Het werk van Rabbae stond voor een groot deel in het teken van de belangenstrijd van migranten, gastarbeiders en allochtonen. Hij speelde eind jaren zeventig een belangrijke rol bij de acties voor verblijfsvergunningen van 182 Marokkanen die in een Amsterdamse kerk in hongerstaking waren gegaan tegen een dreigende uitzetting. In 1983 werd hij directeur van het Nederlands Centrum voor Buitenlanders en vanuit die functie kwam hij in de politiek terecht.
Hij werd in 1993 met Ina Brouwer duo-lijsttrekker voor GroenLinks, maar dat werd geen succes. De partij verloor bij de verkiezingen. Rabbae bleef Kamerlid tot 2002 onder Paul Rosenmöller. In die tijd heeft hij veel vrienden gemaakt, blijkt uit het boek Rabbae’s onvermoeibare strijd uit 2016. Naast Ina Brouwer en Anja Meulenbelt blijken dat oud-politici te zijn als Bas de Gaay Fortman, Thom de Graaf, Tineke Lodders, Hans Dijkstal, Ed van Thijn en Hedy d’Ancona. Ook zij lieten zich zien bij manifestaties tegen racisme en voor een positieve benadering van de multiculturele samenleving.
Als kandidaat-Kamerlid voor GroenLinks had Rabbae het al zwaar met zijn partij vanwege zijn begrip voor mensen die Salman Rushdie’s Duivelsverzen wilden verbieden. Als directeur van het Nederlands Centrum Buitenlanders had hij in 1989 al afstand genomen van Khomeiny’s fatwa tegen de schrijver. Maar hij vond een rechtszaak over een verbod een redelijke uitweg voor mensen die zich, net als hijzelf, beledigd voelden. Waarom? Om ongelukken en afglijden naar fanatisme te voorkomen, zo schreef Ina Brouwer in het genoemde boek. Op het verkiezingscongres in 1994 stelde Rabbae uiteindelijk: “De vrijheid van meningsuiting is een hoofdpijler van de democratie en het verbieden van boeken en publicaties is onjuist.”
Rabbae bouwde bruggen en wilde voorbij identiteitspolitiek komen. Hij was iemand die activisme, openheid en humor met elkaar wist te verbinden en inspireerde ook jongere politici binnen GroenLinks zoals Tofik Dibi en Naima Azough. Zelf had Rabbae in 2010 GroenLinks verlaten uit onvrede over uitspraken van toenmalig partijleider Femke Halsema over hem rond de kwestie of de racistische uitspraken van Geert Wilders wel of niet tot een gang naar de rechter moesten leiden. Rabbae vond van wel. Het vertrek van Rabbae viel rauw op het dak van het partijbestuur en anderen binnen de partij die hem binnenboord wilden houden.
In de Volkskrant relativeerde hij in 2002 zijn eigen geloof: “Waarom zou mijn islamitische gelijk absoluut zijn, of op een hoger niveau staan dan andere religies? (…) Goede gelovigen, joden, christenen, moslims, zijn mensen die een sociale cohesie nastreven. Atheïsten die dat doen, vind ik waardevoller mensen dan fanatieke gelovigen die de harmonie in de weg staan.”
Een uitgebreid achtergrondartikel over Mohamed Rabbae is geschreven door Ewoud Butter op de website Republiek Allochtonië waaruit we, naast andere bronnen, hebben geput en waarnaar wij graag verwijzen.