Tegenwoordig spreken we over het individu vanuit zijn perspectief op de veelheid. We hebben het wel over de ’mensenrechten’, maar het gaat daarbij vooral om de rechten van iedere individuele mens. In onze westerse cultuur is het levensdoel het opbloeien van ieder individu. Het individu staat voorop. Het ideaal is ‘autonoom’ te zijn, zelf de norm te zijn. Het individu is auto mobilis, beweegt zelf. Het hoeft ons niet te verbazen dat de auto een van de idolen is van onze tijd. De auto maakt je onafhankelijk. Je hebt idealiter weinig te maken met anderen die zich in een auto bewegen. Je ziet ze nauwelijks. Je ziet de auto en zijn lichtjes en je weet uit ervaring dat erachter een individu schuil gaat. Maar voor echt contact moet je een aparte poging doen.

Het ‘wij’ is verzwakt, de maatschappelijke cohesie wordt gering. Leve het individu! Eindelijk weg onder de druk van je familie die bepaalde – vooral als je een vrouw was – wanneer en met wie je ging trouwen en die je beroep en je plaats al vastgelegd had toen je nog nauwelijks geboren was. Je had geen of weinig zeggenschap over je leven en je lichaam. Je was onderhorig aan hen die boven je stonden.

Het christendom, zo vaak aangewezen als schuldig aan conservatisme, was ooit een sterke aanjager in deze ontwikkeling van de bevrijding van het individu. Mannen en vrouwen onttrokken zich aan hun familie, stad en land, door monnik te worden. De kerk schreef in de middeleeuwen voor dat de vrouw uitdrukkelijk door haar jawoord moest aangeven dat zij met deze man en op deze tijd met hem wilde trouwen. Maar het verlies aan macht door deze individualisering joeg de kerkelijke leiders en volk ook angst aan. Wat zou er met hun eigen macht gebeuren? In de latere middeleeuwen vergaten de kerken hun eigen strijd en wierpen zich op als de verdediger van de bestaande orde, dus van de waarde van familie, volk, kerk.

Het ‘wij’ is aan het verdwijnen. Instituties worden afgebroken door het meestal stil wegtrekken van de individuele leden. De ruimte rond het individu wordt steeds groter. Individuen dreigen steeds verder van elkaar te komen staan, zoals bij de hypothetische ‘big bang’ de ‘vaste’ deeltjes uit elkaar geslingerd worden. Daarom streven velen naar een nieuw ‘wij’, een onderlinge verbondenheid. We komen er bovendien achter dat we verbonden blijven met anderen en van hen afhankelijk zijn. Het is een romantische gedachte dat we uit het niets creatieve oplossingen vinden en verbijsterende technische uitvindingen doen. Het nieuwe is alleen maar mogelijk als daar openheid voor bestaat. Vele uitvindingen bestaan uit het combineren van dingen die niet eerder met elkaar in verband waren gebracht. Wat wij willen hebben, wordt ons aangereikt door wat anderen willen hebben. Door de taal en door ons begeren zijn we diepgaande van elkaar afhankelijk.

Terug naar de onderdrukking van het individu? Liever niet. Onkritisch verder met het individualisme? Geen goede gedachte. We moeten van individueel naar ‘interdividueel’ (R. Girard) toe. Een individu is een knooppunt van relaties. Een ‘wij-individu’.

lascaris

André Lascaris

Dominicaan en publicist

André Lascaris werd geboren op 29 augustus 1939. Hij deed zijn professie op 18 september 1959 en werd priester gewijd op 22 juli 1965. Hij …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.