Lang geleden werkte ik als docent Spaans en Portugees aan het Hendrik Kraemer Instituut, het opleidingsinstituut voor mensen die in dienst van kerken gingen wonen en werken in het buitenland. Onze doelgroep, de studenten, vaak jonge gezinnen, woonden in het statige pand in Oegstgeest en de acculturatiecursus die wij verzorgden was er niet alleen op gericht hen de nodige praktische kennis bij te brengen, maar was vooral een belangrijke stap in het loslaten van de vertrouwde omgeving. Om zo, onbevangen, open te staan voor al het nieuwe dat zou komen, in Afrika, Latijns-Amerika of Azië.
Uiteindelijk ben ik zelf tot de doelgroep gaan behoren. Ik ontmoette er mijn partner, Tjeerd de Boer, en ben hem nagereisd naar Santiago, Chili, waar we zeven jaar gewoond hebben. Daarna volgden drie jaar São Paulo, Brazilië.
Niet alleen mijn taalkennis, maar ook de kennis van de acculturatiecursus kwamen goed van pas! Want inderdaad: om met een ‘open mind’ een nieuwe woon- en werkomgeving te betreden, heb je een onbevangen blik nodig. Daarvoor moet je de vertrouwde omgeving loslaten, maar meer dan dat. Dat betreft ook de manier van denken, van kijken naar de wereld en naar mensen. Hoewel ik, als Surinaamse vrouw en met mijn studie van de talen al de nodige bagage voor Latijns-Amerika had, was het ook voor mij iedere dag weer ontdekken.
Iedere dag ontdekken en een andere manier van denken en kijken leren kennen, is één van de leukste aspecten van wonen en werken in het buitenland. Dat ervaar ik nu weer, in Hong Kong, waar we sinds een paar weken wonen omdat Tjeerd docent is geworden aan het Luthers Theologisch Seminarie hier.
Groot verschil met Latijns-Amerika is de taal… we hebben een basisje Mandarijn gelegd voor we vertrokken, maar we zijn nog volledig analfabeet. Vrijwel niets kunnen lezen, weinig kunnen verstaan en daarmee je onafhankelijkheid kwijtraken is een indringende ervaring! Reden om zo snel mogelijk die taal meer machtig te worden én daarmee meer inzicht te krijgen in de manier waarop Chinezen, ook hier in Hong Kong, kijken naar mensen en de wereld. Want de complexiteit van de taal zit niet zozeer in de grammatica, het is vooral de volstrekt andere manier van denken en redeneren, dat het Mandarijn zo moeilijk (en boeiend!) maakt. En dat is nu juist waar wij hier grip op proberen te krijgen.
Wij zijn niet de enigen. China is in opkomst! Terwijl de westerse wereld, VS en Europa, zuchten en kreunen onder de aanhoudende financieel-economische crisis, is er hier economische groei van meer dan 7%. Er wordt geconsumeerd! Ik weet niet of er een index bestaat die het aantal winkels per vierkante kilometer meet, maar als die bestaat weet ik zeker dat Hong Kong nummer 1 staat. Nergens heb ik ooit zoveel winkels bij elkaar gezien en dan ook nog winkels vól met winkelend publiek. Supermarkten, juweliers, kledingzaken, schoenenzaken: altijd en overal is het druk en vol. Dit is het consumeren waar premier Rutte de Nederlanders zo nadrukkelijk toe oproept en wat in Nederland nog maar niet wil lukken.
Geen wonder dat er voortdurend delegaties van bedrijfsleven en politiek uit allerlei landen langskomen en deals willen sluiten. Geen wonder dat zowel Hillary Clinton als John Kerry hun eerste buitenlandse reis naar China maakten. Ze hebben China nodig!
In China kijkt men er niet van op. Het past bij de plek die China in het Chinese denken van oudsher in de wereld heeft. Niet voor niets heet China in het Chinees: Zhonguo, dat betekent: het land in het midden. In het midden van de wereld, een wereldmacht, waar niemand omheen kan. De opkomst van China is voor Chinezen niets anders dan herstel van normale verhoudingen: de wereld heeft China nodig!
De grote vraag is nu, wat de opkomst van China voor de rest van de wereld betekent. Economisch is die vraag eenvoudig te beantwoorden: winst! Als alle 1,3 miljard Chinezen meer gaan consumeren, valt er in China heel wat af te zetten.
Veel lastiger, maar naar mijn mening urgenter, is het vinden van een antwoord vanuit ethisch en sociaal oogpunt. Wat betekent de opkomst van een land dat qua grondgebied, aantal inwoners en cultuur zo groot en divers is, dat alles wat erover gezegd wordt ook (altijd) waar is. Een land dat politiek een één-partijstaat is, waarin de Communistische Partij zowel de staat als het bewind is en het op alle niveaus voor het zeggen heeft. Maar waar toch ook, tegelijkertijd, de culturele diversiteit groot is en religie en spiritualiteit overal en op alle niveaus een rol spelen.
Grip krijgen op deze complexe en gigantische realiteit om de vraag te beantwoorden wat de opkomst van China ethisch en sociaal voor de rest van de wereld betekent, begint met kijken met een onbevangen blik en het loslaten van het eigen vertrouwde denkkader.