“Deo volente.” Dit voorval is wellicht slechts een onbeduidend voorbeeld van de tijdgeest. In ieder geval maakt het verschillen in de beleving van religie zichtbaar. Voor moslims is het gebruik van het islamitische equivalent van ‘Als God het wil’ vanzelfsprekend. Hoewel er grote verschillen zijn in de mate waarin moslims de uitdrukking ‘insja’a Allah’ gebruiken, vragen zelfs de minst vrome navolgers op wezenlijke momenten God ermee aan hun zijde.
Het gebruik ligt diep verankerd in de islamitische traditie. De koran waarschuwt meermaals voor de menselijke neiging om de rol van God te veronachtzamen. “En zeg zeker nooit over iets: ‘Voorwaar, dat zal ik morgen doen’. Zeg slechts: ‘Indien Allah het wenst.’” (18:23-24). Het gebruik blijft bovendien niet beperkt tot de religieuze betekenis. Dat blijkt wanneer menigeen gefrustreerd raakt van het maken van een afspraak, omdat er alleen ‘insja’a Allah’ klinkt. Naast ‘Als God het wenst’ betekent het ook ‘Ik hoop het’, ‘Ik weet het niet’ en zelfs ‘Ik denk het niet, maar dat zeg ik liever niet’. ‘Insja’a Allah’ is een pijnloze manier geworden om zaken nog even op hun beloop te laten.
Ik vind deze vermenging van hemels en aards bewustzijn wel charmant. Onlangs maakte ik er zelfs gebruik van. Een Nederlandse academicus deed, tijdens een internationale conferentie voor moslimintellectuelen, giftige uitspraken over de islam. Dat leidde aanvankelijk tot grote spanning. Omdat ik bekend was met de man en zijn harde uitspraken, maakte ik me minder druk. De volgende morgen trof ik hem met een verwrongen gezicht aan en ik vroeg naar de reden. Hij bleek pijn te hebben vanwege jicht. We kwamen op mijn vader, die daar ook last van heeft. Toen de Arabist uiteindelijk opmerkte dat hij, ondanks de jicht, mijn vaders leeftijd graag zou willen bereiken, kon ik niet nalaten zijn wens te bekrachtigen. “Met uw welnemen: ‘insja’a Allah’!” Uiteindelijk doet hoop leven, toch?