Het is een gewone vrijdagavonddienst met bijzondere gasten. De imam van de Al Kabirmoskee in Amsterdam is met tien leden van zijn gemeente naar de synagoge gekomen. Ze zitten gewoon tussen de leden van de LJG Amsterdam. Tijdens de dienst wordt er grotendeels gezongen in het

Hebreeuws. Het meest zingt de gemeente samen, sommige delen zingt chazzaniet (voorzangster) Helma Blankman alleen. Af en toe geeft de rabbijn een aanwijzing in Nederlands of Hebreeuws. Twee momenten van stilte, die voor mij als niet Hebreeuws sprekende toeschouwer uit de lucht komen vallen, zijn enorm krachtig. Net als het oplezen van de namen van de gemeenteleden die in deze periode zijn heengegaan.

Na de dienst beklimt rabbijn Menno ten Brink het spreekgestoelte. Hij vertelt een verhaal over de Ner Tamid. Dat is het licht dat altijd brandt voor de Ark, de kast waarin de torahrollen worden bewaard. Dat licht gaat nooit uit, ook al is het aanhouden van dat licht in het verleden meer dan eens moeilijk geweest. Hij verbindt het met het licht van de menora, de zevenarmige kandelaar en het Eeuwige Licht van God dat schijnt in alle drie de monotheïstische religies.

Rabbijn Ten Brink deed ook mee met het project ‘Preken voor Andermans Parochie’ in Rotterdam in 2001. Hij was toen rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente Rotterdam. “We vonden het toen eigenlijk heel griezelig,” geet hij aan. “De andere monotheïstische religies zijn in het verleden niet vriendelijk voor ons geweest. Maar toen ze op bezoek kwamen, was het eigenlijk heel fijn.”

Hierna wendt de imam zich tot de joodse gemeente. Hij vraagt zich af wat we over moeten dragen aan de volgende generaties. “In de Koran staat,” vertelt hij, “dat we allemaal geloven in God en de Laatste Dag. We moeten elkaar niet vrezen.” Hij roept ons op de moed te hebben elkaar écht te leren kennen. “Dan kom je er achter dat je veel overeenkomsten hebt, en ook veel verschillen. Maar dat maakt het juist boeiend.” Hij geeft aan dat we veel kunnen bereiken met dialoog. Zo kunnen we samen onze problemen oplossen en samenwerken om negatieve beeldvorming te voorkomen. Die interreligieuze dialoog, zo stelt hij, wordt door de Koran juist gestimuleerd. “Zo bouwen we aan een intermenselijke broederschap.”

Hoe gaan we dat doen? De eerste stap is volgens Abdallah nu gezet: kennismaken. “Dan zien we dat we meer overeenkomsten hebben dan verschillen.” Die verschillen wil hij niet wegwuiven. “Als Allah het had gewild, hadden we maar één religie gehad. Maar dat hebben we niet, dus de verschillen zijn eeuwig.” Het respecteren van de ander kan alleen als je ook de verschillen respecteert. Die verschillen zitten ook in ons. “Onze identiteit is dynamisch. Mensen veranderen in hun omgeving en met de tijd.” Abdallah vertelt dat zijn identiteit meerdere aspecten heeft. “Pas als die verschillende aspecten met elkaar botsen, heb ik een probleem.” Hij ziet een gevaar in arrogantie en jezelf boven de rest verheffen. Om dit te voorkomen moeten de godsdiensten contact maken. We moeten onze kinderen opvoeden op basis van dialoog; niet op basis van vijandsbeelden. Maar, voegt hij toe, we moeten ook de moeilijke onderwerpen uitdrukkelijk bespreken en extremisme bestrijden. Onder applaus gaat hij zitten.

Daarna is er een kopje koffie of thee en de mogelijkheid om na te praten. De gemeente is positief over de avond. Iedereen heeft veel geleerd. Volgens Harry Polak, voorzitter van het commissie dialoog van de LJG, staat het overgrote deel van de gemeente ook achter het project. Abdallah geeft aan dat de leden van de Al Kabirmoskee ook heel positief zijn. Hijzelf is in Marokko ook vaak naar een synagoge geweest.

Joodse en islamitische Amsterdammers komen erachter hoeveel ze eigenlijk gemeen hebben. Op religieus gebied worden overeenkomsten gevonden. Maar ook grote gedeelten van de taal komen overeen. Het spits is er af. ‘Preken in Mokum’ is nu echt begonnen. Op 1 april zal de rabbijn met leden van zijn gemeente een tegenbezoek brengen aan de moskee.

En de grote vraagstukken? “Als je daarmee begint,” zegt Polak, “slaat het meteen dicht”. Hij stelt voor kleine stapjes te nemen en elkaar eerst te leren kennen. Het valt op hoe een klein beetje kennis over de ander je beeldvorming al positief beïnvloedt.

Eén vraag heeft de avond opgeleverd, waarover eigenlijk nog niemand echt heeft nagedacht. De gasten stoeiden er ook mee. Wat doe je tijdens de gebeden en rituelen van de ander?

Gauwain-twitter

Gauwain van Kooten Niekerk

docent Levensbeschouwelijke vorming, redacteur Het Filmgesprek

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.