Onze evolutie – die machtige, mysterieuze motor achter alle soorten van uiteenlopende ‘leven’ in de kosmos en op deze groene planeet – bedient zich van instrumenten als diversiteit, variëteit, verschil. Gelijkheid is haar een gruwel. Wij bestaan bij de gratie van het verschil dat zich in miljarden jaren heeft gevormd. In nagenoeg alles wat de schepping heeft voortgebracht spelen verschillen tot op de dag van vandaag een grote, met elkaar samenhangende rol.
Gelijkheid mag dan niet bestaan, toch zoeken wij die in dagelijkse praktijk niettemin vaak op. Gedreven door een instinctmatig principe dat betere garanties schept voor onze overleving. Dat principe heet: soort zoekt soort. Niet voor niets zijn er in New York Italiaanse wijken, in San Francisco Japanse en Chinese wijken, zorgden Nederlandse emigranten in Australië gezamenlijk voor nieuwe nederzettingen met een Nederlandse naam, en kennen wij in Nederland allochtone wijken. Ons kent ons. Dat is vertrouwd, biedt bescherming, (h)erkenning, gelijkgezindheid. Dat laatste is een veel wezenlijker begrip dan het nietszeggende ‘gelijkheidsprincipe’. Soort zoekt ook soort bij de vogeltrek, bij kuddes wilde dieren en kenmerkt vaak eveneens relatievorming bij mensen. Ongeveer dezelfde achtergrond, opleiding en belangstellingsfeer (en vroeger ook stand en geloof) geven een sterkere band, bieden bescherming en veroorzaken minder problemen en misverstanden. Maar dat is pragmatisch gedrag, een vorm van gelijkheid die een groep of paarvorming sterker, eensgezinder en succesvoller maakt met een duidelijk doel.
‘Gelijkheid’ als politiek ideologisch ideaal, van bovenaf aan opgelegd, is een leeg begrip, zelfs een leugen en daarom mislukt het. Het is bovendien ook erg hypocriet. In onze samenleving telt eigenlijk alleen de economische waarde van mensen. En dan blijken we helemaal niet zo gelijk te zijn. Is de één aanzienlijk meer waard dan de ander. Wie van ons heeft een topinkomen, wordt gelauwerd in de Quote of als voetballer voor miljoenen verkocht? Onze nieuwe helden zijn de nieuwe rijken. We worden overspoeld met beelden van BN-ers. Die een totaal andere wereld leven dan wij.
Daarom vind ik het begrip ‘gelijkwaardig’ veel overtuigender. Het is realistischer en ook te toetsen op eigenschappen bij mensen die er werkelijk toe doen. Gelijkwaardigheid moet je waar maken en waard zijn. Het is geen automatisme zonder meer. Het vereist bewust burgerschap, participatie, je steentje bijdragen aan de maatschappij. En een overheid die dit aanmoedigt. Die hoop lijkt nu verkeken, want de ongelijkheid in onze samenleving dreigt dramatisch toe te nemen. Mensen zijn wegwerpartikelen geworden. Hun economische waarde wordt nul bij al die massale ontslagen die zich beginnen af te tekenen. Maar die waarde is volgens sommigen economen so wie so al nul als je boven de vijftig bent. Hoezo gelijkheid? Er ontstaat in feite in onze samenleving een steeds grotere ongelijkheid. Het begrip ‘waarde’ is uitgehold. Maar wie weet draagt de crisis er toe bij dat we als mens weer meer het gelijk van immateriële waarden ontdekken. Die ons ieder voor zich en als samenleving uiteindelijk geloofwaardiger maken.

Heleen Crul

wetenschapsjournalist

Heleen Crul is auteur van het boek ‘Tussen de generaties, de nieuwe grootouders’. Ook houdt zij lezingen over dit onderwerp.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.