Het was al laat die avond in het Catshuis, waar Gorbatsjov te gast was, tijdens zijn eerste bezoek aan Nederland in mei 1993. Wij bespraken de bijzondere dag, waarop in een stampvolle Grote Kerk ik hem had mogen verwelkomen als voorzitter van Green Cross, de nieuwe wereldwijde milieuorganisatie die haar hoofdkantoor in Den Haag zou betrekken. Ik sprak over het ontroerende wonder van verandering.

In 1985 waren wij, vertegenwoordigers van het solidariteitscomité voor Joden in de Sovjet-Unie, naar Parijs gereden om ons, rechtstreeks vanaf een demonstratie op de Dam aan te sluiten bij een breder Europees protest tijdens het bezoek van de nieuwe secretaris-generaal van de Russische communistische partij, Michail Gorbatsjov. Daar stonden wij tegenover elkaar aan weerskanten van een demarcatielijn tussen vrijheid en onvrijheid. Maar, acht jaar later in Den Haag, ontmoetten wij elkaar als bondgenoten in de gezamenlijke strijd voor het behoud van een gezonde aarde. Wij omhelsden elkaar innig. Later had het eerdergenoemde comité nog een receptie voor hem georganiseerd als eerbetoon voor zijn bijdrage als president van de Sovjet-Unie aan de verworven vrijheid voor Joden in de Sovjet-Unie die zich in groten getale in Israël hadden gevestigd.

Daar had zijn vrouw Raisa zich plotseling tot haar echtgenoot gewend. “Michail Sergejevitsj, weet je nog dat ik je vroeg wie die Sharansky was waarover demonstranten zich zo druk maakten met grote plakkaten, overal waar wij waren tijdens ons bezoek in West-Europa jaren geleden?” “Ja,” antwoordde Gorbatsjov met een brede glimlach. “En nu tijdens mijn bezoek in Israel kon ik op elke hoek van de straat met omstanders Russisch spreken…”

Green Cross was zijn geesteskind. In januari 1990 had hij in het Kremlin de deelnemers aan de klimaatconferentie van het Global Forum van religieuze en parlementaire leiders opgeroepen om in navolging van het Rode Kruis, dat zich inzet voor mensen, het Groene Kruis op te richten ter bescherming van de natuur. Het deed hem goed dat hij, nu hij niet langer president was, zijn krachten kon geven aan vrede en veiligheid voorbij de grenzen.

Pavel de onvermoeibare tolk was als het ware de onzichtbare schakel. Gorbatsjov boog zich ineens dichter naar mij toe. De woorden die hij mij toen toevertrouwde waren in essentie een herbeleving van een persoonlijke transformatie en een keerpunt in zijn presidentschap:

“Het was ver na middernacht en ik aarzelde nog over mijn beslissing. Op tafel lagen de eensluidende verklaringen van de generaals. ‘Val Warschau aan en breek de opstand van Lech Walesa met al onze beschikbare macht. Het zal zo gaan als in Boedapest en Praag. Op zijn hoogst drie maanden lang zal de wereld zich tegen ons keren met luid misbaar.’ De nacht leek mij te bedekken met eenzaamheid. En toch, zo kan ik je als rabbijn toevertrouwen, ik voelde mij niet alleen. Elk begrip van God was mij vreemd en toch voelde ik aanwezigheid. Raisa kwam nog even binnen, zij is bewonderaar van Spinoza. Zij legde haar hand op mijn schouder en verdween. Ik nam mijn pen en schreef met grote letters: ‘Geen Tanks Naar Warschau’.”

Ik geef de essentie van zijn woorden getrouw weer, meer dan een generatie later, in een huiverend eerbetoon aan een leider die – wat ook met wikken en wegen over zijn staat van dienst gezegd mag worden – die nacht de moed had om deze tegendraadse beslissing te nemen die de wereld voor altijd veranderd heeft. En in de hartstochtelijke hoop, tegen alle wanhoop in, dat zijn voorbeeld juist nu tot navolging zal leiden.

soeten

Awraham Soetendorp

Rabbijn, schrijver en publicist

Awraham Soetendorp was vanaf 1968 tot 2008 rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente in Den Haag. Soetendorp is president van de Europese …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.