Op 12 juni presenteren wetenschappers uit Nederland en België de bundel Radicalisering in België en Nederland. Kritische perspectieven op geweld en veiligheid. Het boek, over het ontstaan en de invloed van ‘radicalisering’ als begrip in politiek en maatschappij, is een onderdeel van NWO-project ‘Forces that Bind and/or Divide’. Daarin gaat het over de manier waarop moslims na 1989 in het publieke debat beschreven worden. Het overviel de auteurs hoe sterk en stigmatiserend ‘radicalisering’ sindsdien doorwerkt in de wetenschap, politiek beleid en publiek debat.
Oorspronkelijk niet zo bedoeld

In 2001 introduceerde de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) het begrip ‘radicalisering’ als beleidsterm. Het doel was om was manieren te bedenken waarop extremistisch geweld, dat als gevolg van radicalisering werd gezien, beter kon worden bestreden. De AIVD zette het concept ‘radicalisering’ oorspronkelijk in om erop te wijzen dat stigmatisering radicaal geweld tot gevolg kan hebben. Van deze gedachte is weinig terecht gekomen, betreuren de auteurs: ‘radicalisering’ wordt tegenwoordig vooral gebruikt in negatief verband met moslims en de (politieke) Islam.
“Iedereen gaat ermee aan de haal, maar niet iedereen bedoelt hetzelfde”, stelt mederedacteur Martijn de Koning. “Er is zelfs een hele radicaliseringsindustrie ontstaan van organisaties en bedrijven die zich op de-radicalisering richten”, voegt Annelies Moors (UvA hoogleraar en auteur van een bijdrage) toe. “En al zitten daar goede initiatieven tussen, ook de nadruk op problemen wordt hiermee gefinancierd”. Daar delven mensen, die met Islam geassocieerd worden, het onderspit van, wil De Koning maar zeggen.
België en Engeland zagen in het (de)radicaliseringsbeleid van de AIVD een voorbeeld voor hun eigen aanpak. Ook zij schreven en spraken voortaan over ‘radicalisering’, en ook daar wordt dat woord vooral in verband gebracht met Islam en moslims.
Andere landen Nederland voor
In het boek formuleren de auteurs geen beleidsadviezen: doel is om een aanzet tot reflectie te geven, niet om de effectiviteit van (de)radicaliseringsbeleid te beoordelen. “In tegenstelling tot de VS en Engeland misten we nog een reflectie op de mogelijk onbedoelde effecten van het begrip, terwijl juist Nederland zo’n belangrijke rol heeft gespeeld in het ontstaan”, vertelt medeauteur Martijn de Koning. “Met dit boek willen we dan ook België en Nederland meer in het centrum van de internationale academische discussies brengen én het belang benadrukken van een kritische reflectie op begrippen, de werking ervan en op de kracht van het radicaliseringsparadigma.”
“We hebben in dit boek en onderzoeksproject veel geleerd over onze rol als onderzoeker”, vertelt Annelies Moors. “In een bepaald politiek klimaat kan het heel moeilijk zijn om gehoor te krijgen voor rationele argumenten. Daar waar het over radicalisering, moslims en Islam gaat, spelen in beleid en publiek debat ontzettend veel gevoelens een rol. Het wordt dan lastig je onderzoek en resultaten met het brede publiek te delen, vooral als je een onderzoeker met een moslimachtergrond bent. Het is belangrijk aandacht te hebben voor deze gelaagdheid.”
Boekpresentatie
Het boek Radicalisering in België en Nederland. Kritische perspectieven op geweld en veiligheid wordt op 12 juni officieel gepresenteerd in Amsterdam. De redacteuren van het boek gaan dan onder leiding van Nawal Mustafa (VU) in gesprek met Floris Vermeulen (UvA, en medeauteur van één van de bijdragen), Ibtissam Abaaziz (Meld Islamofobie) en Abdelhaq Jermoumi (PvdA) en het publiek. Het gesprek richt zich deze avond op wat een kritische reflectie op radicalisering kan betekenen voor het beleid.
Woensdag 12 juni, 19-22 uur. Universiteit van Amsterdam, afdeling antropologie. Nieuwe Achtergracht 166, Amsterdam. Aanmelden verplicht: klik hier.
Bron: Uva.nl