farid
(c) Farid Esack
“Islam begon als een bevrijdingsbeweging”. Dat waren de inleidende woorden tijdens de lezing van de Zuid-Afrikaanse bevrijdingstheoloog Farid Esack. De lezing met als titel Islamic Theology of Liberation in a Time of Terror vond zaterdag 21 januari plaats aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en werd georganiseerd door het Fahm Instituut in samenwerking met Nieuwwij en FSR Godgeleerdheid van de VU. Esack is momenteel verbonden aan de Universiteit van Johannesburg en was eerder werkzaam aan Harvard, de meest prestigieuze universiteit ter wereld. Hij is gespecialiseerd in de studie van de Koran en tevens voorzitter van de International Qur’an Study Association. Een beschouwing.

Door: Kamel Essabane

Als activist was Esack in de vorige eeuw actief betrokken bij de anti-apartheid strijd in Zuid-Afrika. In het Zuid-Afrika van na de apartheid werd hij door Nelson Mandela aangesteld als commissaris voor gendergelijkheid. De laatste jaren houdt hij zich bezig met het opkomen voor de rechten en waardigheid van moslim HIV-patiënten en hij is voorzitter van de Zuid-Afrikaanse werkgroep van BDS, die uit solidariteit met het Palestijnse volk oproept tot een internationale boycot tegen Israël.

Terugkeren naar welke islam?
Zelfkritiek en zelfspot zijn Esack niet vreemd. Dat bleek meteen bij de aftrap van de lezing voor een kleurrijk publiek van 50 personen, waarbij hij zichzelf onder de korrel nam: “Ben ik een geleerde, die doet alsof hij een activist is, of ben ik een activist die doet alsof hij een geleerde is?” Een vraag waar hij zelf geen antwoord op kon geven. Vervolgens viel hij met de deur in huis door een vraag van de Iraanse bevrijdingstheoloog Ali Shariati op te werpen: “Naar welke islam willen we terugkeren? De islam van Abu Dhar Al-Ghifari of de islam van Marwan, de Kalief?” Met andere woorden, willen we terugkeren naar de islam van de arm en sober levende metgezel van de profeet Mohammed, die zich na diens dood sterk uitsprak tegen het materialisme en de decadentie van zijn tijdgenoten? Of willen we terugkeren naar de islam van een andere metgezel van de profeet, die later een rijke decadente machthebber van het Oemmayaden-rijk werd?

Deze retorische vraag vat goed samen waar het bij bevrijdingstheologie om draait: de relatie tussen macht en interpretatie. Er bestaat geen objectieve, neutrale of onschuldige interpretatie van de Koran of andere islamitische bronnen. Bevrijdingstheoloog dwingt ons daarom een bewuste keuze te maken in het perspectief waarmee we de bronnen van de islam interpreteren, namelijk het perspectief van de zwakkeren en onderdrukten. Geheel naar de geest van de profeten zo betoogt Esack: “No prophet came and asked: how do I fit in with power?” Profeten kwamen met een bevrijdende boodschap voor de onderdrukten in de maatschappij, niet om de machthebbers te paaien, die in de naam van vrede, mooie woorden en soms zelfs in Gods naam onrecht plegen of deze in standhouden.

De vraag die velen zich vandaag de dag stellen over hoe we de islam kunnen inpassen in onze samenleving is dus volstrekt on-profetisch. Profeten kwamen niet om in te passen of te integreren, maar waren revolutionairen die iedere vorm van onrecht aan de kaak stelden en dominante structuren uitdaagden.

In de Engelse taal worden ‘liberation’ (bevrijding) en ‘liberal’ (liberaal) vaak onterecht door elkaar gehaald. Islamitische liberale theologie heeft volgens Esack als doel een voor de elite ongevaarlijke knuffelislam te produceren, die louter kritisch is ten opzichte van het religieuze domein. Islamitische bevrijdingstheologie daarentegen is kritisch tegenover alle onderdrukkende machten, dat wil zeggen tegenover de religieuze machten, maar vooral de grootste machten van onrecht in onze wereld: die van het met imperialisme en kapitalisme die in het kielzog van het liberalisme varen.

De schoenpoetser en de prostituee
Esack geeft twee voorbeelden om duidelijk te maken hoe het kapitalisme de mens dehumaniseert. Een schoenpoetser kijkt in de eerste plaats alleen naar het schoeisel van voorbijgangers. De voorbijgangers worden pas in het gezicht aangekeken en aangesproken als ze lederen schoenen dragen. Dan veranderen zij in potentiële klanten. Mensen met ander schoeisel worden genegeerd, niet aangekeken en bestaan niet. Evenzo heeft de mens in het kapitalisme alleen waarde als consument. De bevrijdingstheologie, zo betoogde Esack, maakt de mens bewust van de keuze die we hebben als we naar de werkelijkheid kijken.

Zien we, als we naar een prostituee op de Wallen kijken, een ‘lekker ding’ met wie we een fijne tijd kunnen beleven in ruil voor geld, of zien we de mens achter het glas, en daarachter de pooier en daarachter een exploiterend systeem? Esack’s bevrijdende visie strekt zich ook uit naar de natuur. Hij wijst ons erop dat natuurfilmpjes op sociale media onze afstand tot de natuur aan de ene kant vergroten, maar aan de andere kant ook verkleinen door ons op een indringende wijze bewust te maken van het feit dat de natuur dichterbij ons staat dan we lange tijd dachten.

farid-esack-1
Farid Esack in gesprek met Mohammed Cheppih. Foto: Sanne Tji
Echte theologie?
Is een theologie die enkel om de mens (en natuur) lijkt te draaien, nog wel echte theologie, ‘Godsleer’? Esack draait deze vraag om: heeft theologie niet per definitie altijd met de mens te maken? Een theologie die de mens niet expliciet noemt is namelijk uiterst verdacht. Hegemonisch zelfs, omdat deze de realiteit en bestaande situaties van onrecht bestendigt. God of het Transcendente staat volgens Esack ook wel degelijk centraal in de bevrijdingstheologie en heeft een even grote zekerheid als het non-discriminatie principe. Interessant is dat de bevrijdingstheologie van Esack tegelijkertijd geen definitieve antwoorden of interpretaties geeft. Het denken volgt het doen. De voorlopige interpretaties en theologische reflecties volgen altijd op concrete praktijken van onrechtbestrijding. Uiterste voorzichtigheid is volgens Esack dan ook van belang. De geschiedenis bewijst namelijk dat de revolutionairen van gisteren de onderdrukkers van vandaag kunnen worden.

Bevrijdingstheologie in de context van terreur
Als het om terrorisme gaat vraagt Esack zich af over wiens terreur we het hebben. Waarom zijn we zo vaak selectief verontwaardigd? Hoe komt het dat we heftiger reageren op drie duizend Amerikaanse doden op 9/11 dan op miljoenen Aids gerelateerde doden in Afrika? Waarom is het kapitalistisch dogma van de vrije markt (‘vraag en aanbod’) heilig als het gaat om miljoenen Afrikanen die door te dure medicijnen tegen HIV/Aids niet gered konden worden? En waarom intervenieerde de Amerikaanse staat wél in de vrije markt toen het gif Anthrax (miltvuur) enkele Amerikaanse slachtoffers maakte, door druk uit te oefenen op de farmaceutische industrie? Westerse mogendheden, zo constateert Esack, zijn vooral geïnteresseerd in globalisering van de economie, niet zozeer in de globalisering van solidariteit tussen verschillende mensen en volkeren.

Daartegenover zijn volgens Esack sommige reacties van moslims op invasies en kolonialisme ook fout geweest in de geschiedenis. De meest verschrikkelijke reactie is die van IS, en daarbij moet volgens Esack wel gezegd worden dat vooral moslims het grootste aantal slachtoffers vormen van deze terreur. Er zijn honderd keer meer moslimslachtoffers dan slachtoffers van niet-islamitische westerlingen gevallen in de terreurgolf. Nu deze vorm van terrorisme het Westen bereikt wordt het opeens als het grootste probleem van onze tijd beschouwd. Dit terrorisme, gepleegd door groepen moslims, is volgens Esack erg problematisch, maar zo voegt hij eraan toe: “Muslims are not ‘the’ problem, imperialism is ‘the’ problem.” Een economisch systeem dat erop gericht is hebzucht aan te wakkeren en mensen devalueert tot consumenten is juist het grote probleem van onze tijd.

Islamitische bevrijdingstheologie in Nederland?
Reflecterend op zijn lezing en bespiegelingen in de vragenrond vroeg ik mezelf af of deze islamitische bevrijdingstheologie toekomst heeft in Nederland. Als we naar de Nederlandse context kijken zien we steeds meer jonge moslims die losgeraakt zijn van de traditionele islam van hun ouders en voorouders. Ze bevinden zich in een gemarginaliseerde positie. Voor deze jonge moslims zou een islamitische bevrijdingstheologie ‘empowerend’ kunnen werken.

Het is een humaan alternatief voor de heilloze weg van het destructieve religieuze radicalisme en extremisme. Islamitische bevrijdingstheologie vormt mijns inziens voor deze groep ook een beter alternatief dan een ‘liberale’ islam, die naast een strijd tegen orthodoxie vooral bezig is met aanpassen en oplossen in dominante structuren waarmee het zichzelf op termijn irrelevant maakt.

Islamitische bevrijdingstheologie heeft het potentieel om energie en ongenoegen op een positieve en constructieve manier te kanaliseren. Tegelijkertijd zie ik allerlei obstakels voor een breed gedragen Nederlandse islamitische bevrijdingstheologie. Mijn inschatting is dat er in de Nederlandse islamitische gemeenschap een te grote religieuze ongeletterdheid heerst om een bevrijdingstheologie goed te kunnen begrijpen en op de juiste waarde te kunnen schatten.

Vervolgens zijn er weinig mensen bereid tot het brengen van offers. Bevrijdingstheologie vraagt namelijk om een houding van dubbele kritiek en dubbele transformatie. Transformatie van het zelf en van de maatschappij. En dat roept weer een dubbele weerstand op. Het is veel gemakkelijker om met de stroom mee te varen. Of bevrijdingstheologie desondanks zal aanspreken hangt sterk af van de vraag of er meer figuren met zo’n profetische stem zullen opstaan. Esack leek in ieder geval het Nederlandse publiek te raken met de opmerking dat bewustzijn verantwoordelijkheid brengt. Zo benadrukte Esack dat hoewel velen in het publiek en in onze maatschappij tot gemarginaliseerde groepen behoren, zij tegelijkertijd geprivilegieerd zijn als burgers van “the global north”.

Terug naar Farid Esack – waar haalt hij de energie vandaan om steeds weer, dag in dag uit, tegen de stroom in door te gaan met zijn strijd? In het antwoord ontwaart zich vooral een geest van nederigheid: “My responsibility is not to change the world, but only to do in my waking time what I can. I will not be asked (by God) if I have achieved anything, only what I have done.”

Kamel Essabane is filosoof en religiewetenschapper en werkzaam bij de Thomas More Hogeschool in Mechelen als docent islamitische godsdienst. Daarnaast geeft hij cursussen aan het FAHM-instituut en hij is bestuurslid van Su-Shi Intrafaith dialogue.

Nederland, Utrecht, 22 juni 2019. FAHM. Kamel Essabane. Foto: Jorgen Caris

Kamel Essabane

Promovendus en docent

Kamel Essabane is promovendus aan de Radboud Universiteit en onderzoekt de bijdragen van primair islamitisch godsdienstonderwijs aan …
Profiel-pagina
Al 4 reacties — praat mee.