“Wij streven een bondgenootschap na op het kompas van de compassie”, waren de symbolische openingswoorden van Degen van Werkgroep Kompas. Kaarsen werden ontstoken door joodse, islamitische, hindoeïstische, christelijke en boeddhistische vertegenwoordigers bij aanvang van het congres. Gebeden werden uitgesproken richting God en Allah om saamhorigheid te steunen en liederen werden ten gehore gebracht om vrede te bewerkstelligen.
Voorzitter Degen sprak over liefde als wapen tegen onverdraagzaamheid. “Juist in de verschillen en de diverse kleuren kunnen we samen de regenboog vormen van hoop en harmonie”. Ook sprak hij minister Donner, die aanwezig was, aan op zijn medeverantwoordelijkheid en zorg voor een verdraagzamer Nederland. Maar de minister van Binnenlandse Zaken legde deze oproep naast zich neer: “De overheid is er om te steunen, maar kan geen individuele mensen helpen.” Volgens Donner heeft het geloofsonderwijs uit de jaren ’70 en ’80 niets geholpen en zijn mensen dus meer gebaad bij voorléven dan voorlíchten.
Degen vond de toespraak van Donner ‘erg goed’, “maar het geraffineerde taalgebruik moet ik nog uitpluizen”. De voorzitter zegt de regering niet aan te willen spreken op een complete verantwoordelijkheid voor verdraagzaamheid in de samenleving, maar wel op hun medeverantwoordelijkheid. “Maar Donner is van mening dat de regering niet voor het wel en wee van individuele burgers kan zorgen. De minister legt de verantwoordelijkheid bij de burgers. Daarom vond ik het ook erg jammer dat hij ons initiatief weinig pluimen heeft gegeven”, aldus Degen.
“De minister was niet zo positief”, concludeerde ook Froukje Weima die samen met haar dochter Mirjam het congres bezocht. Bovendien is ze het niet eens met Donner: “Mijn dochter leerde niets over verschillende geloven op de basisschool.” Moeder en dochter kwamen naar de bijeenkomst om het gat op te vullen in hun kennis over andere religies.
Om dezelfde reden kwam ook Roy Dannarag naar het congres: “Ik weet helemaal niets van andere geloven” vertelt Dannarag. Hij groeide op in een protestants gezin, maar heeft zijn geloof inmiddels achter zich gelaten. “Mijn vader was dominee in Paramaribo. Wij leefden daar gewoon samen met mensen van andere religies, het was geen onderwerp van gesprek”, legt hij uit. “Daar zouden we in Nederland nog wat van kunnen leren.” Om zichzelf te verrijken en hiaten te dichten heeft Dannarag een dag vrij genomen van zijn werk zodat hij aanwezig kan zijn bij het congres.
De Weima’s volgden samen de workshop ‘islam’ terwijl op andere plekken de vier overige wereldgodsdiensten werden behandeld. Zo doceerde Ron van der Post bij de workshop ‘Hindoeïsme’ dat in de diversiteit eenheid bereikt kan worden door uit te stijgen boven de materiële en conceptuele vormen. “Als we terugkeren naar de bron, vinden we eenheid”, aldus Van der Post. Bij elke groep was het thema verdraagzaamheid en overeenkomstigheden van de verschillende religies.
De voordrachten tijdens de werkgroepen waren interessant, maar de discussies weinig prikkelend. “We zijn hier samen met allemaal gelijkgestemden”, glimlacht Mirjam Weima die samen met haar moeder het congres bezocht. “De andersdenkenden zie je niet op dit soort bijeenkomsten.” Het congres is een typisch voorbeeld van het ‘preken voor eigen parochie’.
Voorzitter Degen is zich ervan bewust dat de 120 bezoekers van het congres een ‘kabbelende eenheid’ vormden. “Ik had graag Wilders in de zaal gehad”, merkt hij op. “Voor onze volgende bijeenkomsten zal het zeker interessant zijn om de spanning op te zoeken en mensen uit het spreekwoordelijke ‘andere kamp’ uit te nodigen.” Hoe Werkgroep Kompas de andersdenkenden zover zal krijgen om de dialoog aan te gaan, heeft hij nog niet voor ogen. “Maar het is de moeite waard om de discussie aan te gaan hoe we het samen kunnen volhouden zonder dat we elkaar de nek breken.”
Degen bestempelt zichzelf als een ‘tevreden mens’ naar aanleiding van het congres. “Het was een erg bijzondere dag, met een diepe spirituele laag”. Het kwartet dat uitgenodigd was om de vrede te bezingen liet grote indruk achter bij de voorzitter. Het tafeldebat achtte hij kort maar krachtig, de werkgroepen vond hij geslaagd en tijdens de rondleiding over het terrein van museumpark Oriëntalis leerden de bezoekers niet alleen van de gids, maar ook van elkaar.
“Allah betekent God in het Arabisch”, doceerde een vrouwelijke rabbijn in opleiding haar medebezoekers. “Het is geen andere god, maar alleen een ander woord voor dezelfde god.” Terwijl het vervolg van de rondleiding over een begraafplaats voerde, haakte ze samen met een mannelijke rabbijn af. Zo leerden de groepsgenoten dat deze joodse rabbijn uit geloofsovertuiging de begraafplaats niet mocht betreden.
Her en der werd het belang van het congres besproken. Verdraagzaamheid werd alom bejubeld. ‘Onbekend maakt onbemind’ werd een gevleugelde uitspraak die de bezoekers ter harte hadden genomen. “We moeten de ander leren kennen en het onderling vertrouwen verdiepen”, meent ook Degen.
Volgens Degen is onverschilligheid en een gebrek aan kennis over de ander dan ook veel meer dan onverdraagzaamheid aanwezig in de maatschappij. Maar onder de bezoekers van het congres waren deze kenmerken niet te vinden. Iedereen was het met elkaar eens, iedereen was vóór verdraagzaamheid en tegen onverschilligheid.
Brrr. wat saai. Waarom over iets praten, terwijl je het met z’n allen erover eens bent?
Prima die samenkomsten. Dialoog, informatie, educatie, maar vooral doen. Geen betere leerschool hou je je tot een ander verhoudt, dan in het dagelijks leven. Je theorie moet matchen met de praktijk om echt ingebed te raken en wat te betekenen.
Hoewel ik persoonlijk geen zin meer heb in dit soort bijeenkomsten – ik dóe liever iets met andersdenkenden, al weet ik nog niet goed hoe ik dat moet realiseren – vind ik het wel goed dat gelijkgestemden met elkaar in gesprek blijven. Hoe je de andere kant erbij moet betrekken weet ik ook niet. De Wildersen hebben nu eenmaal de neiging vanuit hun isolement van alles te roepen, maar direct contact uit de weg te gaan. Misschien lukt het een beetje met dat ‘doen’.
Er werd gebeden tot God en Allah. Niet tot JHWH? Tot wie baden de boeddhisten en de hindoes? Tot God of tot Allah? Wat mij betreft is Allah gewoon God, in navolging van de Arabischtalige christenen die tot Allah bidden.