Als ik een viering ga bijwonen van de oudkatholieke kerk, oefen ik thuis altijd eerst even het slaan van het kruisje. Dat gaat vanaf het hoofd verticaal naar beneden en dan horizontaal links-rechts over de borst. Of is het rechts-links? Nee, dat doen de oosters-orthodoxen waar ik het vaakst kruis heb geslagen. Wel twintig maal per goddelijke liturgie. Katholieken doen het andersom, van links naar rechts. U begrijpt dat het opletten vraagt om het bij die oudkatholieken goed te doen. Nerveus blader ik in de liturgie vooruit naar het moment waarop het volgende kruisje geslagen moet worden: ‘In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.’ Weer mis.
Ook het boeddhisme valt niet mee. Op een meditatiekrukje word ik geacht in het hier en nu te zijn, dus het verleden en de toekomst te vergeten. Dan kan ik mijzelf ontdekken. De veronderstelling is dat dit een opwekkende gebeurtenis is, maar wie zegt dat het niet zwaar tegen zal vallen? Is die Suurmond in mij wel zo leuk? Hij zal zich toch zeker niet voor niks verbergen. En wie zegt eigenlijk dat Suurmond mijzelf is? Zou niet kunnen blijken dat ik in werkelijkheid heel iemand anders ben, zeg Lou de Palingboer of Rita Verdonk? Gespannen wacht ik op het randje van mijn kruk af wie er op zal doemen. Ik kan de toekomst niet vergeten, want die vergeet mij niet en kan mij elk moment opschrikken.
U ziet, het is allemaal niet eenvoudig. Minister Rouvoet zou wel eens wat ondersteuning mogen geven aan ouders met een gezin zoals het mijne, dat uit een permanente conventie van wereldreligies bestaat.
Gelukkig houdt, onder alle verschillen, de bloedband ons stevig bij elkaar. Zij zijn en blijven mijn dochters en geen bisschop of rinpoche die daar iets aan kan veranderen. En als ik door de impulsen die zij inbrengen een spirituele groei doormaak en ontdek dat mijn ware zelf Rita Verdonk is? Ach, zelfs in een business class mantelpakje zal ik toch hun pa blijven.
Ondertussen ga ik kalm voort als protestant. Het grote voordeel is dat ik dan in de kerkdienst niet hoef na te denken. Na al die jaren zingen de psalmen zich vanzelf uit mijn ribbenkast, mijn oren sluiten zich automatisch bij de eerste woorden van de preek, mijn hand fladdert naar mijn binnenzak zodra er een zwart collectezakje opdoemt, en mijn voeten lopen vanzelf naar voren om het brood en de wijn te ontvangen.
En na afloop klop ik de Suurmond waarvan ik me verbeeld dat die mijzelf is op de schouder. Goed gedaan jongen, je liet je helemaal meenemen door de kerkdienst. Wat een overgave, wat een zelfvergetelheid, wat een spiritualiteit!
Wat een macht der gewoonte, reageren mijn dochters.
Volgende keer trek ik een mantelpakje aan.
Leuke column. Lees zijn columns graag, ook in de Trouw. Vraag me alleen af of het allemaal leuk en aardig is, 2 niet-protestantse kinderen…