk te Zwolle aandachtig naar het verhaal van de jonge vrouw uit Syrië. Onder hen de broer en schoonzus van wijlen pater Frans van der Lugt. Een kennis van hen had een aankondiging gezien dat Dema haar verhaal zou vertellen en hen vervolgens getipt. Het werd een bijzondere ontmoeting tussen nabestaanden, waarin naast Dema, ook deze broer kort wat vertelde over pater Frans.

Voor de burgeroorlog was Homs, zoals veel Syrische steden, een gemengde wijk waar christenen en moslims in goede harmonie samenleven. In de aanloop naar de bezetting en de belegering zijn veel christenen gevlucht. Een kleine groep van ruim tachtig -meest oudere- christenen bleef achter, onder wie de bekende pater Frans van der Lugt. Tijdens de belegering speelde hij een bijzondere rol. Hij had zich vóór de oorlog al ingezet voor dialoog tussen moslims en christenen. En ook tijdens het beleg en de bezetting weet hij deze insteek vol te houden. Rondom het klooster waar de pater verblijft, ontstaan heel bijzondere contacten.

homs
Homs voor de oorlog Beeld door: Wikimedia Commons

Dema Nazha is op dat moment de enige christelijke jongere die achterblijft. Van dichtbij maakt zij mee hoe pater Frans zijn omgeving weet te inspireren om samen – te midden van de grootste onmenselijkheid – menswaardigheid hoog te houden.

Gillen en krijsen

Op dit moment woont Dema met haar man in Duitsland. “Nu hoor ik geen inslagen meer van kogels. Maar ik hoop dat de geluiden van de oorlog in mijn hoofd, en in de diepte van mijn hart, ooit zullen stoppen,” zegt ze. “Ik hoor nog steeds gillen en krijsen. Het smeken om redding van de man met een mes in zijn nek. Een moeder die om hulp schreeuwt omdat haar zoon zijn been verliest door een mortiergranaat. We leden niet alleen door de granaten en de grote armoede, maar de angst voor plunderingen werd ook steeds groter. Aanvallers drongen huizen binnen en hoewel er nauwelijks iets was, namen ze alles mee. We waren zo bang dat we niet bij de deur of het raam durfden te komen.”

Wij droomden van een vrijheid die anderen, hoe verschillend ook, respecteert en accepteert. Als dat niet het geval is, is het valse vrijheid.

“Ik zal nooit vergeten wat ik zag en hoorde tijdens deze verschrikkelijke belegering. Ik kan niet begrijpen waar al dat kwaad ineens vandaan kwam. Zou er zoveel kwaad in mensen zitten? Alsof religie de opdracht geeft om anderen hun vrijheid te beroven – en zelfs hun leven. Wij droomden van een vrijheid die anderen, hoe verschillend ook, respecteert en accepteert. Als dat niet het geval is, is het valse vrijheid. Het is verschrikkelijk dat er in onze wijk in Homs, door de oorlog in enkele dagen van vechten en schieten, zoveel mensen gestorven zijn in de naam van ‘religie’ en ‘vrijheid’.”

“We mochten de wijk niet in of uit. Het voelde als een gevangenis, een erg gevaarlijke gevangenis zelfs. Mijn zus voelde zich extra benauwd, want zij was aan het afstuderen voor haar master Farmacie en moest examen doen. Daarvoor moest ze de wijk uit. Mijn moeder en zus gingen naar het Jezuïetenklooster waar pater Frans woonde. Ze hebben hem om hulp gevraagd en Frans begon direct te overleggen met de bezetters om toestemming te krijgen voor mijn zus om de wijk te kunnen verlaten. Hij heeft ook een slaapplaats voor haar geregeld in het nonnenklooster.”

Geroepen

“Ik moest zelf achterblijven om voor mijn vader en moeder te zorgen. ’s Avonds kwam pater Frans naar ons huis om thee te drinken. Het was voor mij de eerste keer dat ik hem ontmoette. Hij vertelde dat alles geregeld was voor mijn zus. Terwijl ik naar hem zat te kijken en te luisteren kreeg ik een heel speciaal gevoel. Zijn ogen en zijn glimlach straalden een oneindig gevoel van vrede uit.”

“De volgende dag heeft hij mijn zus uit de belegerde wijk gebracht, ondanks het grote gevaar.

Toen hij een paar dagen later weer bij ons was, heb ik hem gevraagd: ‘Waarom bent u nog hier? U kunt naar uw land reizen en daar veilig leven.’ Hij antwoordde: ‘Ik wil mijn huis niet verlaten. Hier hebben veel mensen mij nodig. Ik voel mij geroepen door God om bij jullie te blijven en ieder zo veel mogelijk te ondersteunen.’ Dit antwoord raakte me diep.”

“Langzaam begon ik de bezetting te accepteren. Door regelmatig met pater Frans te praten kon ik mijn negatieve gedachten steeds beter beheersen. Door hem voelde ik dat God naast me stond en dat het belangrijk was dat ik op deze plaats was. Ik had een taak te vervullen. Pater Frans kwam bijna elke dag bij ons. Hij vertelde dat het erg belangrijk was om contact met de buitenwereld te hebben. Ik probeerde zo vaak mogelijk naar de bovenste verdieping te gaan om via mijn telefoon contact te maken met mijn zus en broer. Ik probeerde ook familieleden van andere mensen uit de wijk te bereiken om hen gerust te stellen. Samen hebben we toen een pagina op Facebook gemaakt, speciaal voor de familieleden.

fransv
Pater Frans van der Lugt

Op een dag heeft pater Frans mij uitgenodigd voor een ontbijt in het Jezuïetenklooster. Ik moest via een steegje en via de achterdeur naar binnen. Pater Frans was erg voorzichtig want de fanatieke gewapende Moslims mochten niet zien dat ik, als jonge vrouw, bij de pater naar binnen ging.

Pater Frans hield iedere zondag na de dienst en ook iedere woensdag een maaltijd voor iedereen die wilde komen. Hij wilde graag dat ik daarbij zou zijn. Hij zei: “Jouw glimlach geeft zegen, energie en hoop aan de anderen.” Ik besefte dat pater Frans onze cultuur en onze manier van leven begreep. Hij accepteerde ieder mens. Hij was in staat om ieder naar behoefte aandacht te geven. Voor mij was het verrijkend om te ervaren hoe pater Frans met de mensen omging.

Barre tocht

Pater Frans vroeg mij om na zo’n maaltijd een groepsfoto te maken die we naar familie zouden kunnen sturen. Dat werd een terugkerend ritueel. Korte tijd later werd er niet alleen een foto gestuurd, maar voegde Frans er een stukje tekst in het Arabisch bij. Hij vertelde daarin over ons, zodat de familie en vrienden ‘buiten’ wisten hoe het met ons ging.

Omdat ik de jongste in die groep was werd mij gevraagd waarom ik niet weggegaan was, toen het nog kon. Ik heb steeds geantwoord dat ik mijn ouders niet kon achterlaten. En niemand had zien aankomen dat de belegering zo lang zou duren.

In de ontmoetingsgroep heb ik toen voorgesteld om vaker foto’s en informatie naar ‘buiten’ te sturen. Iedereen was daar enthousiast over. Ik werd daar erg blij van. Ik zag dit echt als een taak waar ik voldoening uit kon halen in deze periode van ‘gevangenschap’ We kregen veel positieve reacties. Ik was er elke zondag en woensdag druk mee bezig. Ik vond het fijn om te doen, ik kreeg er positieve energie van.

Uiteindelijk kon Dema vluchten. “Ik heb het niet tegen pater Frans gezegd, ik wilde niet dat hij mij aan het twijfelen zou brengen. Natuurlijk was het afschuwelijk om mijn ouders achter te laten. Het was een barre tocht. Pas nadat een priester via de telefoon doorgegeven had dat wij veilig aangekomen waren, durfden er meer mensen aan die tocht naar buiten te beginnen.

Lichtpunten

Dema benadrukt dat ze graag voorbeelden geeft van lichtpunten in deze donkere tijd. “Zo werd ik geraakt door scherven van een granaat. Ik werd behandeld in een geïmproviseerde ziekenzaal in een kelder onder een kerk, als enige vrouw tussen zwaar gewonde mannen. De moslim-verpleger begreep dat dit voor mij geen ideale situatie was en zei tegen mijn ouders: “Neem haar maar mee naar huis. De wonden moeten wel behandeld worden, dat kom ik elke dag bij jullie thuis doen.” Hij heeft dat trouw gedaan. Toen ik weer opgeknapt was heb ik samen met deze moslim-verpleger voor medicijnen in het klooster gezorgd.”

“Een ander voorbeeld: Een moslimgezin was dakloos geworden. Er was niets meer over van hun huis. Ze hadden geen familie waar ze naar toe konden. Pater Frans heeft hen in het klooster opgenomen. Een van hen was een jonge vrouw. Na enige tijd werden wij vriendinnen en konden we samen anderen helpen die hun heil in het klooster gezocht hadden.”

“Al dit werk gaf me het gevoel dat de Heilige Geest aanwezig was. Ik kon een glimlach laten groeien op de zorgelijke gezichten van de mensen om me heen. Ik kreeg er nieuwe energie van en innerlijke rust. Ik heb veel tijd doorgebracht met pater Frans. We bespraken de teksten die bij de foto’s zouden passen. Hij dicteerde en ik typte ze in op mijn mobieltje.”

Ademhalen

De tijd die ik doorbracht met pater Frans gaf me het gevoel dat ik kon ademhalen, ondanks de benauwde omstandigheden. Het was fijn om samen te werken met iemand die in je gelooft. Het is moeilijk om zo iemand te vinden en het is erg moeilijk om zo iemand te verliezen. Nu zoek ik pater Frans in de gezichten van de mensen. Hij heeft mij laten zien wat ik zelf niet zag, wat ik kon doen voor mijn medemensen in die uiterst moeilijke situatie.”

“Pater Frans leefde en stierf voor de mensen in Syrië. Hij was gebleven in Homs voor de mensen: christenen en moslims.”

Dema is inmiddels een project gestart om kinderen te helpen die door de oorlog zijn getraumatiseerd. Een bijdrage aan dit project is zeer welkom.

In februari 2019 verschijnt het boek Wie ben jij, o liefde. Dit boek bevat het verzamelde werk van pater Frans van der Lugt (1938-2014). In de jaren ’90 schreef Van der Lugt verschillende teksten over de liefde, die nu zijn vertaald vanuit het Arabisch. Voor meer informatie over dit boek: klik hier.

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.
Theo Brand-2

Theo Brand

Eindredacteur

Theo Brand is journalist en politicoloog en werkt bij Nieuw Wij als eindredacteur. Religie, levensbeschouwing en politiek zijn …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.