Het thema van deze maand op Nieuwwij.nl is ‘elite’ en geheel tegen de natuur van deze column ga ik de contramine in. Ik zeg het gewoon, eerlijk en schaamteloos: ik ben elitair. Onder mijn vrienden en dierbaren die bekend zijn met mijn doorgaans linkse signatuur, zal dit bevreemdend overkomen. Enige uitleg is dus wel op zijn plaats.
Natuurlijk bedoel ik niet dat ik – sigaarrokend, sherrynippend en parelketting- en mantelpakdragend op de hockeyclub – vind dat er geen vooruitgang en sociale mobiliteit mag zijn in de samenleving of dat ik stiekem een feodaal gedachtegoed aanhang. Integendeel. Ik ben elitair omdat ik juist in de ‘gewone man’ geloof.
Mijn mening is namelijk dat iedereen bijzonder kan zijn. Dat klinkt als een genadeloze platitude maar daarmee geef ik uiting aan mijn onwrikbaar geloof in het menselijk potentieel. Ik geloof dat iedereen zich kan ontwikkelen in een richting die waardevol kan zijn, dat ieder leven waarde heeft en respect verdient, dat een ieder keuzes kan maken om zijn of haar leven mooi en moreel in te richten. Life is art. Ik vind het juist neerbuigend om van ‘de gewone man’ te verwachten dat hij (of zij) veroordeeld zou zijn tot zijn of haar lot. Dat we niet onszelf zouden kunnen overstijgen.
Nederland kan wel wat elitair elan gebruiken. In het begin van de vorige eeuw noemden klassieke socialisten dat ‘volksverheffing’. Een historisch beladen term, dat weet ik. Maar misschien kunnen we nog iets met het idee erachter. Ik pleit dan ook voor een samenleving met meer verfijning, meer respect, meer beleefdheid, meer geduld, meer tolerantie, meer kunst, meer cultuur en meer schoonheid. Want: noblesse oblige.
Nederland is een harde en onbeschofte maatschappij aan het worden. Er is een keur aan ongenodigde agressie en een ondertoon van rancune. De verkiezingen stonden in het teken van het uitspelen van tegenstellingen in plaats van het opzoeken van de gemene deler. Daarom stel ik ook voor om tegenover verschraling geestelijke rijkdom te zetten. Tegenover tweedeling een geloof in de gemeenschap en bovenal: tegenover hufterigheid hoffelijkheid. School jezelf aan de universiteit des levens en verfijn jezelf. Leer met verschillen om te gaan en eerbaar het gesprek aan te gaan met de ander, ook al ben je het roerend met elkaar oneens.
Ik nodig dan ook alle Henks en Ingrids van Nederland om wat elitairder te worden. Om niet vast te zitten in ingesleten patronen van kleingeestigheid, van het elkaar niets gunnen. Leef met het grote gebaar, met stijl en moed. Samen met alle andere Nederlanders; ook de Mohammeds en Shirleys en Diederiks en Fatimas en Abdullahs. Dan kan het nog eens een mooi land worden, dat land van ons ‘achter de dijken’.
Wat vind deze knappe columniste er dan van dat een partij als de vvd juist wijst op het potentieel van ook de lagere opgeleiden en dat een partij als de PvdA vaak deze mensen koste wat kost wil beschermen en geld wil geven?
De NL bevolking, of deel ervan, al etiketteren ‘als de Henken en de Ingrids’ getuigt niet van respect op zich. Verfijning, ethiek, moraal zijn conceptuele waarden die niet meer in het dagelijks leven ingebed zijn.
Maar, waren ze dat ooit wel, vraag ik me af? Was het ooit zoveel beter? Heb een vermoeden dat het minder aan de oppervlakte dreef, maar er altijd was.
Zal het ooit beter worden? Ik hoop het maar houd mijn hart vast, want het ‘ik’ viert hoogtij. En als het ‘ik’ ge- en vervuld moet worden met waaraan ook maar a la moment behoefte is of gecreëerd wordt, dan is er geen plaats meer voor de ander.