Moet er echt een column verschijnen over de waarde van het individu? Normaliter zou ik al snel verzanden in een moraliserende klaagzang over de gevaren van Westers individualisme. Ik zou kunnen jeremiëren over hoe de sociale cohesie erodeert, hoe niemand zijn buren meer kent, niemand elkaar meer groet en iedereen bezig is met zijn eigen klein ikje. Het is verleidelijk om die weg in te slaan, want in al deze observaties ligt een kern van waarheid.
En toch doe ik dat niet.
Net zoals in het Hebreeuws van het rabbijnse verhaal, is er een etymologisch verband tussen het woord ‘uniek’ en ‘unie’. Uniek zijn betekent niet geïsoleerd raken van de buitenwereld en je afsluiten voor de gevoelens, opvattingen of rechten van anderen. Uniek zijn betekent ook niet dat je jezelf ziet als, zoals ze schertsend in het Engels zeggen, ‘een speciaal sneeuwvlokje’. Uniek zijn kan alleen maar in de context van de ‘unie’, het grotere geheel en het sociale verband.
Maar andersom werkt het natuurlijk ook. Opereren in het grotere geheel betekent niet dat we ons op Orwelliaanse manier hoeven te voegen naar een verstikkende consensus. Dat er door de anti-politieke correctheid een nieuwe vorm van politieke correctheid ontstaat met daarin een verwachting dat we ‘assimileren’. We hebben in onze samenleving individuen nodig. Cliché zoals het klinkt gaat het om de balans.
Omdat die balans zoek dreigt te raken volgt hier mijn lofzang op het individu.
Lang leve het zelfbeschikkingsrecht van ieder mens – reli of atheïst, verlichtingsfundamentalist of happy clappy in de Heer… (vul het stippeltjeslijntje maar in: EO-jongere, poldermoslim, keppeldragende jood of wat dan ook). Of je nou veganist bent, uit de muur eet bij de FEBO of ritueel geslachte biefstuk op je bord wil hebben, je een doorgewinterde, leren string-dragende Gay Pride-veteraan bent, een goedgebekte Mokumse hoofddoekdraagster of in de Bible Belt in lange Refo-rok wacht op ‘Ware Liefde’: diversiteit is geen ‘noodzakelijk kwaad’ van een schoorvoetende multiculturele samenleving. Diversiteit is een voorwaarde om de waardigheid van elk individu te waarborgen. Het voornaamste wat dit vereist is een beetje tolerantie en het minimaal gedogen van elkaars eigenaardigheden.
Hoe dan ook, ik ben niet van plan om mij ‘aan te passen’. Ik ben een geëmancipeerde, progressief-religieuze jood die voor vrouwen- en homorechten opkomt, uitsluitend kosjer vlees eet en de sjabbat een prominente plek in haar week geeft, die gelooft in de ‘multiculture samenleving’, graag vrienden is met seculieren, moslims en christenen, die zich laat informeren door de laatste wetenschappelijke inzichten en voor wie de Tora tegelijkertijd toch heilig is. Dit maakt mij tamelijk ‘uniek’ en dat is maar goed ook.
Aan valsemunters hebben we niets. Misschien kunnen we het er over eens zijn dat de Eeuwige, het Vliegende Spaghettimonster of de Oersoep ons allen in prachtige pluriformiteit heeft gemaakt. Als we dat beseffen, kunnen we misschien alsnog samen door één deur.
Wat een leuke tekst van deze joodse dame. Zeker in deze tijden is het belangrijk dat we ons blijven realiseren dat diversiteit op zich een geschenk is.
68MK12 totbzlzbosha