Uitkijkend over de uitloper van het Gelderse Poort natuurgebied, weet ik achter de kromming van de dijk in de verte die Rijn, waarvan bijna nog ieder schoolkind weet dat daar, juist daar, dat water ons land instroomt. Instromen doen ook golven van herinnering, terwijl ik daar zo sta te bewonderen. De Konikspaarden grazen rustig verder, zonder aandacht voor om het even welke wandelaar of fietser die hun pad kruist. Onverstoord, behalve voor de hond van de kapper, die ooit een te grote nieuwsgierigheid naar de stoere viervoeters moest bekopen met een pak paardenrammel van jewelste.
Het harem Hooglanders is inmiddels gewend geraakt aan de met veel donkerkleurige vacht beklede stier, die dagelijks met veel geloei de lakens probeert uit te delen. De dames dulden hem en met veel bravoure maar altijd achteraan sjokkend is hij deel uit gaan maken van hun dagelijkse routine. En in het bassin grondwater drijft nog steeds het zwanenpaar.
Het was eind voorjaar 2002 toen ik besloot dat ik mijn jaarlijkse solo vakantietocht niet in Frankrijk zou doorbrengen, maar het Schotse schiereiland Skye ging bezoeken. Ik kon niet langer weerstand bieden aan de witte huisjes van de westkust, aan de van veel ruimte voorziene paradijselijke natuur en de tactische ligging als uitvalsbasis naar de Highlands. En vooral niet aan de stilte. Silent Skye. Door al die online fraaie foto’s schemerde bovendien het toen nog zeer appetijtelijke blauw beschilderde Braveheart-gezicht van Mel Gibson.
Skye maakte alles waar wat men aan detail uit haar natuurschoon geplukt en op het web had geplaatst. Schotten zijn niet stugger dan de Zeeuwen waartussen ik ben opgegroeid. Ze bleken vriendelijk nieuwsgierig en leerden me genieten van pints of Guiness aan het eind van de middag. De plaatselijke bevolking vond het wel grappig, die Nederlandse vrouw, die alleen reisde en tussen hen in zat alsof er Gaelic-wortels onder haar schoenen groeiden.
In de buurt van Waternish vond ik mijn paradijsje, Coral Beaches. Een gekromd stuk strand, bezaaid met scherp grit en wit zand, dat oplicht onder piekerige zonnestralen. Als bemoste borsten rijzen twee heuvels uit de grond en lijken over het water uit te kijken, richting het eiland Harris. Ik besteeg de zandhoogten en nestelde me in kleermakerszit in het groen en keek mee uit over de onrustige zee. Urenlang zat ik daar. Niets of niemand verstoorde mijn zwijgen of mijn uitzicht. Onverwacht brak de zon fel door het wolkendek en zette me ongenadig in de spotlights. Ik schrok, voelde me ergens ingetrokken worden.
Ik huilde, toen ik door een onzichtbare hand opengebroken werd. Het leek alsof ik werd meegenomen in een vlucht, waar ik alleen maar aan kon toegeven. Het opgekropt leed van een echtscheiding, het geworstel als alleenstaand ouder, maar ook vergeten momenten van ver daarvoor wilden blijkbaar mee met die louterende tranen, de heuvel af en over het scherpte grit richting de zee. Daarna volgden weer een paar uur van zwijgen en uitkijken over het water. Nu met een glimlach op mijn gezicht, als een constante waar ik zelf niet de hand in had. Het was goed zo! Alles was goed. Het was. Goed dat het was zoals het daar en toen, maar ook alles daarvoor, was.
Later heb ik nog een paar keer een dergelijke ervaring gehad. Imagine, hoe leg je exact vast in menselijke taal wat daar gebeurde? Onmogelijk! Paradijselijke momenten zijn individuele belevingen. Ik voelde, het was, niet gedroomd, maar beleefd en doorleefd. En ja, alles was ook echt goed, alles! Imagine… Imagination? Heb ik me alles ingebeeld? Heb ik zelf mijn gedachten op strooptocht gestuurd om mijn paradijs samen te stellen? Op geen enkele manier had ik het gevoel, ook nu nog niet, dat ik daar, gezeten in dat paradijs, zelf de hand had in die ervaring, waarbij alles op zijn plaats viel. Alles klopte.
Ik vermoed dat hét paradijs niet bestaat, maar dat er paradijselijke momenten zijn, die voor iedereen beschikbaar zijn en beleefd kunnen worden. Af en toe mogen we iets onverklaarbaar moois ervaren.
“Imagine… you may say I am a dreamer… but I am certainly not the only one…”
Een paradijselijjke moment ervaren is toch veel intenser dan het geloof in een pradijs? Of vergis ik me hier? Als ik het verhaal van Marianne lees, zeer zeker niet.
Wie heeft ze niet gehad, die overweldigende ervaring wanneer je op een plek kwam die je ontroerde, aangreep, tot tranen toe bewoog?
Bij de een komt zo’n moment bij een concert, bij de ander in de natuur, op de top van een berg of tijdens een wandeling door het bos. De sporter waant zich misschien in het paradijs als hij of zij als winnaar de meet passeert.
Maar het kan ook thuis op de bank plaatsvinden, gewoon omdat er zo’n intens moment is. Misschien is het er als ik luister naar Evermore van Neil Diamond, alhoewel Imagine er ook kan inhakken.
Nee, ik beeld me niet in dat ik intens blij word bij het lezen van dit stukje tekst van Marianne. Hartelijk dank daarvoor.
Marianne, twee maal in mijn leven heb ik zulk een ervaring geschonken gekregen.
Ik weet precies wat je voelde, één met Al, het grote geheel, het Alles “weten”…
Het is werkelijk níet uit te leggen, het heeft geen zin, het is niet te begrijpen, alleen te ondergaan.
Het is zeker geen hallucinatie, je weet heel goed dat je je bewust bent van hetgeen je geschonken werd.
Altijd zou het zo mogen duren, er is geen tijd, er is in feite “niets” alleen het Alomvertegenwoordige….
Zie je, het is niet uit te leggen…
Je zoekt en vraagt er niet naar, opeens IS, BEN je “Het”, je voelt dat je even “Alwetend” bent….
Het is zo machtig mooi, maar met nauwelijks iemand kun je het delen….
Het is daarom ook dat ik er eigenlijk nooit over praat, maar ik en jij vergeten het nooit meer.
Je werd opnieuw gedoopt…. door het Leven Zelf.
Met liefs,