Op zondag komt de hele familie bij elkaar, om bij oma gezamenlijk te eten. Oma is een heel oud vrouwtje, net zo klein als ze oud is, wiens bestaan eigenlijk in één woord kan worden samengevat: koken. En dan zeker op zondag. Dan is de tafel voor de hele familie gedekt en is ze van ’s ochtends vroeg tot laat in de middag bezig met het maken van soep, eigengemaakte tortillas, geroosterd vlees en cactusblad. Als de familie aan tafel gaat zitten, gebeurt er iets magisch. Er hangt ineens een serene rust. Neven en nichten die daarvoor nog kibbelend door de tuin rolden, schuiven als bij toverslag poeslief aan als oma de magische woorden ¡A comer, niños! (aan tafel kinderen!) roept. Op zachte toon worden nieuwtjes en gewichtige zaken uitgewisseld. Ruzies worden bijgelegd. Als het eten op tafel staat, is de familie tevreden.
Het is een tafereel dat ik verwonderd gadesla, iedere keer weer als ik er kom buurten. Mijn familie eet nooit gezamenlijk samen. Sterker nog, ik zie mijn ooms en tantes bijna nooit. En vanwege mijn werk eten mijn ouders en ik ook bijna nooit meer samen. Ik heb het gevoel dat ik iets mis. Ik merk steeds vaker dat ik geen moment meer heb om de dingen die ik op mijn lever heb rustig te vertellen. Frustraties, nieuwtjes, enthousiasme over een en ander… Het is dat samen eten. Die onderlinge verbondenheid van de eters, het besef dat je samen aan tafel zit vanwege een bijzondere band. Samen eten is veel intiemer dan we soms misschien denken. Samen eten is veel meer dan liflafjes proeven of je honger schrokkend stillen. Samen eten is een sussend ritueel, waar zelfs de diepste geschillen worden gekalmeerd door een plotselinge, wonderlijke solidariteit.
Wij doen dat nauwelijks meer, in het Westen. Eten is voor ons veel zakelijker. Eten doen we om het stillen van de honger. Even snel tussendoor. Nauwelijks nog dat rustpunt, die verbondenheid. Alleen bij speciale gelegenheden wordt er hier nog uitgebreid samen gegeten. Het beste moment In de Verenigde Staten zijn er gezinnen die in geen jaren meer samen hebben gegeten. Dan gaan mijn gedachten uit naar Mexico. Naar oma en haar tortillas. Met mijn hoofd weer terug in Nederland lees ik over toegenomen stress, meer echtscheidingen, minder tolerantie, en mensen die sneller geïrriteerd zijn. En ik zie een filmpje dat onlangs nog op deze site is geplaatst, over hoe in Den Haag tijdens een buurtmaaltijd ouderen en jongeren ineens contact met elkaar krijgen en in een gezellige sfeer nader tot elkaar weten te komen.
En dan rijst bij mij de vraag: moeten we misschien niet wat vaker samen eten?